ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
© Colt International
Overdrukinstallatie aansturen middels branddetectiesystemen
Een overdrukinstallatie is in de basis een ‘slapende installatie’;
een niet-actieve installatie waarvan je hoopt dat je hem nooit hoeft
te gebruiken. Mocht je de overdrukinstallatie toch nodig hebben –
om de vluchtweg of het trappenhuis rookvrij te houden – dan moet
de installatie ‘gewekt’ worden. Hoe dat in zijn werk gaat lees je
hier.
Aansturing overdrukinstallatie
In de regelgeving is voorzien dat een branddetectiesysteem de
overdrukinstallatie moet aansturen. Normaal gesproken schrijft de
NEN2535 in Nederland de uitvoering van branddetectiesystemen
voor. Maar als het branddetectiesysteem enkel de
overdrukinstallatie hoeft aan te sturen, is het
branddetectiesysteem uit te voeren in een vereenvoudigde vorm.
Vereenvoudigde vorm branddetectiesysteem
In NEN2535 is voorzien in Bijlage C (informatief): ‘schakelingen met zelfstandige automatische
rookdetectie’. Het branddetectiesysteem heeft dan de vorm van een rookschakelaar; bij de detectie
van rook hoeft de installatie uitsluitend te ‘schakelen’. Wat staat er nu precies in bijlage C?
• De rookmelder moet voldoen aan NEN-EN 54-7 (puntrookmelders).
• Voor het schakelen van een overdrukinstallatie moet zich minstens één rookmelder aan het
plafond voor iedere toegang tot het trappenhuis bevinden.
• De afstand van de rookmelder tot de wand, waarin zich de betreffende deur(en) bevindt, moet
ten minste 0,5 meter zijn en mag ten hoogste 2,5 meter bedragen. Als er zich tussen 0,5
meter en 2,5 meter een toegangsdeur tot de aangrenzende ruimte bevindt die niet met
automatische melders is beveiligd, moet de rookmelder zich voor deze deur bevinden.
• Bij een storing in de installatie (kortsluiting, draadbreuk, uitname detector) moet de
overdrukinstallatie automatisch worden geactiveerd.
© Colt International
OPMERKING: hoofdstuk 9 van NPR6095-2:2012 blijft onverkort van toepassing. Hierin staat
beschreven dat de overdrukinstallatie uit te voeren is met een handbediening, de branddetectie dient
te voldoen aan een door het bevoegd gezag goedgekeurd PvE, storingsmeldingen dienen te worden
doorgemeld, openingen in de overdrukruimte automatisch dienen te worden gesloten.
Programma van Eisen
Het branddetectiesysteem is nu dus uitgevoerd als rookschakelaar voor de activering van de
overdrukinstallatie. Daarom is het branddetectiesysteem – als deze uitsluitend tot doel heeft de
overdrukinstallatie aan te sturen – te integreren in het inspectiecertificaat van de overdrukinstallatie.
Dit betekent dan ook dat de eisen waaraan de installatie moet voldoen, omschreven mogen worden in
het Programma van Eisen (PvE) van de overdrukinstallatie. Voor de brandmeldinstallatie /
rookschakelaar is dan geen separaat PvE nodig.
Doormelding storingen
Doormelding van brandalarmen naar de alarmcentrale van de brandweer is niet vereist bij deze
vereenvoudigde vorm. Het doorgeven van storingsmeldingen naar een 24-uurs bemand
ontvangststation wel. Het gaat dan om dit soort storingen:
• er is sprake van een breuk of kortsluiting in de transmissieweg
• er is geen voeding
• er is een melder uitgedraaid
Bovendien dient de overdrukinstallatie niet alleen bij een brandmelding in bedrijf te komen, maar ook:
• bij een storing of uitschakeling van een meldergroep waarin de rookmelders in de nabijheid
van de sturende installatie zijn geprojecteerd;
• bij het uitdraaien van een melder.
‘Simpele’ brandmeldinstallaties?
Juist omdat er sprake is van een vereenvoudigde uitvoering van het branddetectiesysteem valt vaak
de keuze op ‘simpele’ brandmeldinstallaties. Deze installaties schieten helaas vaak te kort en zijn niet
in staat om gegeven storingen door te melden of de overdrukinstallatie aan te sturen bij het uitzetten
© Colt International
van een meldergroep, een storing in een meldergroep of bij het uitdraaien van een melder. Het
opwaarderen van het systeem leidt dan tot hoge kosten. Om dit te voorkomen, is het van groot belang
om de geldende eisen te achterhalen en op basis hiervan de juiste componenten te selecteren. Ook
verdient het aanbeveling – al is dit geen vereiste – om een aantal slow-whoop sirenes in het
trappenhuis op te nemen. De kosten zijn in deze situatie relatief klein en elke gebruiker die tijdig is
gealarmeerd, is er één!
Topics: RWA, Rookbeheersing, Brandveiligheid

More Related Content

Blog - Overdrukinstallatie aansturen middels branddetectiesystemen

  • 1. © Colt International Overdrukinstallatie aansturen middels branddetectiesystemen Een overdrukinstallatie is in de basis een ‘slapende installatie’; een niet-actieve installatie waarvan je hoopt dat je hem nooit hoeft te gebruiken. Mocht je de overdrukinstallatie toch nodig hebben – om de vluchtweg of het trappenhuis rookvrij te houden – dan moet de installatie ‘gewekt’ worden. Hoe dat in zijn werk gaat lees je hier. Aansturing overdrukinstallatie In de regelgeving is voorzien dat een branddetectiesysteem de overdrukinstallatie moet aansturen. Normaal gesproken schrijft de NEN2535 in Nederland de uitvoering van branddetectiesystemen voor. Maar als het branddetectiesysteem enkel de overdrukinstallatie hoeft aan te sturen, is het branddetectiesysteem uit te voeren in een vereenvoudigde vorm. Vereenvoudigde vorm branddetectiesysteem In NEN2535 is voorzien in Bijlage C (informatief): ‘schakelingen met zelfstandige automatische rookdetectie’. Het branddetectiesysteem heeft dan de vorm van een rookschakelaar; bij de detectie van rook hoeft de installatie uitsluitend te ‘schakelen’. Wat staat er nu precies in bijlage C? • De rookmelder moet voldoen aan NEN-EN 54-7 (puntrookmelders). • Voor het schakelen van een overdrukinstallatie moet zich minstens één rookmelder aan het plafond voor iedere toegang tot het trappenhuis bevinden. • De afstand van de rookmelder tot de wand, waarin zich de betreffende deur(en) bevindt, moet ten minste 0,5 meter zijn en mag ten hoogste 2,5 meter bedragen. Als er zich tussen 0,5 meter en 2,5 meter een toegangsdeur tot de aangrenzende ruimte bevindt die niet met automatische melders is beveiligd, moet de rookmelder zich voor deze deur bevinden. • Bij een storing in de installatie (kortsluiting, draadbreuk, uitname detector) moet de overdrukinstallatie automatisch worden geactiveerd.
  • 2. © Colt International OPMERKING: hoofdstuk 9 van NPR6095-2:2012 blijft onverkort van toepassing. Hierin staat beschreven dat de overdrukinstallatie uit te voeren is met een handbediening, de branddetectie dient te voldoen aan een door het bevoegd gezag goedgekeurd PvE, storingsmeldingen dienen te worden doorgemeld, openingen in de overdrukruimte automatisch dienen te worden gesloten. Programma van Eisen Het branddetectiesysteem is nu dus uitgevoerd als rookschakelaar voor de activering van de overdrukinstallatie. Daarom is het branddetectiesysteem – als deze uitsluitend tot doel heeft de overdrukinstallatie aan te sturen – te integreren in het inspectiecertificaat van de overdrukinstallatie. Dit betekent dan ook dat de eisen waaraan de installatie moet voldoen, omschreven mogen worden in het Programma van Eisen (PvE) van de overdrukinstallatie. Voor de brandmeldinstallatie / rookschakelaar is dan geen separaat PvE nodig. Doormelding storingen Doormelding van brandalarmen naar de alarmcentrale van de brandweer is niet vereist bij deze vereenvoudigde vorm. Het doorgeven van storingsmeldingen naar een 24-uurs bemand ontvangststation wel. Het gaat dan om dit soort storingen: • er is sprake van een breuk of kortsluiting in de transmissieweg • er is geen voeding • er is een melder uitgedraaid Bovendien dient de overdrukinstallatie niet alleen bij een brandmelding in bedrijf te komen, maar ook: • bij een storing of uitschakeling van een meldergroep waarin de rookmelders in de nabijheid van de sturende installatie zijn geprojecteerd; • bij het uitdraaien van een melder. ‘Simpele’ brandmeldinstallaties? Juist omdat er sprake is van een vereenvoudigde uitvoering van het branddetectiesysteem valt vaak de keuze op ‘simpele’ brandmeldinstallaties. Deze installaties schieten helaas vaak te kort en zijn niet in staat om gegeven storingen door te melden of de overdrukinstallatie aan te sturen bij het uitzetten
  • 3. © Colt International van een meldergroep, een storing in een meldergroep of bij het uitdraaien van een melder. Het opwaarderen van het systeem leidt dan tot hoge kosten. Om dit te voorkomen, is het van groot belang om de geldende eisen te achterhalen en op basis hiervan de juiste componenten te selecteren. Ook verdient het aanbeveling – al is dit geen vereiste – om een aantal slow-whoop sirenes in het trappenhuis op te nemen. De kosten zijn in deze situatie relatief klein en elke gebruiker die tijdig is gealarmeerd, is er één! Topics: RWA, Rookbeheersing, Brandveiligheid