20. Je ruilt de eeuwigheid in voor een hedendaagse trend
21. Leidraad Afstoting Museale Objecten (LAMO)
Procedure 1
Leg de redengeving voor afstoting en de besluitvormingsmomenten op objectniveau vast.
Registreer en fotografeer de objecten uitvoerig en maak de objectdocumentatie compleet
onderzoek de authenticiteit en herkomst en de schenkingsvoorwaarden van de objecten op
zodanige wijze dat zekerheid bestaat over het feit dat de objecten afgestoten kunnen worden
leg het voornemen tot afstoting voor aan externe deskundigen en leg hun oordeel schriftelijk
vast.
Laat de objecten taxeren
Bied de objecten eerst aan voor herplaatsing in andere musea alvorens andere
afstotingstrajecten te volgen
Registreer bij herplaatsing wie de nieuwe eigenaar is
Het afstoten van minder belangrijke objecten, bijvoorbeeld uit de Deltaplancategorie谷n C en D of
objecten die total loss zijn, kan eenvoudiger. Dit geldt ook voor deelcollecties die bestaan uit grote
hoeveelheden min of meer vergelijkbare objecten (bulkcollecties) van lage kwaliteit, waarvan duidelijk
is wie de eigenaar is en onder welke voorwaarden ze ooit aan het museum zijn geschonken. Voor
dergelijke deelcollecties geldt procedure 2:
Procedure 2
formuleer de redengeving voor afstoting (voor de gehele deelcollectie ineens)
beschrijf de objecten en maak fotos of beschrijf de deelcollectie globaal/steekproefsgewijs en
maak overzichtsfotos
bied de objecten eerst aan voor herplaatsing in andere musea alvorens over te gaan tot
verkoop buiten de museumsector, dan wel vernietiging van de objecten (zie voor vernietiging
pagina 49)
24. SPECTRUM-N Standaard voor collectiemanagement
Als er voor het object geen belangstelling is kan het object worden
afgestoten op een manier die het bestuursorgaan van uw museum
geschikt acht. Voor grote hoeveelheden referentiemateriaal of voor
materiaal van potentieel wetenschappelijk belang moet het museum, zelfs
al is er geen verwerver, voldoende specimina bewaren om toekomstige
verzoeken informatie te kunnen inwilligen.
Afstoting en behoud van objecten uit (natuur)wetenschappelijke en
archeologische collecties vragen speciale criteria. Sommige objecten die in
veelvoud voorkomen bij veldwerk, kunnen vernietigd en/of afgestoten worden
na grondige analyse van het materiaal, na publicatie en na deponeren van alle
relevante verslagen bij de bevoegde autoriteiten.
[]
Ook voor in veelvoud vervaardigde objecten in technische en wetenschappelijke
collecties geldt in de praktijk een enigszins soepeler regime voor afstoting.
Afstoting die leidt tot schenking aan een ander museum is heel gebruikelijk en
zelfs voor vernietiging wordt een minder strikte procedure toegepast:
zo hoeven in serie gemaakte objecten niet altijd eerst aan een ander museum te
worden aangeboden als al duidelijk is dat er geen interesse voor is.
26. Erfgoedwet
則 4.2. Beperking op cultuurgoed van Staat, provincie of gemeente
Artikel 4.17. Advies bij vervreemding cultuurgoed
Onze Minister, het provinciebestuur of het gemeentebestuur vraagt over een
besluit tot vervreemding van een cultuurgoed advies aan een commissie van
onafhankelijke deskundigen, indien:
a. redelijkerwijs kan worden vermoed dat het cultuurgoed bijzondere
cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis heeft en onvervangbaar en
onmisbaar is voor het Nederlands cultuurbezit; en
b. vervreemding wordt overwogen aan een andere partij dan de Staat, een
provincie of een gemeente.
27. Erfgoedwet
Artikel 4.18. Reikwijdte advies
De commissie adviseert over de vraag of de voorgenomen vervreemding een
cultuurgoed betreft dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke
betekenis is dat onvervangbaar en onmisbaar is voor het Nederlands cultuurbezit.
Artikel 4.19. Adviescommissie
1. De commissie bestaat uit ten minste drie leden, de voorzitter inbegrepen.
2. De deskundigheid van de commissie ziet mede op de specifieke eigenschappen
van het cultuurgoed waarover om advies wordt gevraagd.
3. De leden verrichten anders dan uit hoofde van het lidmaatschap van de
commissie geen werkzaamheden voor het betrokken openbaar lichaam. Ook
anderszins hebben deze leden geen belangen of functies waardoor de
onafhankelijkheid van hun inbreng of het vertrouwen in die onafhankelijkheid in
het geding kan zijn.
30. Lastig
Tijd: Het volledig opschonen van het museum kan daardoor wel eens
langer dan de geplande tijd in beslag nemen.
Kosten: Aangezien ik geen goed zicht heb op de kosten van het project
kan ik in dit projectplan hier geen goede inschatting van maken.
Ruimte: Nog ruimte zoeken waar overtollige objecten worden verzameld
en tijdelijk opgeslagen
Kennis: Ook bestond de indruk dat er veel objecten incompleet of kapot
waren. Bovendien leken losse onderdelen te zwerven en leken objecten te
zijn uitgemonsterd met onderdelen die er niet bij hoorden.
Administratie: De nummering van de losse onderdelen was soms
inconsequent of niet uitgevoerd.