ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
Elementaire opbouw van een
videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
Kleurenruimtes
• Primaire kleurenruimte : de drie aditieve
hoofdkleuren : RGB
• Belangrijk : alle drie die componenten moet
even nauwkeurig gekend zijn
• Indien één van de drie minder nauwkeurig
gekend is : algehele beeldkwaliteit slechter
Kleurenruimtes
• We zagen echter : Y = 0,30 R + 0,59 G + 0,11 B
• Y is daarbij de luminantie (lumi-signaal)
• We kunnen dus R, G en B in elke pixel meten
bij de opname en overbrengen als signaal (dit
heet ‚werken in de RGB kleurenruimte‘
• Dan kunnen we steeds uit die drie
componenten Y berekenen
Kleurenruimte
Kleurenruimte
• Omgekeerd kunnen we ook Y overbrengen en
twee van de drie kleuren. Met de vergelijking
berekenen we dan de derde kleur hieruit.
• Y = 0,30 R + 0,59 G + 0,11 B
• We kiezen bv om Y, R en B via een signaal over
te brengen
• Dan is G hieruit te berekenen als
G = (1/0,59).(Y - 0,30 R – 0,11 B)
Kleurenruimte
• De drie grootheden Y, R en B vormen dus ook
een kleurenruimte.
• Voordeel : Grassman > oog is gevoelig voor Y
en minder gevoelig voor de kleurwaarneming
> we moeten alleen de Y heel nauwkeurig
beschrijven en beide kleursignalen mogen wat
‚eenvoudiger‘ beschreven worden
• Nadeel : men kan in Y, R, B minder kleuren
vormen dan in R, G, B
Kleurenruimte
Kleurenruimte
• In de praktijk wordt er voor de vorming van
videosignalen meer gewerkt met de
kleurverschilsignalen dan met de
kleursignalen zelf (technisch interessanter)
• Kleurverschilsignalen :
– Men noemt B – Y = U
– En R – Y = V
Kleurenruimte
• Bij digitale videosignalen gebruikt men meer
de notatie Cb en Cr i.p.v. U en V :
– Cb = B – Y
– Cr = R – Y
• Zijn de signalen met een gradatiecorrectie
voorzien, dan is de notatie Pb en Pr ook
gebruikelijk.
Opm : gradatie?
Kleurenruimte
Kleurenruimte
Kleurenruimte
• Zo ontstaat de kleurenruimte Y,U,V of Y,Cb,Cr
• In de figuur is te zien dat die kleurenruimte
kleiner is dan de kleurenruimte RGB, zodat
later, bij een digitale beschrijving, met een
gelijk aantal bits/woord minder kleuren
kunnen beschreven worden
Indien men wil, kunnen U en V (of Cb
en Cr) samengevoegd worden tot 1
enkel chrominantiesignaal (chromi)
• Die chromi ontstaat door een
kleurendraaggolf te kiezen : 4,43 MHz
• Daarop worden dan U en V gemoduleerd in
een QAM (quadratuur amplitude modulatie)
QAM
• U wordt op die kleurendraaggolf (KDG) in AM
gemoduleerd
• V wordt in AM gemoduleerd op diezelfde KDG,
nadat die KDG eerst 90° in fase werd gedraaid
QAM
QAM
Kleurencirkel
Kleurenbalk :
Kann men U en V herwinnen uit het
QAM-chrominantiesignaal K (of C)?
Herwinnen U en V
• Dus : om de 90° samplen
• D.w.z. : 4 keer per periode van de KDG een
sample nemen
• Dus wordt de chromi gesampled op 4,43
MHz/4 >>> ongeveer 1,11 miljoen
samples/seconde
• Hiervan zijn er de helft van U en de helft van V
Spectrum analoog videosignaal
lumi
Spectrum analoog videosignaal
chromi
Spectrum van analoge video
• Standaard definitie
• 625 lijnen, waarvan 575 lijnen zichtbaar zijn,
dus verticale resolutie is 575 pixels
• Men realiseert een horizontale resolutie die er
hetzelfde uitziet als die verticale resolutie
• Normen werden gesteld voor 4:3 beeld
• Kleur : U en V in QAM vormen de chromi
Spectrum van analoge video
• Indien men de lumi en de chromi bij elkaar
optelt, heeft men een composiet video
signaal. In de ontvanger kan men lumi en
chromi weer scheiden met filters die het juiste
frequentiedeel er uit filteren
• Indien men lumi en chromi over een apart
kanaal overbrengt : verbeterde composiet, of
ook Y/C video of S-video formaat genoemd.
Spectrum van analoge video
• Men kan natuurlijk ook de QAM nog
achterwege laten : component video
– Ofwel Y, U en V over een apart kanaal
– Ofwel R, G en B over een apart kanaal
Spectrum van analoge video
• Kwaliteit : elke extra bewerking kost bij
analoge signalen een beetje kwaliteit
• Dus :
– Beste is component video RGB of YUV
– Y/C video scoort wat lager : de QAM om van U en
V één chromi te maken, kost wat kwaliteit
– Composiet is het minst goede : de optelling maakt
filters noodzakelijk om de Y en de C weer te
scheiden in de ontvanger en filters doen af aan de
kwaliteit
Spectrum van analoge video
• Met de eerder geformuleerde normen :
bandbreedte van 5 MHz voor de lumi
• bandbreedte van 1,3 MHz voor de chromi
• Dit waren de normen bij de vroegere analoge
televisieuitzendingen
• Hierop heeft men zich gebaseerd om nadien
digitale standaarden te ontwikkelen voor SD-
video en TV
Spectrum van analoge video
Spectrum van analoge composiet
video zoals bij vroegere analoge
uitzendingen
Opbouw van het analoge videosignaal
• Helderheidsmodulatie : Beeldmodulatie
• Onderdrukking
• Synchronisatie
• >>> het BOS-signaal
06 elementaire opbouw van een videosignaal
Originele gang van zaken TV :
Helderheidsmodulatie
(beeldmodulatie)
- Ofwel positieve beeldmodulatie :
- zwart = laagste spanning
- wit = hoogste spanning
- Ofwel negatieve beeldmodulatie :
- wit = laagste spanning
- zwart = hoogste spanning
Helderheidsmodulatie
(beeldmodulatie)
Kiezen voor een standaard spanning voor het
videosignaal : in principe 0V < ….. < 1V
Voor het beeldmodulatiegedeelte gebruiken
we ca 75% van die spanningsruimte ; de
overige 25% van de mogelijke spanningszwaai
dient voor besturingspulsen die in het systeem
nodig zijn
Helderheidsmodulatie
Onderdrukking
• Aan het einde van elke lijn, moest bij de
beeldbuis de elektronenstraal ‚terugspringen‘
(terugslag) naar het begin van de volgende lijn
• Aan het einde van elk raster, moest bij de
beeldbuis de elektronenstraal ‚terugspringen‘
naar het begin van het volgende raster
• Die terugslag moest onzichtbaar blijven :
gedurende de terugslag ‚zwart‘ schrijven
• Voor die onderdrukking werden tijden voorzien in
de normen : terugslagtijd
In de terugslag onzichtbare delen
Synchronisatie
• Voor elke beeldlijn een lijnpuls zetten die het
begin van de lijn aangeeft voor de ontvanger
• Voor het begin van elk raster (field) een
afgesproken reeks pulsen zetten
(„rasterpulsentrein“) die het begin van een
lijn aangeeft.
Onderdrukkings en
synchronisatiepulsen
• Deze pulsen worden op een spanning gelegd
die nog ‚zwarter dan zwart‘ voorstelt.
• Daardoor ontstaat de ‚25% spanningsruimte‘
die we voor besturingspulsen wilden
vrijhouden
• De beeldmodulatie zelf blijft dan tussen wit en
zwart in die overige 75% van de
spanningszwaai zitten
Beeldmodulatie : negatieve
helderheidsmodulatie
signaalspanningen
• Bij componentvideo : alle signalen liggen binnen
de aangegeven signaalgrenzen 0-0,7V
• Bij verbeterde component : idem
• Bij composiet leidt de optelling van Y en C tot een
oversturing (signalen van de som treden buiten
de grenzen 0V – 0,7V >> moet met
reductiefactoren vermenigvuldigd worden om
goed te werken.
• Gevolg : in composietvideo liefst geen 100%
gesatureerde kleuren gebruiken.
KBOS : composiet door optelling Y en C
Principe van de ¾±²Ô³Ù±ð°ù±ô¾±²Ô¾±Ã«°ù¾±²Ô²µ
(interleaeving)
• Doel : de indruk van vloeiende beweging
verbeteren zonder meer beelden/s nodig te
hebben (en dus zonder een grotere bandbreedte
te moeten hebben)
• 25 beelden/ is te weinig voor vloeiende beweging
• Elk beeld 2 keer laten zien (zoals in de film) zou
de bandbreedte verdubbelen
• Daarom : elk beeld wel twee keer tonen, maar
de ene keer de oneven, daarna de even
beeldlijnen
Principe van de ¾±²Ô³Ù±ð°ù±ô¾±²Ô¾±Ã«°ù¾±²Ô²µ
(interleaving)
¾±²Ô³Ù±ð°ù±ô¾±²Ô¾±Ã«°ù¾±²Ô²µ
Analoog : composiet
Composite video : GELE cinchconnector
De bijbehorende audio : 2 x cinch-connector voor stereo (bv
rood en wit of zwart en wit...) ofwel 5 0f 6
cinchconnectoren voor 5.1 systeem
Analoog : verbeterde composiet
Video : S-video connector (2 pinnen voor luminantie-
en 2 voor chrominantiesignaal
Audio : 2 (stereo) of 5 of 6 connectoren (5.1 systeem)
Analoog : component
Video : 3 cinchconnectoren (R, G en B) die ofwel een RGB
signaal voeren, ofwel een Y Cb Cr signaal
Audio : 2 (stereo), 5 of 6 cinchconnectoren (5.1 systeem)
Professioneel :
Video : BNC connectoren ipv cinch
Audio : heel vaak geen cinch maar XLR of
Jack
Jack :
• Bestaat in twee-pin (mono) of drie-pin (stereo
of gebalanceerd)
• Bestaat in verschillende diktes : meest
gebruikelijk 6,4 mm en 3,5 mm (computer,
hoofdtelefoon)
SCART :
21 pins-connector : bevat zowel audio- als
videoinputs EN outputs + datalijn
Vrijwel nooit alle pinnen ook effectief aangesloten!
Digitaal :
Digitale video- en audiosignalen
over één kabel in embedded
formaat
Digitaal professioneel :
Steeds een BNC connector,
signaalformaat een normsignaal in
SDI
Interfacing met de computer :
• Externe interfaces die de standaard audio en
video connectoren hebben
• Aansluiting van die toestelletjes op de
computer via USB of firewire (IEEE1398)
• Eventueel insteekkaarten in desktop Mac of
PC
Speciaal geval : VGA aansluiting
• Tussen beeldmonitor of projector (beamer) en
computer/laptop
• Is een analoge aansluiting
• Verschillende versies
– R G B en de sync-signalen mee op de G lijn
– R G B en een aparte sync lijn
– R G B Hsync en Vsync lijnen (R,G,B,W,Z)

More Related Content

06 elementaire opbouw van een videosignaal

  • 1. Elementaire opbouw van een videosignaal
  • 14. Kleurenruimtes • Primaire kleurenruimte : de drie aditieve hoofdkleuren : RGB • Belangrijk : alle drie die componenten moet even nauwkeurig gekend zijn • Indien één van de drie minder nauwkeurig gekend is : algehele beeldkwaliteit slechter
  • 15. Kleurenruimtes • We zagen echter : Y = 0,30 R + 0,59 G + 0,11 B • Y is daarbij de luminantie (lumi-signaal) • We kunnen dus R, G en B in elke pixel meten bij de opname en overbrengen als signaal (dit heet ‚werken in de RGB kleurenruimte‘ • Dan kunnen we steeds uit die drie componenten Y berekenen
  • 17. Kleurenruimte • Omgekeerd kunnen we ook Y overbrengen en twee van de drie kleuren. Met de vergelijking berekenen we dan de derde kleur hieruit. • Y = 0,30 R + 0,59 G + 0,11 B • We kiezen bv om Y, R en B via een signaal over te brengen • Dan is G hieruit te berekenen als G = (1/0,59).(Y - 0,30 R – 0,11 B)
  • 18. Kleurenruimte • De drie grootheden Y, R en B vormen dus ook een kleurenruimte. • Voordeel : Grassman > oog is gevoelig voor Y en minder gevoelig voor de kleurwaarneming > we moeten alleen de Y heel nauwkeurig beschrijven en beide kleursignalen mogen wat ‚eenvoudiger‘ beschreven worden • Nadeel : men kan in Y, R, B minder kleuren vormen dan in R, G, B
  • 20. Kleurenruimte • In de praktijk wordt er voor de vorming van videosignalen meer gewerkt met de kleurverschilsignalen dan met de kleursignalen zelf (technisch interessanter) • Kleurverschilsignalen : – Men noemt B – Y = U – En R – Y = V
  • 21. Kleurenruimte • Bij digitale videosignalen gebruikt men meer de notatie Cb en Cr i.p.v. U en V : – Cb = B – Y – Cr = R – Y • Zijn de signalen met een gradatiecorrectie voorzien, dan is de notatie Pb en Pr ook gebruikelijk.
  • 25. Kleurenruimte • Zo ontstaat de kleurenruimte Y,U,V of Y,Cb,Cr • In de figuur is te zien dat die kleurenruimte kleiner is dan de kleurenruimte RGB, zodat later, bij een digitale beschrijving, met een gelijk aantal bits/woord minder kleuren kunnen beschreven worden
  • 26. Indien men wil, kunnen U en V (of Cb en Cr) samengevoegd worden tot 1 enkel chrominantiesignaal (chromi) • Die chromi ontstaat door een kleurendraaggolf te kiezen : 4,43 MHz • Daarop worden dan U en V gemoduleerd in een QAM (quadratuur amplitude modulatie)
  • 27. QAM • U wordt op die kleurendraaggolf (KDG) in AM gemoduleerd • V wordt in AM gemoduleerd op diezelfde KDG, nadat die KDG eerst 90° in fase werd gedraaid
  • 28. QAM
  • 29. QAM
  • 32. Kann men U en V herwinnen uit het QAM-chrominantiesignaal K (of C)?
  • 33. Herwinnen U en V • Dus : om de 90° samplen • D.w.z. : 4 keer per periode van de KDG een sample nemen • Dus wordt de chromi gesampled op 4,43 MHz/4 >>> ongeveer 1,11 miljoen samples/seconde • Hiervan zijn er de helft van U en de helft van V
  • 36. Spectrum van analoge video • Standaard definitie • 625 lijnen, waarvan 575 lijnen zichtbaar zijn, dus verticale resolutie is 575 pixels • Men realiseert een horizontale resolutie die er hetzelfde uitziet als die verticale resolutie • Normen werden gesteld voor 4:3 beeld • Kleur : U en V in QAM vormen de chromi
  • 37. Spectrum van analoge video • Indien men de lumi en de chromi bij elkaar optelt, heeft men een composiet video signaal. In de ontvanger kan men lumi en chromi weer scheiden met filters die het juiste frequentiedeel er uit filteren • Indien men lumi en chromi over een apart kanaal overbrengt : verbeterde composiet, of ook Y/C video of S-video formaat genoemd.
  • 38. Spectrum van analoge video • Men kan natuurlijk ook de QAM nog achterwege laten : component video – Ofwel Y, U en V over een apart kanaal – Ofwel R, G en B over een apart kanaal
  • 39. Spectrum van analoge video • Kwaliteit : elke extra bewerking kost bij analoge signalen een beetje kwaliteit • Dus : – Beste is component video RGB of YUV – Y/C video scoort wat lager : de QAM om van U en V één chromi te maken, kost wat kwaliteit – Composiet is het minst goede : de optelling maakt filters noodzakelijk om de Y en de C weer te scheiden in de ontvanger en filters doen af aan de kwaliteit
  • 40. Spectrum van analoge video • Met de eerder geformuleerde normen : bandbreedte van 5 MHz voor de lumi • bandbreedte van 1,3 MHz voor de chromi • Dit waren de normen bij de vroegere analoge televisieuitzendingen • Hierop heeft men zich gebaseerd om nadien digitale standaarden te ontwikkelen voor SD- video en TV
  • 42. Spectrum van analoge composiet video zoals bij vroegere analoge uitzendingen
  • 43. Opbouw van het analoge videosignaal • Helderheidsmodulatie : Beeldmodulatie • Onderdrukking • Synchronisatie • >>> het BOS-signaal
  • 45. Originele gang van zaken TV :
  • 46. Helderheidsmodulatie (beeldmodulatie) - Ofwel positieve beeldmodulatie : - zwart = laagste spanning - wit = hoogste spanning - Ofwel negatieve beeldmodulatie : - wit = laagste spanning - zwart = hoogste spanning
  • 47. Helderheidsmodulatie (beeldmodulatie) Kiezen voor een standaard spanning voor het videosignaal : in principe 0V < ….. < 1V Voor het beeldmodulatiegedeelte gebruiken we ca 75% van die spanningsruimte ; de overige 25% van de mogelijke spanningszwaai dient voor besturingspulsen die in het systeem nodig zijn
  • 49. Onderdrukking • Aan het einde van elke lijn, moest bij de beeldbuis de elektronenstraal ‚terugspringen‘ (terugslag) naar het begin van de volgende lijn • Aan het einde van elk raster, moest bij de beeldbuis de elektronenstraal ‚terugspringen‘ naar het begin van het volgende raster • Die terugslag moest onzichtbaar blijven : gedurende de terugslag ‚zwart‘ schrijven • Voor die onderdrukking werden tijden voorzien in de normen : terugslagtijd
  • 50. In de terugslag onzichtbare delen
  • 51. Synchronisatie • Voor elke beeldlijn een lijnpuls zetten die het begin van de lijn aangeeft voor de ontvanger • Voor het begin van elk raster (field) een afgesproken reeks pulsen zetten („rasterpulsentrein“) die het begin van een lijn aangeeft.
  • 52. Onderdrukkings en synchronisatiepulsen • Deze pulsen worden op een spanning gelegd die nog ‚zwarter dan zwart‘ voorstelt. • Daardoor ontstaat de ‚25% spanningsruimte‘ die we voor besturingspulsen wilden vrijhouden • De beeldmodulatie zelf blijft dan tussen wit en zwart in die overige 75% van de spanningszwaai zitten
  • 54. signaalspanningen • Bij componentvideo : alle signalen liggen binnen de aangegeven signaalgrenzen 0-0,7V • Bij verbeterde component : idem • Bij composiet leidt de optelling van Y en C tot een oversturing (signalen van de som treden buiten de grenzen 0V – 0,7V >> moet met reductiefactoren vermenigvuldigd worden om goed te werken. • Gevolg : in composietvideo liefst geen 100% gesatureerde kleuren gebruiken.
  • 55. KBOS : composiet door optelling Y en C
  • 56. Principe van de ¾±²Ô³Ù±ð°ù±ô¾±²Ô¾±Ã«°ù¾±²Ô²µ (interleaeving) • Doel : de indruk van vloeiende beweging verbeteren zonder meer beelden/s nodig te hebben (en dus zonder een grotere bandbreedte te moeten hebben) • 25 beelden/ is te weinig voor vloeiende beweging • Elk beeld 2 keer laten zien (zoals in de film) zou de bandbreedte verdubbelen • Daarom : elk beeld wel twee keer tonen, maar de ene keer de oneven, daarna de even beeldlijnen
  • 57. Principe van de ¾±²Ô³Ù±ð°ù±ô¾±²Ô¾±Ã«°ù¾±²Ô²µ (interleaving)
  • 59. Analoog : composiet Composite video : GELE cinchconnector De bijbehorende audio : 2 x cinch-connector voor stereo (bv rood en wit of zwart en wit...) ofwel 5 0f 6 cinchconnectoren voor 5.1 systeem
  • 60. Analoog : verbeterde composiet Video : S-video connector (2 pinnen voor luminantie- en 2 voor chrominantiesignaal Audio : 2 (stereo) of 5 of 6 connectoren (5.1 systeem)
  • 61. Analoog : component Video : 3 cinchconnectoren (R, G en B) die ofwel een RGB signaal voeren, ofwel een Y Cb Cr signaal Audio : 2 (stereo), 5 of 6 cinchconnectoren (5.1 systeem)
  • 62. Professioneel : Video : BNC connectoren ipv cinch Audio : heel vaak geen cinch maar XLR of Jack
  • 63. Jack : • Bestaat in twee-pin (mono) of drie-pin (stereo of gebalanceerd) • Bestaat in verschillende diktes : meest gebruikelijk 6,4 mm en 3,5 mm (computer, hoofdtelefoon)
  • 64. SCART : 21 pins-connector : bevat zowel audio- als videoinputs EN outputs + datalijn Vrijwel nooit alle pinnen ook effectief aangesloten!
  • 65. Digitaal : Digitale video- en audiosignalen over één kabel in embedded formaat
  • 66. Digitaal professioneel : Steeds een BNC connector, signaalformaat een normsignaal in SDI
  • 67. Interfacing met de computer : • Externe interfaces die de standaard audio en video connectoren hebben • Aansluiting van die toestelletjes op de computer via USB of firewire (IEEE1398) • Eventueel insteekkaarten in desktop Mac of PC
  • 68. Speciaal geval : VGA aansluiting • Tussen beeldmonitor of projector (beamer) en computer/laptop • Is een analoge aansluiting • Verschillende versies – R G B en de sync-signalen mee op de G lijn – R G B en een aparte sync lijn – R G B Hsync en Vsync lijnen (R,G,B,W,Z)