Na vele vakanties en weekenden in het heerlijke Zeeland leerde ik de omgeving van de camping, waar ik met mijn ouders verbleef, steeds beter kennen. Ik zocht er een baantje, ontmoette gezellige Zeeuwen, ging met ze uit en bleef aan een leuke jongeman plakken. Na lange tijd heen en weer pendelenbesloten de Zeeuwse jongeman en ik tesamen een stulpje te zoeken. Dat stulpje vond we in Zeeland. Hij bleef in zijn buurt en ik gaf de Brabantse gemoedelijkheid op voor een avontuur over de provincie-grens.
De Zeeuwse jongeman bleek een boerenzoon. Zijn ouders zette het familiebedrijf voort wat zich richtte op akkerbouw. Zij hadden reeds enkele jaren de koeien ingeruild voor een kampeerders. E