2. Verdrag van Verdun (843)
 het grote eenheidsrijk van Karel de Grote werd opgeplitst in drie delen:
3. Graafschap Vlaanderen
• Maakte deel uit van West-Francië (West-Frankenrijk)
• Betekent ‘overstroomd gebied’
• Komt slechts gedeeltelijk overeen met huidig Vlaanderen
• Hoofdstad: Brugge, later Gent en Rijsel
• Bloeiend op economisch gebied met enkele belangrijke
havenplaatsen
• Talen: Oud-Nederlands, Frans, Picardisch, Diets
• Wapen:
5. Vanaf 725 herschikte de politiek zich en zo kwamen het Franse en
Duitse rijk tegenover mekaar te staan aan de Schelde.
Om de westgrenzen van zijn rijk te beschermen,
richtte de Duitse keizer Otto II (973-983) drie belangrijke
versterkingen op langs de rechteroever van de Schelde.
Samen met Antwerpen en Valenciennes, werd Ename in 974
gesticht als hoofdplaats van een markgraafschap, een strategisch
gelegen grensgebied dat de verdediging van de rijksgrens moet
verzekeren.
7. Ename als handelsnederzetting
• De Enaamse burcht werd ca. 974 opgetrokken en hierrond ontwikkelde
zich spoedig een handelsnederzetting. Er werd markt gehouden, tol
geheven en een haven uitgebouwd. De site evolueerde tot een
prestedelijke woonkern die een hoge bloei kende, getuige de
aanwezigheid van twee stadskerken, respectievelijk aan Sint-Salvator en
Sint-Laurentius toegewijd.
10. In 1033 echter werd de versterkte burcht van
Ename ingenomen en verwoest door
Boudewijn IV, graaf van Vlaanderen, wiens
troepen de Schelde overstaken om het Ottoonse
rijk aan te vallen.
In 1047 nam zijn zoon Boudewijn V definitief bezit
van Ename, waarbij hij de plaats een totaal
andere bestemming gaf.
Om de locatie elk militair belang te ontnemen,
stichtte zijn vrouw er een benedictijnenabdij,
bovenop de overblijfselen van de vroegere
grensstad.
11. GEVOLGEN
- Kooplieden en ambachtslui verlieten
Ename en vestigden zich verderop
(Oudenaerde aan de andere kant van de
Schelde)
- Er vestigden zich ook boeren rond de abdij
en deze genoten een zekere voorspoed
door te werken voor de abdij.