19. Schoenen waren meestal al
ingedragen door broer, zus, neef of
zo, en ook je fiets was of te groot of
te klein.
20. Een fiets had geen versnellingen en
als een band kapot was leerde je
vader je zo snel mogelijk om hem
zelf te plakken.
21. We gingen ‘s morgens weg van huis
en
we kwamen terug
als de straatverlichting aan ging.
Niemand wist in de tussentijd waar
we waren en we hadden geen GSM
mee!
22. Het bos of een park was een plek
om te spelen en geen vieze
mannetjesverzamelplek.
23. Als we naar een vriendje gingen, liep
je er gewoon naar toe, je hoefde niet
aan te bellen en ook geen afspraak
te maken.
Er ging ook geen volwassene met je
mee.
24. Wij aten ook al koekjes en kregen
brood met veel boter en werden
toch niet dik.
25. We dronken uit dezelfde fles als
onze vrienden en niemand werd er
ziek van.
26. Wij hadden geen playstation,
nintendo, X-box, 64
televisiezenders, videofilms, dvd,
surround sound, eigen televisies,
computer of internet.
Wij hadden vrienden!
27. De televisiezender begon pas
om18.00 uur. Dan kwam een uurtje
wat leuks voor kinderen en oh wee
als je daarna durfde op te staan om
op een knopje van een andere
zender te duwen
(die zaten aan het toestel vast).
Pa bepaalde wat en hoe lang je
daarna nog keek.
28. We hebben ons gesneden, botten
gebroken, tanden uitgevallen en hier
werd niemand voor naar de rechter
gesleept. Dat waren gewoon
ongelukken en soms kreeg je er ook
nog zelf een extra pak slaag voor.
29. Wij vochten en sloegen elkaar soms
groen en blauw, er was geen
volwassene die zich er druk over
maakte, laat staan dat je een
lieveheersbeestje op je jas knoopte.
30. Pedagogisch verantwoord speelgoed
maakten we zelf; met stokken
sloegen we naar ballen, we bouwden
zeepkisten en merkten onder aan de
berg dat we de rem vergeten waren.
31. We voetbalden op straat, en alleen
wie goed was mocht mee doen; wie
niet goed genoeg was moest maar
blijven kijken en leren omgaan met
teleurstellingen.
32. Op school zaten ook domme
kinderen.
Zij gingen en kwamen op dezelfde
tijd als wij en kregen de zelfde
lessen.
Zij deden soms een klas nog een
jaar en daarover waren ook geen
discussies op ouderavonden.
De Meester had altijd gelijk.
33. We smeerden onze boterhammen
zelf, met een grote mensen mes, en
als je ze vergeten was kon je op
school niets kopen! Als je de korst
niet at had je een beetje meer
honger de rest van de dag.
34. Wij gingen met de fiets naar school,
helemaal zelf, ook in de winter!
35. Als je moeder aan de huisdeur naar
je zwaaide was je een watje!
36. Als je problemen veroorzaakt had
waren je ouders het eens met de
politie.
Ze kwamen wel om je te halen, maar
niet om je er uit te lullen.
Onze daden hadden consequenties.
Dat was duidelijk en je kon je niet
verstoppen.
37. Wij hadden vrijheid, mislukkingen,
succes en verantwoordelijkheid.
We hebben moeten leren er mee om
te gaan.
38. Onze generatie heeft veel mensen
voortgebracht die problemen
kunnen oplossen, innovatief bezig
zijn en daarbij risico durven nemen
en instaan voor de gevolgen.