ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
Moving Learning

      Fons van den Berg
           @helikon
    Distinguished Educator
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
Moving Learning
move [] (overgankelijk werkwoord) vergelijk moving
 
1
bewegen
(ver)roeren, in beweging/beroering brengen, in beweging
zetten
   context
move it!
vooruit!
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
2
  verplaatsen
de houding/positie veranderen van
(bordspelen) zetten, verschuiven
   context
the police moved them along
de politie dwong hen door te lopen/rijden
zie ook move on
(bordspelen) white to move
wit aan zet
Moving Learning 2009
http://ali.apple.com/acot2/
3
  verhuizen
vervoeren, overbrengen
   context
zie ook move in
the Council has moved us into a new house
de gemeente heeft ons op een nieuwe woning gezet
we are being moved by Johnson
we hebben (de firma) Johnson als verhuizer
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
Moving Learning 2009
4
  opwekken (gevoelens)
(ont)roeren, raken, aangrijpen, ontzetten, overstuur maken,
tergen
   context
move someone to laughter
iemand aan het lachen maken, op iemands lachspieren
werken
be moved with pity
van medelijden vervuld zijn
Moving Learning 2009
5
  drijven
ertoe zetten, aanzetten, bewegen, aansporen
   context
be moved to
zich geroepen voelen (om) te
move someone from ancient ideas
iemand van ouderwetse ideeën afbrengen/ouderwetse ideeën
uit het hoofd praten
it moved us to great activity
het zette ons aan tot grote activiteit
Moving Learning 2009
Learning


Moving
Learning


Moving

More Related Content

Moving Learning 2009

  • 1. Moving Learning Fons van den Berg @helikon  Distinguished Educator
  • 9. move [] (overgankelijk werkwoord) vergelijk moving   1 bewegen (ver)roeren, in beweging/beroering brengen, in beweging zetten context move it! vooruit!
  • 15. 2 verplaatsen de houding/positie veranderen van (bordspelen) zetten, verschuiven context the police moved them along de politie dwong hen door te lopen/rijden zie ook move on (bordspelen) white to move wit aan zet
  • 18. 3 verhuizen vervoeren, overbrengen context zie ook move in the Council has moved us into a new house de gemeente heeft ons op een nieuwe woning gezet we are being moved by Johnson we hebben (de firma) Johnson als verhuizer
  • 22. 4 opwekken (gevoelens) (ont)roeren, raken, aangrijpen, ontzetten, overstuur maken, tergen context move someone to laughter iemand aan het lachen maken, op iemands lachspieren werken be moved with pity van medelijden vervuld zijn
  • 24. 5 drijven ertoe zetten, aanzetten, bewegen, aansporen context be moved to zich geroepen voelen (om) te move someone from ancient ideas iemand van ouderwetse ideeën afbrengen/ouderwetse ideeën uit het hoofd praten it moved us to great activity het zette ons aan tot grote activiteit