Het Rijksvastgoedbedrijf heeft een methode ontwikkeld om met experts levensduur van technische installaties in gebouwen te voorspellen.
1 of 5
Downloaded 35 times
More Related Content
Levensduur van HVAC installaties
1. Kans of bedreiging voor installatiebedrijven?
Levensduur van HVAC
installaties
Levensduurgegevens in de gebouwde omgeving zijn zeer schaars. De
Rijksgebouwendienst (Rgd) heeft daarom, in samenwerking met Asset
Management Consultancy en de brancheorganisaties NVKL en VLA, een techniek
ontwikkeld deze op een onderbouwde manier te bepalen via expertmeningen
op basis van de NEN 2767. De resultaten van twee pilot projecten tonen aan dat
deze experts betrouwbare schattingen kunnen geven van het verloop van NEN-condities
in de tijd, inclusief de inherente spreiding (kansaspecten). Met deze kennis
kunnen onderhoudsbeslissingen in termen van ‘kosten-baten’ over de levenscyclus
worden onderbouwd. De Rgd heeft een softwarepakket laten ontwikkelen dat zij
ter beschikking stelt van brancheorganisaties om daarmee een eigen database op te
bouwen.
C.F.H. (Cyp) van Rijn, Asset Management Consultancy, R.G. (Ronald) Kollaard,
Rijksgebouwendienst Directie Beheer en C.M. (Coen) van de Sande,
projectmanager FME-NVKL
Gebouweigenaren leggen, via lange termijn
prestatiecontracten zoals PPS, Dbfmo of main
contracting, in toenemende mate het volledig
technische beheer neer bij contractors. Voor
laatstgenoemden is dit een belangrijke uitbrei-ding
van hun markt, maar, omdat zij nu ook
aansprakelijk zijn voor de technische conditie,
leidt dit ook tot aanzienlijke economische risi-co’s.
Waar vervangingsinvesteringen tot zeven
maal de kosten van (preventief, correctief)
onderhoud overstijgen, wordt het bereiken van
de technische levensduur van systeemonder-delen
een kritische contract parameter. Ook bij
het afsluiten van een contract zal een gebou-weigenaar
willen uitgaan van onderbouwde
levensduren, daarin gesteund door wettelijke
maatregelen als de op conformiteit uitge-werkte
EU-richtlijn in het Burgerlijk Wetboek.
In conflictsituaties zal de rechter uitgaan van
een ‘geaccepteerde’ levensduur.
Echter, geaccepteerde en onderbouwde
gegevens over levensduren ontbreken. De
Rijksgebouwendienst (Rgd) heeft daarom,
in samenwerking met Asset Management
Consultancy en de brancheorganisaties
NVKL en VLA, een techniek ontwikkeld om op
basis van de NEN 2767 via expertmeningen
dergelijke levensduren op een onderbouwde
manier te bepalen. Hierbij wordt uitgegaan van
een inherente spreiding (onzekerheid) in deze
waarden, die wordt veroorzaakt door de initiële
kwaliteit, het samenbouwen, de belasting en
het onderhoud van de onderdelen van een
luchtbehandelingsinstallatie. Het voordeel van
een dergelijke kansmatige levensduur bepaling
ligt in zowel de afschatting van de zakelijke
risico’s als in de acceptatie van dergelijke onze-kerheid
in conflictsituaties.
Op basis van twee geslaagde pilot projecten
(luchtbehandelingskast, koelmachine) heeft de
Rgd een softwarepakket laten ontwikkelen dat
zij ter beschikking stelt aan brancheorganisa-ties
om daarmee een branche-eigen database
op te bouwen. Voorwaarde is dat de resultaten
beschikbaar zijn voor andere partijen, zoals
opdrachtgevers, ontwerpers etc., om daarmee
onderbouwde vervangingsinvesteringen en
onderhoudsprogramma’s vast te stellen.
ACHTERGROND
De Rijksgebouwendienst beheert circa 2.000
objecten, variërend van 350 monumenten
tot gebouwen van verschillende aard zoals
paleizen, kantoren penitentiaire inrichtingen
18 TVVL Magazine | 03 | 2013 ONDERHOUD
3. -Figuur 3- Voorbeeld van een decompositie van een koelmachine
-Figuur 4- Invulformulier zoals gebruikt in het luchtbehandelingskast proefproject
-Figuur 5- Voorbeeld uit de luchtbehandelingskast studie
een kansverdeling voor de tijd tot falen, zoals
gestippeld is weergegeven, waaruit de gemid-delde
tijd tot falen (MTTF) en spreiding kan
worden berekend.
In deze aanpak hebben is ervoor gekozen de
afkeurniveaus te kiezen in lijn met de conditie-scores,
zoals gedefinieerd in NEN2767, waarbij
vervanging plaats kan vinden op conditie 4
of 5, afhankelijk van de eisen van de gebouw-beheerder.
Wanneer deze conditieniveaus
gedetailleerd worden beschreven voor de
onderdelen van een installatie, zal een leveran-
cier, inspecteur of onderhoudsmonteur deze
eenduidig kunnen herkennen.
In de twee proefprojecten (een ‘standaard’
10.000 m3/h luchtbehandelingskast, een 400
kW koelmachine met schroef- of scrollcom-pressoren)
werden 10 tot 12 experts getraind
in de achtergronden van een kansmatige
uitspraak over de tijd waarin een onderdeel
van een installatie van de nieuwe conditie 1 op
tijd nul vervalt tot een hogere conditiescore.
Daarna werd de installatie goed gedefinieerd
aan de hand van specificaties, beschrijving
van de locatie en het gevolgde onderhoud. De
onderdelen werden gekozen aan de hand van
een functionele decompositie, een voorbeeld
is gegeven in figuur 3.
De deelnemers werd gevraagd hun individuele
mening te geven over de tijdsperiode tussen
nieuwbouw en het bereiken van een van de vijf
conditiescores op drie verschillende manieren:
- de waarde waarbij de eerste 10% van een
specifiek onderdeel een gegeven conditie
behaalt; de ‘worst case’;
- de waarde waarbij de helft van dergelijke
onderdelen de gegeven conditie heeft
behaald; de ‘gemiddelde waarde’;
- de waarde waarbij 90% van de onderdelen
de gegeven conditie heeft behaald; de ‘best
case’.
Figuur 4 toont een invulformulier zoals
gebruikt in het luchtbehandelingskast proef-project.
Uit de verzamelde meningen werd
daarna per onderdeel de MTTF en de spreiding
berekend. Bij deze analyses bleek de nauw-keurigheid
en spreiding van de individuele
expertmeningen goed te vergelijken met de
gesimuleerde resultaten van eenzelfde aantal
realisaties van een bekende levensduurverde-ling.
20 TVVL Magazine | 03 | 2013 ONDERHOUD
4. Uit beide studies bleek dat ontwerpers duide-lijk
streven naar redelijk gelijke levensduren
van de verschillende systeemonderdelen. In
het geval van de luchtbehandelingskast vari-ëren
deze van 12 tot 14 jaar voor de overgang
naar de conditie NEN 4 (met uitzondering van
de nozzles: 6 jaar) en 17 tot 23 jaar voor condi-tie
5. Voor de koelmachine waren deze getallen
10 tot 15, respectievelijk 13 tot 20 jaar. In
enkele specifieke gevallen gaven leveranciers
een hogere waarde; hun producten tonen in de
praktijk een langere levensduur.
Opvallend was in beide studies het relatieve
korte tijdsverloop tussen het bereiken van de
NEN conditie 4 en 5. Figuur 5 toont een voor-beeld
uit de luchtbehandelingskast studie. De
laagste waarde is drie jaar, de hoogste negen;
het gemiddelde is zes jaar. Bij de koelmachine
waren deze waarden respectievelijk drie, vijf en
vier jaar. In dergelijke gevallen is het vijfjarige
inspectie-interval van de RgdBOEI® te lang
om het conditieverloop te borgen; dergelijke
inspecties kunnen beter worden uitgevoerd
in samenhang met het dagelijks of jaarlijks
onderhoud.
De experts schatten in beide projecten het
verloop van de conditie als redelijk lineair
in de tijd (10,50, 90% lijnen in figuur 6) ; in
tegenstelling tot de theoretische levens-duur
kromme (TLK) uit het Handboek
Onderhoudsinspecties. De TLK leidt tot een
zeer conservatieve schatting van het conditie-verloop;
een onderdeel dat vervangen wordt
op 2/3 van de TLK (in de recentste versie van de
NEN 2767 is het begrip ‘verval’ doorgetrokken
van 2/3 naar 87.5% van de TLK) wordt zeker
te vroeg vervangen. Daarnaast zagen we een
bijna 1 op 1 relatie tussen het conditieniveau en
de daarbij mogelijke waarden van intensiteit en
omvang; voor een gegeven NEN-score vulden
vrijwel alle experts dezelfde waarden in.
Met de nu bekende levensduren en hun
spreiding kan onderbouwde informatie
worden gegeven over het verwachte gedrag
van een installatie. In de praktijk worden de
gemiddelde jaarlijkse kosten vaak berekend
door de vervangingskosten te delen door de
levensduur. Bij het afsluiten van een project
zijn echter de kosten per jaar bepalend en
deze fluctueren sterk. Zo toont figuur 7 de
verwachte onderhoudskosten per jaar gedu-rende
een 40-jarige projectperiode, wanneer
elk onderdeel separaat wordt vervangen bij
het behalen van of conditie 4 of conditie 5. De
lange termijn gemiddelde jaarlijkse kosten zijn
respectievelijk 8.4 en 5.2 k€, maar de kosten
voor een, zeg achtjarig, contract zijn sterk
afhankelijk van de aanvangsdatum.
Een geplande integrale vervanging kan
kosteneffectief zijn indien de onderdelen een
redelijk gelijke levensduur hebben met weinig
-Figuur 6- Conditieverloop koelmachine
-Figuur 7- Jaarlijkse onderhoudskosten NEN4- versus NEN5-koelmachine
-Figuur 8- Een voorbeeld waarin een luchtbehandelingskast elke tien jaar planmatig wordt vervangen
TVVL Magazine | 03 | 2013 ONDERHOUD 21