ݺߣ

ݺߣShare a Scribd company logo
NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN
ADVIES
Van : adviescommissie pensioenrecht
Datum : 7 september 2017
Betreft : Amvb waardeoverdracht klein pensioen; bijbetalingsplicht werkgever
1.1
INLEIDING
Op 21 december 2016 heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SoZaWe), mevrouw J. Klijnsma, een internetconsultatie geïnitieerd met betrekking tot een
voorontwerp voor zowel een wetsvoorstel als een Amvb met betrekking tot
waardeoverdracht klein pensioen. Op 3 augustus 2017 is wederom een ontwerpbesluit
voor de Amvb ter consultatie voorgelegd, op 30 augustus 2017 gevolgd door het
wetsvoorstel 'Wet Waardeoverdracht klein pensioen'. Dit wetsvoorstel ligt nu bij de Tweede
Kamer en de bedoeling is dat deze wet (en de Amvb) op 1 januari 2018 in werking treden.
Gezien de samenhang van wetsvoorstel en Amvb, heeft de adviescommissie mede ook
gekeken naar het wetsvoorstel.
1.2 De adviescommissie mist in de voorstellen een oplossing voor dan wel verbod op de
bijbetalingsplicht van de werkgever. Deze bijbetalingsplicht ingeval van waardeoverdracht
is al jarenlang punt van zorg en discussie, zoals ook onderkend door de (demissionaire)
Staatssecretaris. Toegezegd is om deze problematiek op te lossen. De in wetsvoorstel en
Amvb gekozen opzet vergroot echter de bestaande problemen, doordat de
bijbetalingsverplichting wordt opgerekt naar situaties waarin niet de deelnemer maar de
pensioenuitvoerder gebruik maakt van zijn wettelijke recht op waardeoverdracht van kleine
pensioenen.
ADVIES
2.1 Onder verwijzing naar en in aanvulling op haar eerdere adviezen van 3 november 2014 en
20 januari 201 7 adviseert de adviescommissie om de bijstortingsverplichting voor
werkgevers (mede in verband met de bestaande onduidelijkheid rondom het begrip 'de
waarde van het gefinancierde deel van de aanspraken' in artikel 26 van het Besluit
uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling) te schrappen.
2.2 De bijbetalingsproblematiek is een gevolg van het feit dat pensioenuitvoerders vrij zijn in
de waardering van hun pensioenverplichtingen en daarbij de tarieven kunnen hanteren die
zij wensen, zij het uiteraard binnen de wettelijk gestelde bandbreedten. Aangezien bij
waardeoverdracht deze verplichtingen op basis van de vastgestelde rekenregels
gewaardeerd moeten worden (op marktwaarde), kan deze marktwaarde afwijken van de
contractwaarde.
2.3 Waar de pensioenuitvoerders zelf hun eigen voorwaarden en tarieven hanteren, ligt het
voor de hand dat ingeval van eventuele tekorten bij een waardeoverdracht de
pensioenuitvoerders ook zelf er voor zorgdragen dat de nominale pensioenaanspraken van
de betrokken deelnemers gegarandeerd blijven. Dit geldt temeer daar waar het de
pensioenuitvoerder is die besluit tot het al dan niet gebruik maken van zijn wettelijke recht
op waardeoverdracht van kleine pensioenen en waarbij de deelnemer - laat staan de ex-
werkgever - geen enkele inspraak heeft.
Pagina 2 van 3
NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN
REEM
MEI>
2.4 Pensioenfondsen nemen in de praktijk deze verantwoordelijkheid al op zich, ook al is een
wettelijke gehoudenheid daartoe niet zonder meer af te leiden uit het huidige artikel 26 van
het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. De
adviescommissie adviseert om deze bij pensioenfondsen bestaande praktijk dwingend
voor te schrijven, en dan voor alle pensioenuitvoerders, inclusief verzekeraars. Het
hanteren van verschillende waarderingen door de pensioenuitvoerders zal kunnen blijven
voortbestaan, maar als die leiden tot een tekort zullen de pensioenuitvoerders dat
onderling moeten oplossen.
2.5 Afschaffing van de bijbetalingsverplichting, die met name voor kleine werkgevers grote
financiële impact kan hebben, is door het onderhavige wetsvoorstel urgenter geworden,
omdat het de omvang van het probleem vergroot. Het behouden van het pensioenkarakter
van (ook) kleine pensioenaanspraken is een goede zaak, maar de adviescommissie is van
mening dat de eventueel daarmee gepaard gaande kosten door de betrokken
pensioenuitvoerders zelf gedragen moeten worden.
2.6 De huidige bijbetalingsverplichting voor werkgevers heeft geen toereikende rechtsgrond.
De werkgever heeft immers in het verleden al betaald voor de financiering van de
pensioenaanspraak op basis van een kostendekkende premie. Niet valt in te zien waarom
hij dan bij een latere waardeoverdracht (zeker wanneer die op initiatief van de
pensioenuitvoerder plaatsvindt) zou moeten bijbetalen. Voor zover de
bijbetalingsverplichting niet vervalt, dient in ieder geval geregeld te worden dat de
werkgever een beroep kan doen op artikel 72 van de Pensioenwet en de artikelen 19a en
15.000 of meer dan 10% van de overdrachtswaarde.
Pagina 3 van 3

More Related Content

Advies pensioenwet

  • 1. NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN ADVIES Van : adviescommissie pensioenrecht Datum : 7 september 2017 Betreft : Amvb waardeoverdracht klein pensioen; bijbetalingsplicht werkgever 1.1 INLEIDING Op 21 december 2016 heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe), mevrouw J. Klijnsma, een internetconsultatie geïnitieerd met betrekking tot een voorontwerp voor zowel een wetsvoorstel als een Amvb met betrekking tot waardeoverdracht klein pensioen. Op 3 augustus 2017 is wederom een ontwerpbesluit voor de Amvb ter consultatie voorgelegd, op 30 augustus 2017 gevolgd door het wetsvoorstel 'Wet Waardeoverdracht klein pensioen'. Dit wetsvoorstel ligt nu bij de Tweede Kamer en de bedoeling is dat deze wet (en de Amvb) op 1 januari 2018 in werking treden. Gezien de samenhang van wetsvoorstel en Amvb, heeft de adviescommissie mede ook gekeken naar het wetsvoorstel. 1.2 De adviescommissie mist in de voorstellen een oplossing voor dan wel verbod op de bijbetalingsplicht van de werkgever. Deze bijbetalingsplicht ingeval van waardeoverdracht is al jarenlang punt van zorg en discussie, zoals ook onderkend door de (demissionaire) Staatssecretaris. Toegezegd is om deze problematiek op te lossen. De in wetsvoorstel en Amvb gekozen opzet vergroot echter de bestaande problemen, doordat de bijbetalingsverplichting wordt opgerekt naar situaties waarin niet de deelnemer maar de pensioenuitvoerder gebruik maakt van zijn wettelijke recht op waardeoverdracht van kleine pensioenen. ADVIES 2.1 Onder verwijzing naar en in aanvulling op haar eerdere adviezen van 3 november 2014 en 20 januari 201 7 adviseert de adviescommissie om de bijstortingsverplichting voor werkgevers (mede in verband met de bestaande onduidelijkheid rondom het begrip 'de waarde van het gefinancierde deel van de aanspraken' in artikel 26 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling) te schrappen. 2.2 De bijbetalingsproblematiek is een gevolg van het feit dat pensioenuitvoerders vrij zijn in de waardering van hun pensioenverplichtingen en daarbij de tarieven kunnen hanteren die zij wensen, zij het uiteraard binnen de wettelijk gestelde bandbreedten. Aangezien bij waardeoverdracht deze verplichtingen op basis van de vastgestelde rekenregels gewaardeerd moeten worden (op marktwaarde), kan deze marktwaarde afwijken van de contractwaarde. 2.3 Waar de pensioenuitvoerders zelf hun eigen voorwaarden en tarieven hanteren, ligt het voor de hand dat ingeval van eventuele tekorten bij een waardeoverdracht de pensioenuitvoerders ook zelf er voor zorgdragen dat de nominale pensioenaanspraken van de betrokken deelnemers gegarandeerd blijven. Dit geldt temeer daar waar het de pensioenuitvoerder is die besluit tot het al dan niet gebruik maken van zijn wettelijke recht op waardeoverdracht van kleine pensioenen en waarbij de deelnemer - laat staan de ex- werkgever - geen enkele inspraak heeft. Pagina 2 van 3
  • 2. NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN REEM MEI> 2.4 Pensioenfondsen nemen in de praktijk deze verantwoordelijkheid al op zich, ook al is een wettelijke gehoudenheid daartoe niet zonder meer af te leiden uit het huidige artikel 26 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. De adviescommissie adviseert om deze bij pensioenfondsen bestaande praktijk dwingend voor te schrijven, en dan voor alle pensioenuitvoerders, inclusief verzekeraars. Het hanteren van verschillende waarderingen door de pensioenuitvoerders zal kunnen blijven voortbestaan, maar als die leiden tot een tekort zullen de pensioenuitvoerders dat onderling moeten oplossen. 2.5 Afschaffing van de bijbetalingsverplichting, die met name voor kleine werkgevers grote financiële impact kan hebben, is door het onderhavige wetsvoorstel urgenter geworden, omdat het de omvang van het probleem vergroot. Het behouden van het pensioenkarakter van (ook) kleine pensioenaanspraken is een goede zaak, maar de adviescommissie is van mening dat de eventueel daarmee gepaard gaande kosten door de betrokken pensioenuitvoerders zelf gedragen moeten worden. 2.6 De huidige bijbetalingsverplichting voor werkgevers heeft geen toereikende rechtsgrond. De werkgever heeft immers in het verleden al betaald voor de financiering van de pensioenaanspraak op basis van een kostendekkende premie. Niet valt in te zien waarom hij dan bij een latere waardeoverdracht (zeker wanneer die op initiatief van de pensioenuitvoerder plaatsvindt) zou moeten bijbetalen. Voor zover de bijbetalingsverplichting niet vervalt, dient in ieder geval geregeld te worden dat de werkgever een beroep kan doen op artikel 72 van de Pensioenwet en de artikelen 19a en 15.000 of meer dan 10% van de overdrachtswaarde. Pagina 3 van 3