ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
Reconstructie Wat ging er mis in de zaak-Tristan van der V.
De wapenvergunning die er niet had mogen komen
Onderzoek aan de Mercedes van
Tristan van der V. op het parkeerterrein
van winkelcentrum de Ridderhof in
Alphen aan den Rijn, na de schietpartij
op 9 april 2011. Rechts de wapens die
Van der V. gebruikte.
Foto Koen van Weel / ANP
Tristan van der V. kampt al vanaf
zijn 14de met psychische
problemen. Die zijn bekend, ook bij
de politie. Maar de man die zijn
aanvraag voor een
wapenvergunning moet
beoordelen, ziet die cruciale
informatie over het hoofd. Een fout
met dodelijke gevolgen.
ELSBETH STOKER; WIL THIJSSEN
Het is november 2008 als
politiemedewerker Jan een verzoek
van Tristan van der V. op zijn
bureau krijgt. De twintiger uit
Alphen aan den Rijn wil een
wapenvergunning. Jan werkt op de
afdeling Bijzondere Wetten, hij en
zijn collega zijn verantwoordelijk
voor het verstrekken van deze
verloven.
Een wapenvergunning krijg je niet
zomaar: het is een gunst voor
wapenhobbyisten, geen recht. Zo
moet worden gekeken of de
aanvrager geen misdrijven op zijn
naam heeft staan, of er een kans is
dat hij misbruik van het wapen zal
maken en of er gegevens bekend
zijn over eventuele psychische
problemen, drugs- of
alcoholmisbruik.
Het is een drukke periode, zal Jan
later over die tijd verklaren. Kort
daarvoor was de afdeling
gekrompen van vijf naar twee
medewerkers. Ze hadden geen
uniforme werkwijze en er lag 'een
bulk aan werk'. Bovendien was hij
destijds vaak ziek.
Jan vraagt aan zijn collega van de
Dienst Informatie om een dossier
samen te stellen over Tristan van
der V.. Het is een lijvig pak - zo
blijkt uit een reconstructie achteraf -
van zeventig pagina's. Er staat
bijvoorbeeld informatie in over een
snelheidsovertreding. Over
jeugdzondes van Tristan, zoals het
afsteken van vuurwerk terwijl het
geen Oud en Nieuw was. En ook
incidenten uit 2003 met een
luchtbuks worden genoemd. Het
zijn geen redenen om het verzoek
af te wijzen, oordeelt ambtenaar
Jan. De incidenten met de
luchtbuks zijn geseponeerd, en al
weer lang geleden bovendien.
En dus, vindt hij, kan Tristan best
een wapenvergunning krijgen.
Want, zo stelt de politie later, de
politieambtenaar had onmogelijk
kunnen weten wat Tristan van der
V. met Jans vergunning in de hand
zou gaan doen, dat hij drie wapens
zou aanschaffen om daarmee op 9
april 2011 een bloedbad aan te
richten in het plaatselijke
winkelcentrum.
Is dat zo? Ruim vijftig
nabestaanden en slachtoffers
denken daar anders over. Hadden
hij, en de politiemedewerkers die in
2009 en 2010 het wapenverlof
hebben verlengd, hun werk goed
gedaan, dan zou de vergunning
nooit zijn verstrekt en dan zou het
drama in Alphen aan den Rijn nooit
zijn gebeurd, stellen zij. Jan betrok
immers cruciale informatie over
Van der V.'s psychische problemen
niet bij zijn besluit.
Als Jan die informatie wel had
gezien, verklaarde hij achteraf bij
de Rijksrecherche, 'dan had ik
anders gehandeld'.
Twee jaar geleden begonnen de
nabestaanden en slachtoffers van
Nederlands eerste spree shooting
daarom een langlopende
bodemprocedure. Dinsdag is de
eerste openbare zitting. Met een
touringcar zullen ze naar het
gerechtsgebouw in Den Haag
afreizen in de hoop dat de rechter
in hun redenering meegaat. Wat
hen betreft is de politie
aansprakelijk voor het drama
waarbij zeventien gewonden vielen
en zeven mensen, inclusief de
schutter, stierven.
***
Het is iets voor twaalf uur 's
middags op 9 april 2011 als de
moeder van Tristan van der V.
hoort dat haar zoon de buitendeur
stilletjes dichtdoet. Hij draagt een
© De Morgen maandag 08 december 2014 Pagina 7 (1)
camouflagebroek en een donkere
jas, en stapt in zijn zwarte
Mercedes. De inmiddels 24-jarige
Tristan heeft een Colt-pistool, een
Taurus-revolver en een
Smith&Wesson-geweer bij zich.
Zijn ouders zijn verbaasd als hij in
2008 de wapenvergunning van de
politie krijgt. Maar na een zoektocht
op internet concluderen ze dat het
waarschijnlijk legaal is. Bovendien
hadden ze de ggz, waar Tristan
onder behandeling was, al op de
hoogte gesteld. 'Zij kunnen hem
peilen. Als zij hem daarover vragen
zouden stellen, zouden zij bepalen
of het gevaarlijk was. We hadden
de afspraak met hem dat hij zijn
wapens moest inleveren als hij
depressief zou worden. Daar
vertrouwden we hem in', zal zijn
moeder in 2013 bij de rechter
verklaren.
Haar zoon kampt al vanaf zijn 14de
met psychische problemen. De
christelijk opgevoede jongen haat
God. Hij hoort bovendien stemmen
van geesten en van God. Wat
Tristan betreft is God
verantwoordelijk voor al het leed in
de wereld. Om te bewijzen dat God
slecht is, schrijft hij zelfs een boek:
Het Tegenwoord - Het woord tegen
God en Godsdienst. Mensen zijn in
zijn optiek slechts 'willoze wezens
die gestuurd worden door God'.
Veel vrienden heeft hij niet. En
degenen die hij wel heeft,
behandelen hem niet altijd goed.
Zo wordt in 2006 de politie gebeld
om de ggz te assisteren bij een
gedwongen opname. Aanleiding is
een verontruste melding van
Tristans ouders: zij hebben brieven
en een schrift gevonden waarin
staat dat hun zoon zelfmoord wil
plegen. Hij heeft de code van zijn
bankpas opgeschreven en hun
geschreven hoe hij zijn begrafenis
wil hebben. Zijn vader is bang dat
hij aanstaande dinsdag zelfmoord
zal plegen, noteert de betrokken
agent later in het politiesysteem
BPS. Want op die dag zou Tristan
meegaan naar de schietvereniging
als introducé. Uit het gesprek met
de ouders leidt de agent bovendien
af dat twee vrienden Tristan onder
druk zetten. Hij moet wiet voor hen
halen en hun geld lenen.
Zo'n twee weken verblijft Tristan
gedwongen in een psychiatrische
kliniek en ook in de jaren erna blijft
de 'matige gemotiveerde' jongen
onder behandeling. Hij kan het
combineren met zijn werk bij een
distributiecentrum voor een
supermarkt. Daar begint hij
aanvankelijk als orderpikker, maar
dat loopt mis als er een systeem
wordt geïntroduceerd waarbij
Tristan via een koptelefoon
opdrachten krijgt. Dit botst met de
stemmen die hij hoort in zijn hoofd.
Van zijn werkgever mag hij gaan
schoonmaken. Uiteindelijk verliest
hij in augustus 2009 toch zijn baan:
nadat hij een collega met een
aardappelschilmes had bedreigd,
zijn broek liet zakken voor de
camera, tegen de stellingen praatte
en met zeeppakken gooide, was de
maat vol, vertelde zijn
leidinggevende begin dit jaar in de
Haagse rechtbank.
Op de dag dat Tristan stilletjes zijn
ouderlijk huis uit sluipt, zit hij in de
ziektewet. Over hoe het op dat
moment met hem gaat, lopen de
verklaringen achteraf uiteen. Uit het
post-mortemonderzoek van het
Nederlands Instituut voor
Forensische Psychiatrie (NIFP)
blijkt dat hij lijdt aan schizofrenie
van het paranoïde type. Zijn ouders
stellen later juist dat hun zoon in
die jaren in rustiger vaarwater is
terechtgekomen.
Om iets na het middaguur parkeert
Tristan zijn zwarte Mercedes bij de
nooduitgang van drogisterij
Kruidvat. Hij heeft afgelopen tijd
veel gezocht op internet naar spree
shootings, vooral het bloedbad op
Columbine High School uit 1999
heeft zijn aandacht. Als hij uit de
auto stapt, loopt hij direct naar zijn
kofferbak. Daar ligt zijn geweer. Hij
richt op een voorbijganger en haalt
de trekker over. Het slachtoffer zakt
ineen. Al schietend vervolgt Tristan
zijn weg naar het winkelcentrum.
Kogels vliegen richting
kledingwinkel Hans Textiel, een
echtpaar overlijdt. Bij de viswinkel
kan een man in een scootmobiel
niet meer wegvluchten. Een vrouw
die wegrent wordt in haar rug
geschoten, ze wordt de AKO-
boekhandel ingetrokken door
omstanders.
In nog geen vier minuten tijd
vliegen de kogels in het rond,
mensen rennen in paniek weg of
proberen zich te verstoppen. Om
12:11:11 klinkt het laatste schot, bij
de kassa van Albert Heijn. Daar
schiet Tristan zichzelf door het
hoofd.
Thuis vinden zijn ouders een
afscheidsbrief, en een apparaatje.
Dit zogenoemde EVP-apparaat had
hij in september 2010 gekocht, om
te praten met overleden personen.
Dat deed hij vaak 's nachts, maar
soms verstoorde de stem van God
zijn gesprekken met 'entiteiten'. Hij
hoopte, schreef hij aan zijn ouders,
dat ze na zijn dood via het
apparaatje contact konden houden.
***
'Het spijt me, dit had nooit mogen
gebeuren', zegt Jan Stikvoort, de
toenmalige hoofdcommissaris van
het regiokorps Hollands-Midden.
Het is drie maanden na de
schietpartij, 11 juli 2011. De
onderzoeksresultaten van het
bloedbad in Alphen aan den Rijn
worden gepresenteerd.
De politie heeft onderzoek gedaan
naar het leven van Tristan,
psychiaters van het NIFP hebben
zich in zijn psyche verdiept en de
Rijksrecherche heeft het werk van
Jan en zijn collega's onder de loep
genomen. Justitie deelt de
samenvattingen met het publiek.
Tot onvrede van de slachtoffers en
de nabestaanden: zij hebben het
gevoel dat cruciale informatie over
de schuldvraag onder de pet wordt
gehouden. Want de vraag: hoe kan
het dat iemand met duidelijke
psychische problemen, die bij de
politie bekend waren, een
wapenvergunning heeft gekregen?,
wordt in hun ogen niet beantwoord.
Zo blijkt uit het onderzoek van de
Rijksrecherche dat áls de
medewerkster van de Dienst
Informatie een volledige
zoekopdracht heeft uitgevoerd op
het moment dat Tristan van der V.
© De Morgen maandag 08 december 2014 Pagina 7 (2)
een wapenvergunning aanvroeg,
de informatie over de gedwongen
opname uit 2006 gewoon in het
dossier had gezeten. Onder het
kopje 'Hulpverlening overige
instanties'. En áls Jan die
informatie had gezien, was de kans
groot geweest dan Tristan nooit zijn
vergunning had gekregen.
De betrokken medewerkster heeft
verklaard dat ze ervan uit gaat dat
ze alle informatie naar Jan heeft
gestuurd. Of de medewerkster
gelijk heeft, is niet meer te
bewijzen: het bewuste pdf-bestand
is verdwenen. Zowel op haar
computer als op die van Jan.
Jan zegt niet meer precies te weten
of de informatie is aangeleverd.
Zeker is wel dat hij het niet heeft
gezien, vertelde hij tegen de
Rijksrecherche: 'Ik moet erkennen',
zei hij tijdens een van de verhoren,
'dat ik nu denk dat ik toen niet een
mutatie met dergelijk opschrift
'Hulpverlening overige instanties'
zal hebben geopend. (...) Er was
een bulk aan werk en dat had zijn
weerslag op de werkzaamheden.'
Jan is een gefingeerde naam.
PARTIJEN DIE ZICH MOETEN
VERANTWOORDEN
De politiebeambten die de
wapenvergunning van Tristan van
der V. verstrekten en verlengden.
De politie is partij in een civiele
zaak waarin slachtoffers en
nabestaanden financiële
genoegdoening eisen. De hoogte
van hun claim is nog onbekend.
Tristan van der V.'s behandelend
artsen en hulpverleners. De
Inspectie voor de Gezondheidszorg
oordeelde in 2011 dat zij
verwijtbaar gedrag vertoonden door
niet alert te reageren op Tristans
belangstelling voor vuurwapens. Dit
leidde niet tot een tuchtzaak omdat
er geen rechtstreeks verband zou
bestaan tussen de behandeling en
de schietpartij.
De ouders van de schutter. Zij
moesten beiden afzonderlijk in
openbare getuigenverhoren vragen
beantwoorden van slachtoffers en
nabestaanden over Tristans
psychische gesteldheid, zijn liefde
voor wapens en of ze op de hoogte
waren van zijn plannen voor de
schietpartij. Er zijn verschillende
mensen uit zijn omgeving gehoord
in deze procedure.
Een vriend van Tristan, die zou
hebben geweten van de
moordplannen. Na twee jaar zag
het Openbaar Ministerie af van
vervolging omdat deze kennis niet
aantoonbaar was.
MAATREGELEN ALS GEVOLG
VAN HET ALPHENSE DRAMA
Minister Opstelten (Justitie en
Veiligheid) ging na de Alphense
schietpartij de bewijslast voor een
schietvergunning omdraaien:
aanvragers moeten voortaan zelf
aantonen dat ze lid zijn van een
schietvereniging en dat ze geschikt
zijn om een wapen te beheren. De
politie heeft na het incident alle 70
duizend Nederlandse
wapenvergunningen opnieuw
beoordeeld en er 25 ingetrokken.
De Koninklijke Nederlandse
Schutters Associatie (KNSA)
ontwikkelde een speciale opleiding
voor bestuurders van
schietverenigingen, om afwijkend,
mogelijk problematisch gedrag van
leden te herkennen.
De Geestelijke Gezondheids Zorg
(GGZ) heeft in de meldcode voor
huiselijk geweld en
kindermishandeling drie passages
opgenomen wanneer het
doorbreken van de
geheimhoudingsplicht ten aanzien
van een patiënt is gerechtvaardigd,
ook als daarvoor geen
toestemming van de patiënt is
verkregen. Dat geldt onder meer
wanneer de patiënt een gevaar
vormt voor zichzelf of zijn
omgeving.
© De Morgen maandag 08 december 2014 Pagina 7 (3)

More Related Content

3 bijkomend document 898

  • 1. Reconstructie Wat ging er mis in de zaak-Tristan van der V. De wapenvergunning die er niet had mogen komen Onderzoek aan de Mercedes van Tristan van der V. op het parkeerterrein van winkelcentrum de Ridderhof in Alphen aan den Rijn, na de schietpartij op 9 april 2011. Rechts de wapens die Van der V. gebruikte. Foto Koen van Weel / ANP Tristan van der V. kampt al vanaf zijn 14de met psychische problemen. Die zijn bekend, ook bij de politie. Maar de man die zijn aanvraag voor een wapenvergunning moet beoordelen, ziet die cruciale informatie over het hoofd. Een fout met dodelijke gevolgen. ELSBETH STOKER; WIL THIJSSEN Het is november 2008 als politiemedewerker Jan een verzoek van Tristan van der V. op zijn bureau krijgt. De twintiger uit Alphen aan den Rijn wil een wapenvergunning. Jan werkt op de afdeling Bijzondere Wetten, hij en zijn collega zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van deze verloven. Een wapenvergunning krijg je niet zomaar: het is een gunst voor wapenhobbyisten, geen recht. Zo moet worden gekeken of de aanvrager geen misdrijven op zijn naam heeft staan, of er een kans is dat hij misbruik van het wapen zal maken en of er gegevens bekend zijn over eventuele psychische problemen, drugs- of alcoholmisbruik. Het is een drukke periode, zal Jan later over die tijd verklaren. Kort daarvoor was de afdeling gekrompen van vijf naar twee medewerkers. Ze hadden geen uniforme werkwijze en er lag 'een bulk aan werk'. Bovendien was hij destijds vaak ziek. Jan vraagt aan zijn collega van de Dienst Informatie om een dossier samen te stellen over Tristan van der V.. Het is een lijvig pak - zo blijkt uit een reconstructie achteraf - van zeventig pagina's. Er staat bijvoorbeeld informatie in over een snelheidsovertreding. Over jeugdzondes van Tristan, zoals het afsteken van vuurwerk terwijl het geen Oud en Nieuw was. En ook incidenten uit 2003 met een luchtbuks worden genoemd. Het zijn geen redenen om het verzoek af te wijzen, oordeelt ambtenaar Jan. De incidenten met de luchtbuks zijn geseponeerd, en al weer lang geleden bovendien. En dus, vindt hij, kan Tristan best een wapenvergunning krijgen. Want, zo stelt de politie later, de politieambtenaar had onmogelijk kunnen weten wat Tristan van der V. met Jans vergunning in de hand zou gaan doen, dat hij drie wapens zou aanschaffen om daarmee op 9 april 2011 een bloedbad aan te richten in het plaatselijke winkelcentrum. Is dat zo? Ruim vijftig nabestaanden en slachtoffers denken daar anders over. Hadden hij, en de politiemedewerkers die in 2009 en 2010 het wapenverlof hebben verlengd, hun werk goed gedaan, dan zou de vergunning nooit zijn verstrekt en dan zou het drama in Alphen aan den Rijn nooit zijn gebeurd, stellen zij. Jan betrok immers cruciale informatie over Van der V.'s psychische problemen niet bij zijn besluit. Als Jan die informatie wel had gezien, verklaarde hij achteraf bij de Rijksrecherche, 'dan had ik anders gehandeld'. Twee jaar geleden begonnen de nabestaanden en slachtoffers van Nederlands eerste spree shooting daarom een langlopende bodemprocedure. Dinsdag is de eerste openbare zitting. Met een touringcar zullen ze naar het gerechtsgebouw in Den Haag afreizen in de hoop dat de rechter in hun redenering meegaat. Wat hen betreft is de politie aansprakelijk voor het drama waarbij zeventien gewonden vielen en zeven mensen, inclusief de schutter, stierven. *** Het is iets voor twaalf uur 's middags op 9 april 2011 als de moeder van Tristan van der V. hoort dat haar zoon de buitendeur stilletjes dichtdoet. Hij draagt een © De Morgen maandag 08 december 2014 Pagina 7 (1)
  • 2. camouflagebroek en een donkere jas, en stapt in zijn zwarte Mercedes. De inmiddels 24-jarige Tristan heeft een Colt-pistool, een Taurus-revolver en een Smith&Wesson-geweer bij zich. Zijn ouders zijn verbaasd als hij in 2008 de wapenvergunning van de politie krijgt. Maar na een zoektocht op internet concluderen ze dat het waarschijnlijk legaal is. Bovendien hadden ze de ggz, waar Tristan onder behandeling was, al op de hoogte gesteld. 'Zij kunnen hem peilen. Als zij hem daarover vragen zouden stellen, zouden zij bepalen of het gevaarlijk was. We hadden de afspraak met hem dat hij zijn wapens moest inleveren als hij depressief zou worden. Daar vertrouwden we hem in', zal zijn moeder in 2013 bij de rechter verklaren. Haar zoon kampt al vanaf zijn 14de met psychische problemen. De christelijk opgevoede jongen haat God. Hij hoort bovendien stemmen van geesten en van God. Wat Tristan betreft is God verantwoordelijk voor al het leed in de wereld. Om te bewijzen dat God slecht is, schrijft hij zelfs een boek: Het Tegenwoord - Het woord tegen God en Godsdienst. Mensen zijn in zijn optiek slechts 'willoze wezens die gestuurd worden door God'. Veel vrienden heeft hij niet. En degenen die hij wel heeft, behandelen hem niet altijd goed. Zo wordt in 2006 de politie gebeld om de ggz te assisteren bij een gedwongen opname. Aanleiding is een verontruste melding van Tristans ouders: zij hebben brieven en een schrift gevonden waarin staat dat hun zoon zelfmoord wil plegen. Hij heeft de code van zijn bankpas opgeschreven en hun geschreven hoe hij zijn begrafenis wil hebben. Zijn vader is bang dat hij aanstaande dinsdag zelfmoord zal plegen, noteert de betrokken agent later in het politiesysteem BPS. Want op die dag zou Tristan meegaan naar de schietvereniging als introducé. Uit het gesprek met de ouders leidt de agent bovendien af dat twee vrienden Tristan onder druk zetten. Hij moet wiet voor hen halen en hun geld lenen. Zo'n twee weken verblijft Tristan gedwongen in een psychiatrische kliniek en ook in de jaren erna blijft de 'matige gemotiveerde' jongen onder behandeling. Hij kan het combineren met zijn werk bij een distributiecentrum voor een supermarkt. Daar begint hij aanvankelijk als orderpikker, maar dat loopt mis als er een systeem wordt geïntroduceerd waarbij Tristan via een koptelefoon opdrachten krijgt. Dit botst met de stemmen die hij hoort in zijn hoofd. Van zijn werkgever mag hij gaan schoonmaken. Uiteindelijk verliest hij in augustus 2009 toch zijn baan: nadat hij een collega met een aardappelschilmes had bedreigd, zijn broek liet zakken voor de camera, tegen de stellingen praatte en met zeeppakken gooide, was de maat vol, vertelde zijn leidinggevende begin dit jaar in de Haagse rechtbank. Op de dag dat Tristan stilletjes zijn ouderlijk huis uit sluipt, zit hij in de ziektewet. Over hoe het op dat moment met hem gaat, lopen de verklaringen achteraf uiteen. Uit het post-mortemonderzoek van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie (NIFP) blijkt dat hij lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type. Zijn ouders stellen later juist dat hun zoon in die jaren in rustiger vaarwater is terechtgekomen. Om iets na het middaguur parkeert Tristan zijn zwarte Mercedes bij de nooduitgang van drogisterij Kruidvat. Hij heeft afgelopen tijd veel gezocht op internet naar spree shootings, vooral het bloedbad op Columbine High School uit 1999 heeft zijn aandacht. Als hij uit de auto stapt, loopt hij direct naar zijn kofferbak. Daar ligt zijn geweer. Hij richt op een voorbijganger en haalt de trekker over. Het slachtoffer zakt ineen. Al schietend vervolgt Tristan zijn weg naar het winkelcentrum. Kogels vliegen richting kledingwinkel Hans Textiel, een echtpaar overlijdt. Bij de viswinkel kan een man in een scootmobiel niet meer wegvluchten. Een vrouw die wegrent wordt in haar rug geschoten, ze wordt de AKO- boekhandel ingetrokken door omstanders. In nog geen vier minuten tijd vliegen de kogels in het rond, mensen rennen in paniek weg of proberen zich te verstoppen. Om 12:11:11 klinkt het laatste schot, bij de kassa van Albert Heijn. Daar schiet Tristan zichzelf door het hoofd. Thuis vinden zijn ouders een afscheidsbrief, en een apparaatje. Dit zogenoemde EVP-apparaat had hij in september 2010 gekocht, om te praten met overleden personen. Dat deed hij vaak 's nachts, maar soms verstoorde de stem van God zijn gesprekken met 'entiteiten'. Hij hoopte, schreef hij aan zijn ouders, dat ze na zijn dood via het apparaatje contact konden houden. *** 'Het spijt me, dit had nooit mogen gebeuren', zegt Jan Stikvoort, de toenmalige hoofdcommissaris van het regiokorps Hollands-Midden. Het is drie maanden na de schietpartij, 11 juli 2011. De onderzoeksresultaten van het bloedbad in Alphen aan den Rijn worden gepresenteerd. De politie heeft onderzoek gedaan naar het leven van Tristan, psychiaters van het NIFP hebben zich in zijn psyche verdiept en de Rijksrecherche heeft het werk van Jan en zijn collega's onder de loep genomen. Justitie deelt de samenvattingen met het publiek. Tot onvrede van de slachtoffers en de nabestaanden: zij hebben het gevoel dat cruciale informatie over de schuldvraag onder de pet wordt gehouden. Want de vraag: hoe kan het dat iemand met duidelijke psychische problemen, die bij de politie bekend waren, een wapenvergunning heeft gekregen?, wordt in hun ogen niet beantwoord. Zo blijkt uit het onderzoek van de Rijksrecherche dat áls de medewerkster van de Dienst Informatie een volledige zoekopdracht heeft uitgevoerd op het moment dat Tristan van der V. © De Morgen maandag 08 december 2014 Pagina 7 (2)
  • 3. een wapenvergunning aanvroeg, de informatie over de gedwongen opname uit 2006 gewoon in het dossier had gezeten. Onder het kopje 'Hulpverlening overige instanties'. En áls Jan die informatie had gezien, was de kans groot geweest dan Tristan nooit zijn vergunning had gekregen. De betrokken medewerkster heeft verklaard dat ze ervan uit gaat dat ze alle informatie naar Jan heeft gestuurd. Of de medewerkster gelijk heeft, is niet meer te bewijzen: het bewuste pdf-bestand is verdwenen. Zowel op haar computer als op die van Jan. Jan zegt niet meer precies te weten of de informatie is aangeleverd. Zeker is wel dat hij het niet heeft gezien, vertelde hij tegen de Rijksrecherche: 'Ik moet erkennen', zei hij tijdens een van de verhoren, 'dat ik nu denk dat ik toen niet een mutatie met dergelijk opschrift 'Hulpverlening overige instanties' zal hebben geopend. (...) Er was een bulk aan werk en dat had zijn weerslag op de werkzaamheden.' Jan is een gefingeerde naam. PARTIJEN DIE ZICH MOETEN VERANTWOORDEN De politiebeambten die de wapenvergunning van Tristan van der V. verstrekten en verlengden. De politie is partij in een civiele zaak waarin slachtoffers en nabestaanden financiële genoegdoening eisen. De hoogte van hun claim is nog onbekend. Tristan van der V.'s behandelend artsen en hulpverleners. De Inspectie voor de Gezondheidszorg oordeelde in 2011 dat zij verwijtbaar gedrag vertoonden door niet alert te reageren op Tristans belangstelling voor vuurwapens. Dit leidde niet tot een tuchtzaak omdat er geen rechtstreeks verband zou bestaan tussen de behandeling en de schietpartij. De ouders van de schutter. Zij moesten beiden afzonderlijk in openbare getuigenverhoren vragen beantwoorden van slachtoffers en nabestaanden over Tristans psychische gesteldheid, zijn liefde voor wapens en of ze op de hoogte waren van zijn plannen voor de schietpartij. Er zijn verschillende mensen uit zijn omgeving gehoord in deze procedure. Een vriend van Tristan, die zou hebben geweten van de moordplannen. Na twee jaar zag het Openbaar Ministerie af van vervolging omdat deze kennis niet aantoonbaar was. MAATREGELEN ALS GEVOLG VAN HET ALPHENSE DRAMA Minister Opstelten (Justitie en Veiligheid) ging na de Alphense schietpartij de bewijslast voor een schietvergunning omdraaien: aanvragers moeten voortaan zelf aantonen dat ze lid zijn van een schietvereniging en dat ze geschikt zijn om een wapen te beheren. De politie heeft na het incident alle 70 duizend Nederlandse wapenvergunningen opnieuw beoordeeld en er 25 ingetrokken. De Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KNSA) ontwikkelde een speciale opleiding voor bestuurders van schietverenigingen, om afwijkend, mogelijk problematisch gedrag van leden te herkennen. De Geestelijke Gezondheids Zorg (GGZ) heeft in de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling drie passages opgenomen wanneer het doorbreken van de geheimhoudingsplicht ten aanzien van een patiënt is gerechtvaardigd, ook als daarvoor geen toestemming van de patiënt is verkregen. Dat geldt onder meer wanneer de patiënt een gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving. © De Morgen maandag 08 december 2014 Pagina 7 (3)