ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
Blok 1 groep 8
woorden van de week extra woorden
Regelspoor 11 Lange klinker avontuurlijk schandalig
aan het eind van vervelend onmogelijk
de klankgroep? de oppervlakte rommelig
1 medeklinker de beweging de opsomming
de bestelling bezorgen
Korte klinker aan de gebeurtenis besmettelijk
het eind van de geduldig
klankgroep? verstoppen
2 medeklinkers de verzekering
Weetspoor 1 Schrijf je ei of ij? dreigen de prei
Dat kun je niet scheiden het afscheid
horen. Dat moet voorbereiden de Romeinen
je onthouden. uitgebreid het gewei
Leiden/leiding allerlei weigeren
Lijden/pijn kapitein steigeren
steiger bescheiden
het peil beide
Werkwoorden 20 Werkwoorden jij wordt/word jij? jij vindt/vind jij?
hebben in de tt ik gebruikte jij houdt/hou jij?
3 persoonsvor- wij bedoelden ik ontsnapte
men, in de vt 2. ik zweefde wij kampeerden
ik vluchtte hij beleefde
ik antwoordde ik schatte
ik verwachtte
ik verbrandde
ik schudde
Weetspoor 2 Schrijf je ei of ij? de stijl de andijvie
Dat kun je niet het gordijn de dolfijn
horen. Dat moet het tapijt het ravijn
je onthouden. de azijn wijd
Steil/bergen het ontbijt vermijden
Stijl/mode het bewijs verwijderen
strijden verwijten
wijzigen zwijgen
Regelwoorden 19 Bij een lang de hoestdrank de huissleutel
woord: de nachttrein de feesttent
1 Samenstelling? opbellen de uitdaging
2 Vaste stukjes? fantastisch de ontploffing
3 Andere klank- de presentatie de verovering
groepen de vergelijking de organisatie
doorrijden
aantrekkelijk
onverschillig

More Related Content

Blok 1 groep 8

  • 1. Blok 1 groep 8 woorden van de week extra woorden Regelspoor 11 Lange klinker avontuurlijk schandalig aan het eind van vervelend onmogelijk de klankgroep? de oppervlakte rommelig 1 medeklinker de beweging de opsomming de bestelling bezorgen Korte klinker aan de gebeurtenis besmettelijk het eind van de geduldig klankgroep? verstoppen 2 medeklinkers de verzekering Weetspoor 1 Schrijf je ei of ij? dreigen de prei Dat kun je niet scheiden het afscheid horen. Dat moet voorbereiden de Romeinen je onthouden. uitgebreid het gewei Leiden/leiding allerlei weigeren Lijden/pijn kapitein steigeren steiger bescheiden het peil beide Werkwoorden 20 Werkwoorden jij wordt/word jij? jij vindt/vind jij? hebben in de tt ik gebruikte jij houdt/hou jij? 3 persoonsvor- wij bedoelden ik ontsnapte men, in de vt 2. ik zweefde wij kampeerden ik vluchtte hij beleefde ik antwoordde ik schatte ik verwachtte ik verbrandde ik schudde
  • 2. Weetspoor 2 Schrijf je ei of ij? de stijl de andijvie Dat kun je niet het gordijn de dolfijn horen. Dat moet het tapijt het ravijn je onthouden. de azijn wijd Steil/bergen het ontbijt vermijden Stijl/mode het bewijs verwijderen strijden verwijten wijzigen zwijgen Regelwoorden 19 Bij een lang de hoestdrank de huissleutel woord: de nachttrein de feesttent 1 Samenstelling? opbellen de uitdaging 2 Vaste stukjes? fantastisch de ontploffing 3 Andere klank- de presentatie de verovering groepen de vergelijking de organisatie doorrijden aantrekkelijk onverschillig