1. - Aan De Kust
De zoute zee slaakt een diepe zilte
zucht Hier aan de kust, de Zeeuwse kust
Boven het vlakke land trilt stil de Waar de zomer onbewust
warme lucht Met een rotgang wordt genoten
He! iemand slaat soms onverwacht En waar wild en onverdroten
maar zeker Iedereen zijn gang kan gaan
op de vlucht Tot men zat is en voldaan
Alarmfase Twee is hier nauwelijks nog
berucht Hier aan de kust, de Zeeuwse kust
Maar men weet het niet Waar de liefde van de lust
En zwijgt van wat men hoort en ziet Steeds maar weer zal gaan verliezen
Omdat ze nooit kan kiezen
Hier aan de kust, de Zeeuwse kust Tussen goed en niet zo kwaad
Waar de mensen onbewust Maar dat is zoals het gaat
Zin in mosselfeesten krijgen
En van eten slechts nog zwijgen Hier aan de kust
Als ze zat zijn en voldaan
Dan weer rustig slapen gaan
Hier aan de kust, de Zeeuwse kust
Waar eenieder onbewust
In het Duits wordt aangesproken
Waar de ketting is gebroken
En alle schepen zijn verbrand
Maar er is niets aan de hand
Vlissingen ademt zwaar
En moedeloos vannacht
De haven is verlaten,
want er is nog maar een vracht
En die moet in het donker buitengaats
worden gebracht
Gedenkt de goede tijden van
zuiverheid
en kracht
Maar men weet het niet
En zwijgt van wat men hoort en ziet