Per 1 januari 2015 wijzigen de EPC eisen voor nieuwbouw woningen en utiliteitsgebouwen in Nederland. De wijziging is een flinke aanscherping. Bijgaand een memo over de wijzigingen en consequenties voor utiliteitsgebouwen.
1 of 3
Download to read offline
More Related Content
Memo over de aanscherping EPC in utiliteitsgebouwen per 01012015
1. 15-12-2014 1
Inleiding
Vanaf 1 januari 2015 zijn de energie-eisen voor nieuwbouwgebouwen aangescherpt. In diverse nieuwsbe-
richten wordt melding gemaakt van de aanstaande aanscherping van deze wettelijke energie eis (EPC)
voor nieuwbouwwoningen en de eerste moeilijkheden worden al druk gecommuniceerd.
Voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen geldt ook een aanscherping en die is eigenlijk n坦g ingrijpender. Dit
heeft grote gevolgen, zowel technisch als financieel voor nieuwbouwprojecten waarvoor omgevingsver-
gunning na 1-1- 2015 is aangevraagd. Voor sommige renovaties zijn er ook gevolgen.
Deze wijziging is van toepassing:
Wanneer de omgevingsvergunning is aangevraagd na 1-1-2015 (op aanvragen die voor 1-1-2015
zijn ingediend blijven de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 van voor de wetswijziging van
toepassing);
Als basis voor het gebouwontwerp (programma van eisen);
Bij het vaststellen van bouwbudgetten: hogere eisen, hogere bouw- en investeringskosten
Wat wijzigt:
Hieronder staat het overzicht van de EPC waarden voor en na 1-1-2015:
Memo
Aan
Van
Datum
Betreft
AT Osborne
Hilco Witteveen, Frank Michielen
8 januari 2015
Actuele Energiewetgeving Gebouwen per 1-1-2015
2. 08-01-2015 2
Het uiteindelijke doel van aanscherping van de EPC eis is dat het energiegebruik van de gebouwde omge-
ving (thans ongeveer 40% van het totale energieverbruik in NL) omlaag moet en nieuwbouw in 2020 ener-
gieneutraal wordt. De eisen volgen op de afspraken uit het Lenteakkoord.
Mogelijke maatregelen
Ook met de regelgeving van voor 1-1-2015 zijn al aanzienlijke maatregelen nodig om de vereiste EPC te
behalen. Met deze aanscherping zijn hier bovenop nog meer energiebesparende voorzieningen nodig. De-
ze zijn per project verschillend, maar het zijn wel maatregelen die vanaf aanvang van de definitie- en ont-
werpfase extra aandacht vragen. Voorbeelden waaraan men moet denken zijn:
Warmte- en koudeopslag;
Zonnepanelen;
Drievoudig glas in de gevel;
Dynamische ventilatie.
In de praktijk zal na 1 januari 2015 moeten blijken in hoeverre er extra maatregelen in het ontwerp moe-
ten worden genomen. Naar verwachting zullen meerdere maatregelen nodig zijn !
Financi谷le gevolgen
Onderstaand staat een eerste financi谷le indicatie als gevolg van de maatregelen.
Voor gebouwen waarvan de omgevingsvergunning reeds verleend is voor 1-1-2015: geen gevol-
gen.
Renoveren zonder gevelrenovatie: geen directe gevolgen. Bij verkoop/verhuur dient een energie-
label vastgesteld te zijn.
Renoveren m辿t renovatie van de gevel (>25%) wordt wel duurder, indicatief 40 per m2
gevel.
Nieuwbouw wordt duurder bij gelijk blijven van de scope van een project, een eerste indicatie van
extra investeringskosten (NEN 2699, incl. btw):
- Kantoorgebouwen range 40 tot 60 per m2
bvo
- Zorggebouwen range 55 tot 105 per m2
bvo
- Onderwijsgebouwen range 50 tot 75 per m2
bvo
Per gebouw kunnen de kosten verschillen. Deze zijn afhankelijk van welke technische mogelijkhe-
den er toegepast kunnen worden en de schaalgrootte van de gebouwen.
De financi谷le consequenties kunnen interessante afwegingen opleveren bij huisvestingsprojecten die be-
staan uit een combinatie van nieuwbouw 辿n renovatie: huisvesting van functies in nieuwbouw wordt
steeds duurder vanwege de hogere EPC eisen. Terwijl huisvesting van diezelfde functies als onderdeel van
een renovatie niet duurder worden.
3. 08-01-2015 3
Actuele wettelijke eisen en de bepalingsmethode utiliteitsbouw per 1-1-2015
Nieuwe en te renoveren gebouwen dienen te voldoen aan het BouwBesluit 2012 inclusief de laatst gepu-
bliceerde toevoegingen, dit is een wettelijke eis. E辿n van deze toevoegingen is sinds 1 juli 2014 de NEN
7120: de bepalingsmethode Energie Prestatie Gebouwen. Ook deze is voor nieuwe 辿n bestaande gebou-
wen. Met deze bepalingsmethode wordt de energieprestatie van een gebouw berekend. In het geval van
nieuwbouw is dit de EPC (Energie Prestatie Co谷ffici谷nt), zie de tabel hierboven.
De presentatiewijze van de berekende energieprestatie is in de vorm van een energielabel. Het energiela-
bel heeft een schaal van label G t/m A++++
. Hierin is label A++++
energiezuinig, label G is onzuinig. De EPC ei-
sen van nieuwe gebouwen bevinden zich op deze energielabelschaal. Nieuwbouw utiliteitsgebouwen
hebben minimaal een energielabel A++
.
Hieronder de wettelijke eisen en bepalingsmethoden:
Utiliteitsbouw nieuwbouw
Wettelijke eis: tenminste voldoen aan de EPC-eis (tenminste energielabel A++
).
Bepalingsmethode: de detailmethode . Het werkgebied van deze methode is van energielabel B
t/m A++++.
Utiliteitsbouw renovatie
Wettelijke eis: er moet een energielabel vastgesteld zijn bij verkoop/verhuur van het gebouw.
Door vastgoedorganisaties kunnen vanuit beleid aanvullende eisen gesteld worden. Bijvoorbeeld
het RijksVastgoedBedrijf: minimaal energielabel C of twee energielabels stijging bij renovatie.
Extra eis: wanneer 25% van de gevel bij renovatie uitgewisseld wordt, dient de gehele gevel van
de renovatie aan de isolatie eisen van een nieuwbouwgevel te voldoen.
Bepalingsmethode: de basismethode. Het werkgebied van deze methode is van energielabel A
t/m G. Facultatief kan gekozen worden voor de detail methode. Bijvoorbeeld bij een ingrijpende
renovatie met veel energetische maatregelen.
Meer info:
Staatsblad 342, 8 september 2014;
Staatscourant nr. 3661, 31 januari 2014;
Aanscherpingsstudie EPC woningbouw en utiliteitsbouw 2015, Eindrapport, Rijksdienst voor on-
dernemend Nederland, 20 december 2013.
www.vabi.nl
www.isso.nl
www.bouwbesluitinfo.nl