Het Schelde estuarium vervult veel functies en in de loop der jaren werden stap voor stap gegevens verzameld met het oog op het beter vervullen van die functies. Voor de diverse functies waren verschillende administraties verantwoordelijk en bovendien zijn de bevoegdheden nog eens verdeeld over Vlaanderen en Nederland. Het gevolg was dat heel wat gegevens op een ongecoördineerde manier werden verzameld waardoor er aan de ene kant overlappingen waren en aan de andere kant hiaten. Bovendien werd de behoefte aan extra informatie steeds groter. Waar oorspronkelijk de interesse beperkt was tot getijgegevens en waterdieptes groeide de behoefte naar meer gegevens over slib in het water, over waterkwaliteit, over ecologische parameters etc. Deze behoefte volgde enerzijds vanuit wetenschappelijke zijde maar in zeer belangrijke mate ook vanuit de wetgeving die vereist dat bepaalde parameters worden opgevolgd als toetssteen voor het beleid. De wetenschappelijke onderbouwing van beheer en de evaluatie van het gevoerde beheer vereisen inderdaad dat we nauwkeurig “de vinger aan de pols houden”.
Aanvullend op de lopende metingen werd in 1996 gestart met een geïntegreerd meetprogramma (OMES) om beter inzicht te krijgen in het ecologisch functioneren van het estuarium en de impact van het Sigmaplan op dat ecologisch functioneren beter te begrijpen. Immers er had zich in die periode een fundamentele wijziging voorgedaan. De ingrepen in de rivier waren niet alleen meer in het voordeel van de gebruiksfuncties ten koste van het ecosysteem, maar nu werden projecten geïmplementeerd die zowel de gebruiks- als de ecologische functies moesten verbeteren. Hoewel het OMES project een sterke mate van interne integratie had, stond het helaas nog te los van de vele andere monitoringsprojecten in het Schelde estuarium. Daarom werd in 2008 het MONEOS programma opgesteld. In de onderliggende nota werd een overzicht gemaakt van alle lopende initiatieven en op basis daarvan werd een voorstel voor een geïntegreerd monitoring programma voor het volledige Schelde estuarium gemaakt, later gevolgd door de ontwikkeling van een evaluatiemethodiek. Grote delen van dit programma zijn nu in uitvoering en het Schelde estuarium heeft nu niet meer alleen de reputatie van het meest vervuilde estuarium, maar ook die van het best bemeten systeem. In deze bijdrage zal het huidige programma kritisch geëvalueerd worden en suggesties naar de toekomst gemaakt worden.
1 of 48
Downloaded 12 times
More Related Content
1_MONEOS, veel werelden en één realiteit: de genese van geïntegreerde monitoring van het Schelde-estuarium
1. MONEOS, veel werelden en één realiteit: de genese
van geïntegreerde monitoring van het Schelde
estuarium
Prof. dr. Patrick Meire en ir. Tom Maris,
University of Antwerp
Ecosystem management research group
5. Eén estuarium: een veelheid aan
monitoring
Voor operationele doelstellingen: hydrografie
5
6. Eén estuarium: een veelheid aan
monitoring
Voor operationele doelstellingen: hydrografie
Tijhoogtes
Zeer lange datasets!
Continue registratie
vanaf 1891
6
7. Eén estuarium: een veelheid aan
monitoring
Voor wettelijke doelstelling
Waterkwaliteit
7
1965
8. Eén estuarium: een veelheid aan
monitoring
Voor wetenschappelijke doelstellingen
vogeltellingen
8
9. 1994 Algemene Milieu Impact Studie
Nood en urgentieplan waterbeheersing: actualisatie
Sigmaplan
Overleg Uitvoering
ONDERZOEK
10. OMES onderzoek
Het “Onderzoeksproject Milieu Effecten Sigmaplan
(OMES)” werd opgestart met centrale vragen:
1) Wat is de rol van slikken en schorren in het Schelde
ecosysteem
2) Wat draagt bij aan een verbeterde veiligheid EN het
ecologisch functioneren, met speciale aandacht voor
de overstromingsgebieden
11. OMES onderzoek
Een meet programma werd opgesteld op basis van de
behoeften van een ecosysteemmodel gericht op:
1) Het beschrijven van de pelagische processen
Waterkwaliteit
2) Het uitwisselen tussen het pelagiaal en de slikken en
schorren
Een gecoördineerd programma van metingen uitgevoerd
door 8 partners en gefinancierd door de Vlaamse
overheid
Daardoor ook enkel in Vlaanderen, maar samenwerking
met NIOZ Yerseke
11
12. Eén estuarium: een veelheid aan
monitoring
• Een veelheid aan instanties:
• Overheden, instituten, vrijwilligers,…
• Vlaanderen/Nederland
• Metingen zijn niet gecoördineerd
• Methoden
• Frequenties
• Bemonsteringsplaatsen
• 2006 opdracht tot inventarisatie en opstellen van een
plan
12
14. Wat werd gemeten?
Enorm veel MAAR:
Vaak overlap
Verschillende methodes
Verschillende frequenties
Veel hiaten
Rationalistatie en integratie was meer dan nodig
15. Wat werd gemeten?
ruimtelijke spreiding meetpunten
-2
-25 0 25 50 75 100 125 150
afstand tot monding (km)
omes
VMM
CEME
RIKZ
WL
MONEOS
Before 2009
16. wetgeving (EU – nationaal)
beleidskaders
Beheer/onderhoud
Objectieven
Monitorings-
verplichtingen
Wat en waarom meten?
18. Wat en waarom meten?
Anderzijds worden er heel wat parameters gemeten zonder
enig beleidskader!
gebiedsdekkende bathymetrie
Debietsraaien en sedimenttransport
Zoutgehaltes vaartochten Beneden Zeeschelde
Deel parameters OMES vaartochten
……
toch is duidelijk dat dit gegevens zijn die voor de
beheerder vaak bijzonder essentieel zijn!!!
monitoring MOET verder gaan dat “verplichte
parameters”
19. Monitoring gegevens
1 consistente database
Evaluatie effecten
Denkmodel effecten
Data
Analyse
rapportage
Evaluatie systeem
Denkmodel systeem
Data
Analyse
rapportage
Basis data
Bewerkte
gegevens
Effect versus systeem monitoring
20. Filosofie van het monitoringplan
Basis systeem monitoring
tijd
Project 1
Project monitoring
Project 2
Project monitoring
Kennisleemte
onderzoeksmonitoring
21. Data en modellen hand in hand
Mathematische modellen zijn nodig als tools om
ontwikkelingen te beschrijven en veranderingen te
interpreteren
Hydrodynamische modellen
Morfologische modellen
Ecologische modellen
Modelvereisten hebben grote impact op te verzamelen
monitoring gegevens
22. Vereisten
Voldoen aan verschillende juridische vereisten
Rationeel en economisch
1 consistent programma dat voldoet als basis voor alle vereiste
elementen. Dit wil zeggen dat alle data, nodig voor:
de nationale en internationale raportages, KRW, EU VR-HR,…)
Inschatten van effecten (T, V, N)
evaluatietools (modellen) moeten beschikbaar zijn.
25. Uitgangspunt:
Aantal meetpunten beperken indien er nu overlap is, of meetpunten
redundant zijn
Homogene spreiding van de punten over het volledige estuarium gericht op
het meten van de:
Longitudinale variatie
Diepte variatie indien relevant
Temporele variatie
vereist een combinatie van puntmetingen en continue metingen
en zoveel mogelijk gegevens op dezelfde plaats verzamelen:
26. ruimtelijke spreiding meetpunten
-2
-25 0 25 50 75 100 125 150
afstand tot monding (km)
omes
VMM
CEME
RIKZ
WL
MONEOS
Spacial distribution of monitoring stations
for basic water quality
Distance to mouth (km)
30. MONEOS: Basis systeem monitoring
Doelstelling
Opvolgen van alle paramaters noodzakelijk voor de
evaluatie van het functioneren van het ecosysteem
Opvolgen van alle parameters vereist binnen de
verschillende wettelijke kaders
Verzamelen van geschikte data voor
(eco)syteemmodellen
Programma zo opstellen dat data maximaal
compatibel zijn.
Staalnamecampagnes optimaal combineren om kost
efficiënt te zijn
36. Voldoen aan de specifieke vereisten van een bepaald
project
Genest binnen de bestaande (systeem)monitoring
Gelimiteerd in tijd en ruimte
⇒Verhoogde frequentie (tijd/ruimte) van bepaalde
parameters
⇒Bijkomende parameters, eigen aan het project
MONEOS: Project monitoring
Strategie
39. Kennisleemten opvullen
Genest binnen de bestaande (systeem)monitoring
Beperkt in tijd en ruimte
⇒Verhoogde frequentie (ruimte/tijd) van bepaalde
parameters
⇒Bijkomende parameters, eigen aan de onderzoeksvraag
MONEOS: onderzoeksmonitoring
Strategie
44. Hiaat in gemeten parameters
• Primaire productie
• Zooplankton
• Uitrol continue metingen nog niet helemaal rond
• nieuwe inzichten leiden tot behoefte aan extra
parameters
• EPS
44
45. Moneos: hiaten
Rapportage:
Verzameling van onafhankelijk van elkaar geschreven
rapporten
T2009, T2015 geven compilatie, maar is gedreven door
evaluatie methodiek en is geen integratie
45
46. Conclusie
• Moneos is een cruciale stap geweest naar een efficiënt
monitoringprogramma
• Een volledige uitvoering dringt zich alsnog op
• Herevaluatie wenselijk op basis van
• Nieuwe inzichten
• Evolutie in meetmethoden
• Besparing op monitoring leidt rechtstreeks tot grotere
kosten evidence based management
• Meer geïntegreerde rapportage en opvolging is
wenselijk
46
47. Conclusie
MONEOS zou kunnen/moeten uitgroeien tot een
programma dat de samenwerking tussen beheerders,
onderzoeksinstellingen (instituten en universiteiten) en
privé partners (bedrijven, haven,..) bevordert en op die
manier de basis vormen voor een kennis gedreven
economie.
47