Water is een belangrijk installatiecomponent (VV+ magazine oktober 2014)
In het VV+ magazine komen actualiteiten uit de installatiebranche op technisch, sociaal-economisch, bedrijfskundig, juridisch en commercieel gebied aan de orde. Spirotech heeft voor de oktoberuitgave van VV+ een artikel mogen leveren over het toenemend belang van een goede kwaliteit van het installatiewater.
Zonder juiste aandacht voor het installatiewater zal het rendement snel achter gaan lopen ten opzichte van het ontwerprendement. Daardoor valt niet alleen de energierekening hoger uit, maar komt ook het financi谷le rendement van de installatie onder druk te staan vanwege overmatige slijtage, onnodige storingen en vroegtijdige vervanging van kostbare componenten.
Bij een ge誰ntegreerde aanpak waarbij wordt gekeken naar de drukhuishouding, het continu verwijderen van lucht en vuil en de chemische samenstelling van het installatiewater kan het ontwerprendement ook op langere termijn worden gewaarborgd.
Lees het hele artikel VV+ magazine, oktober 2014:
1 of 6
Download to read offline
More Related Content
Water is een belangrijk installatiecomponent
1. WATER IS BELANGRIJK
INSTALLATIECOMPONENT
In warmtenetwerken, zoals stads- en blokverwarming, maar ook in grotere
utiliteitsinstallaties, is de toepassing van lagere temperaturen steeds vaker
het uitgangspunt voor energiezuinige systemen. De benodigde componen-ten
en materialen worden zorgvuldig geselecteerd en preventief onderhoud
wordt nauwgezet ingepland. Door de installatievloeistof ook als installa-tiecomponent
te beschouwen kan het ontwerprendement ook op langere
termijn worden gewaarborgd.
Tekst: Marcel Wullink, verkoopleider utiliteit, Spirotech.
Fotografi e: Industrie
De ontwikkeling van warmtenetten wordt gekenmerkt door steeds lagere temperaturen, steeds kleinere
doorlaten en een toenemend belang van kritische meet- en regeltechniek.
Afgezien van de ingenieuze systemen, zoals onder andere door de Romeinen en in het oude India werden
gebruikt, zijn de eerste warmtedistributiesystemen eind negentiende eeuw aangelegd. In onder andere
New York en Parijs werden fors uitgevoerde netwerken gebouwd, waarbij stoom als warmtedrager werd
toegepast. Halverwege de vorige eeuw werd vooral gebouwd op basis van druksystemen met water boven
100 属C. In de voormalige Sovjet Unie zijn nog talloze van dergelijke systemen operationeel. De derde gene-ratie
wordt gevormd door de hedendaags gangbare systemen waarbij water beneden 100 属C wordt gebruikt.
Op dit moment zien de eerste systemen van de vierde generatie het levenslicht. Deze worden geken-merkt
door lagere temperaturen, tot 50 属C, en het toepassen van decentrale opwekking en/of
duurzame, natuurlijke warmtebronnen.
Ontwerprendement
Bij het ontwerpen, installeren en opstarten van een nieuwe of gerenoveerde installatie wordt uitgegaan
van een te behalen rendement. Bij laagtemperatuursystemen is minimaliseren van het energiegebruik
een belangrijk uitgangspunt. Als met de juiste parameters wordt gewerkt zal dit ontwerprendement
in eerste instantie dan ook vaak relatief gemakkelijk worden behaald. Zonder juiste aandacht voor het
installatiewater zal het rendement echter snel achter gaan lopen ten opzichte van de gewenste situatie.
Daardoor valt niet alleen de energierekening hoger uit, maar komt ook het fi nanci谷le rendement van
de installatie onder druk te staan vanwege overmatige slijtage, onnodige storingen en vroegtijdige ver-vanging
van soms kostbare componenten.
Dit rendementsverval is te voorkomen door de verbindende factor tussen alle componenten, het water,
ook te beschouwen als installatiecomponent. Ook dat moet zorgvuldig worden samengesteld en goed
worden onderhouden. Belangrijke factoren voor de conditie van installatiewater zijn de drukhuis-houding,
de aanwezigheid van lucht en vuil, en de chemische samenstelling.
42 VV+ oktober 2014
duurzaamheid
ZONDER JUISTE AANDACHT VOOR HET INSTALLATIEWATER
GAAT HET RENDEMENT ECHTER SNEL ACHTERUIT GAAN
2. 1. Water is het verbindende installatiecomponent. 2. Expansiesysteem met ge誰ntegreerde ontgassing, zodat de instal-latie
VV+ oktober 2014 43
Vaak zijn verschillende partijen verantwoordelijk voor:
}硬盾{~~~硬≠鐙
ε|闘~‖檑z|~}≠鐙
z}}~~‘
Dit leidt in de praktijk regelmatig tot problemen vanwege
de verschillen in kennisniveau tussen de soms concur-rerende
bedrijven, uiteenlopende productkwaliteit en de
vaak gebrekkige kennis van de onderlinge verbanden tussen
de genoemde aspecten.
Drukhuishouding
Een goed expansiesysteem schept de nodige randvoor-waarden
voor een effi ci谷nt en betrouwbaar werkend
systeem en zorgt ervoor dat de vereiste minimumdruk in
het hele systeem wordt bereikt. Bij ontwerp, installatie en
onderhoud worden helaas regelmatig zelfs heel simpele
vuistregels en wetmatigheden over het hoofd gezien. Bij
een negatieve druk wordt lucht naar binnen gezogen via
automatische ontluchters, pakkingen en microlekkages.
Hoge druk kan ertoe leiden dat water uit de veiligheidsven-tielen
stroomt en water moet worden bijgevuld, waarvoor
vaak onbehandeld, niet ontgast leidingwater wordt
gebruikt. Voor beide situaties geldt dat de kwaliteit van de
systeemvloeistof ernstig wordt aangetast.
Lucht
Water bevat altijd lucht. De hoeveelheid opgeloste gassen
in water is afhankelijk van temperatuur en druk, zoals de
wet van Henry beschrijft: Gas zal oplossen in een vloeistof,
totdat er een evenwicht is tussen de parti谷le gasdruk in de
vloeistof en de parti谷le gasdruk van datzelfde gas buiten de
steeds met ontgast water wordt (bij)gevuld.
vloeistof. Daarnaast geldt dat in een vloeistof, onder invloed
van druk en temperatuur, een bepaalde maximale hoe-veelheid
gas kan oplossen.
Oftewel: C=k(T) x P
Waarbij:
C = hoeveelheid geabsorbeerd gas
K(T) = temperatuur-afhankelijke absorptieco谷ffi ci谷nt
P = parti谷le druk van het gas
In een conventionele verwarmingsinstallatie zal een grote
hoeveelheid opgeloste lucht vrijkomen bij het opwarmen
van het water in de ketel, door de hoge T. Met een goede
doorstroomafscheider kan deze vrijgekomen lucht effectief
worden verwijderd. Bij lagere temperaturen, en dus een
lagere T, zal een grotere hoeveelheid lucht opgelost
Warmtewet
De warmtewet, ingegaan op 1 januari 2014,
regelt onder andere de maximumprijs die een
warmteleverancier mag doorberekenen. Ook is
bepaald dat rendements- en transportverlie-zen
niet mogen worden doorberekend aan de
afnemers en dat bij storingen een fi nanci谷le
compensatie moet worden geboden. Een opti-maal
werkend systeem is dus van groot belang.
Het installatiewater speelt hierbij een doorslag-gevende
rol.
3. 200 100
190
180
170
160
150
140
130
120
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
blijven in het installatiewater. De beste oplossing voor het
verwijderen van lucht uit een laagtemperatuursysteem is
dan ook vacu端montgassing. Door steeds een gedeelte van
het installatiewater in onderdruk te brengen zullen grote
hoeveelheden opgeloste lucht worden vrijgemaakt en ver-wijderd.
Behalve dat lucht leidt tot corrosievorming en bacte-riegroei,
zorgt het ook voor een ongewenste verhoging van
het energiegebruik. Op plaatsen waar lucht zich ophoopt,
bijvoorbeeld in radiatoren of vloerverwarmingscircuits,
neemt het verwarmd oppervlak af. Om toch de gewenste
warmteoverdracht te realiseren zal de watertemperatuur
hoger moeten zijn. Het is duidelijk dat dit, zeker bij een
44 VV+ oktober 2014
duurzaamheid
laagtemperatuursysteem, ook weer een factor is die het
gewenste ontwerprendement teniet doet.
Onderzoek door onder andere tno en bsria (UK) heeft uit-gewezen
dat luchtophopingen in radiatoren een negatieve
invloed hebben op het rendement. Zo leidt 5 cm lucht in
een gemiddelde radiator tot 75 procent reductie van de
warmteafgifte. Dit zal moeten worden gecompenseerd
door een hogere watertemperatuur, waardoor de verwar-mingsbron
tot 10 procent effi ci谷ntie kan verliezen.
Vuil
Het wordt vaak als onvermijdelijk gezien dat installatiewater
na een tijdje donker en smerig wordt, maar niets is minder
3. Met een infraroodcamera is de afgenomen warmteafgifte van
een radiator duidelijk waar te nemen.
4. Kalkafzetting in een leiding.
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
0
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0,4 0,8 1,6 3,2 4,8 6,4 9,6 12,7 16 19
kalkafzetting [mm]
toename energiekosten [%]
Grafi ek 1. Water van 20 属C bevat bij een druk van 4 bar 91 liter
lucht. Bij een drukverlaging naar 0,75 barg komt per m3 87 liter
lucht vrij. Uit dezelfde tabel is op te maken dat bij een tempera-tuurverhoging
van het water naar 50 属C maximaal 30 liter lucht uit
oplossing komt.
Grafi ek 2. Het verband tussen kalkafzetting en de toename van
energiekosten.
4. VV+ oktober 2014 45
zz稿~z~高≠~洞}}瞳透zεzz}~~}鐙~
is vervuild. Het vuil bestaat grotendeels uit corrosiedeeltjes
en afgebrokkelde kalkafzettingen die door de installatie
worden gepompt en zich verzamelen in kritische compo-nenten.
Ten onrechte wordt gedacht dat ketelsteen alleen een
probleem is in installaties waar met hogere temperaturen
wordt gewerkt. In laagtemperatuursystemen zal een pH-waarde
8,3 echter ook voor kalkafzettingen zorgen. Ketel-steen
belemmert de goede werking van een installatie. Het
zet zich af op leidingwanden en is uitermate schadelijk voor
warmtewisselaars. Kalkafzetting vermindert de thermische
geleidbaarheid van de wand. Hierdoor ontstaan door over-verhitting
spanningen in het metaal, waardoor breuken of
scheurtjes kunnen ontstaan.
Door uitzetting van het metaal kunnen brokstukken ketel-steen
afbreken en deeltjes vormen. Deze harde deeltjes
blijven circuleren, wat erosie van zachte metalen tot gevolg
heeft. Een gedeelte van de deeltjes zal samenkomen en
bezinken op plaatsen met verlaagde doorstroming, wat
tot verstoppingen leidt. Onder de kalkafzettingen kunnen
holten ontstaan, waar micro-organismen zich in afwe-zigheid
van zuurstof kunnen ontwikkelen en plaatselijke
corrosie kunnen veroorzaken.
Door kalkafzettingen daalt ook de alkaliteit, waardoor het
water niet meer in staat is om eventuele verschuivingen van
de pH-waarde op te vangen die ontstaan door chemische
en biologische processen. In systemen waaraan continu
hard water wordt toegevoegd is ketelsteenvorming een
signifi cant probleem. Als stelregel kan worden aange-houden
dat 1 mm kalkafzetting (ketelsteen) al snel leidt tot
10 procent hogere energiekosten.
Corrosie
Dat de aanwezigheid van lucht (zuurstof) in installatiewater
leidt tot corrosie is een bekend gegeven. Wellicht minder
bekend is dat ook andere factoren, zoals onder andere pH-waarde
en geleidbaarheid, invloed hebben op de mate van
corrosievorming. Aluminium en roestvaststaal zijn twee
materialen die veelvuldig worden toegepast in laagtempe-ratuursystemen
in warmtewisselaars en verwarmingsele-menten.
In tegenstelling tot ijzer vormen aluminium en alumini-umlegeringen
een goed hechtende en dichte oxidelaag
in contact met water. In principe beschermt deze laag
het onderliggende metaal tegen verdere oxidatie. In de
praktijk blijkt het aluminiumoppervlak echter niet perfect.
De beschermende eigenschappen van de aluminiumoxi-delaag
kunnen afnemen door processen die de oxidatie
ondermijnen. In een neutraal pH-milieu kunnen erosie door
harde vuildeeltjes (kalk, magnetiet) de stabiele oxidelaag
verstoren waardoor het corrosieproces doorgaat. Terwijl in
een zuur milieu (pH 4) of juist een basisch milieu (pH 9)
de aluminiumoxidelaag zelf oplost. Ook de corrosiesnelheid
van aluminium in water is afhankelijk van verschillende
Nij Mari谷nacker
De in 2007 geopende nieuwbouwlocatie van
woonzorgcentrum Nij Mari谷nacker in het Friese
Workum is voorzien van een verwarmings- en
koelsysteem op basis van aardwarmte met een
warmtepomp. Het complex heeft met een totaal
vloeroppervlak van 9.500 m2, verdeeld over
verschillende woonlagen. Het heeft een complex
klimaatsysteem, met verschillende warmtewis-selaars
en veelvuldige toepassing van kunststof
leidingen. Vanaf de ingebruikname waren er
problemen met de warmtepomp, vastzitt ende
thermostaatventielen, verstopte warmtewisse-laars
en blokkades in de vloerverwarming.
Als eerste is door Spirotech een complete sys-teemscan
gemaakt, inclusief analyses van zowel
het installatiewater als het ter plaatse toegepaste
suppletiewater. Daarbij is ook gekeken naar de
technische infrastructuur en de bijbehorende ge-wenste
prestaties. In een uitgebreide rapportage
is advies gegeven over een passende vloeistofb e-handeling.
Spirotech heeft naast het leveren van
de benodigde hardware en toevoegingen ook het
spoelproces, inclusief nazorg, begeleid. Inmid-dels
draait de installatie naar volle tevredenheid,
en met het gewenste rendement op de warmte-pomp
en niet langer op de twee back-up-ketels.
5. Zowel de infraroodopnamen als de watermonsters tonen
een opzienbarend verschil tussen de situatie voor en na de
door Spirotech aanbevolen en ondernomen acties.
5. 6. Aangroei van magnetiet in A-labelpompen.
46 VV+ oktober 2014
duurzaamheid
parameters, zoals de pH-waarde, temperatuur, elektrische
geleidbaarheid, aanwezigheid van bepaalde elementen en
het gehalte opgeloste zuurstof.
Voor roestvaststaal geldt ongeveer hetzelfde. Roestvaste
staalsoorten vertonen in vele milieus een goede corrosie-weerstand
door de vorming van een gesloten, chroomrijke
oxidelaag (passieve laag). Analoog aan aluminium kan
dit gunstige gedrag alleen worden benut bij een perfect
oppervlak. Lokale beschadigingen van het oppervlak leiden
tot plaatselijke corrosievormen, zoals putvormige corrosie.
Het corrosieproces van roestvaste staalsoorten is dus ook
afhankelijk van het watermilieu, rondzwervende verontreini-gingen
en de concentratie opgeloste zuurstof.
Pompen
Het mag duidelijk zijn dat pompen in een installatie
waar vernauwingen of zelfs verstoppingen voorkomen,
harder zullen moeten werken om de gewenste opvoer-hoogte
te behalen, en dus overmatig veel energie gaan
gebruiken. Daarnaast zijn de hedendaagse A-labelpompen
vaak voorzien van permanentmagneetmotoren. Deze
pompen zijn in principe fors zuiniger in energiegebruik (tot
75 procent). Dit wordt onder andere bereikt door een per-manent
magnetische rotor, die wordt gekoeld door het te
verpompen medium.
Oude standaardpompen zijn alleen magnetisch als de
pomp loopt, dus magnetietdeeltjes (afkomstig van cor-rosieprocessen
tussen staal en water) kunnen zich niet
permanent op de rotor vastzetten. De rotor in de nieuwe
generatie pompen met ecm-techniek is permanent magne-tisch.
Het probleem is nu: de aanwezigheid van een sterke
magneet direct in het installatiewater. Het gevolg: perma-nente
afzetting en aangroei van magnetiet op de rotor met
als gevolg een toename van het stroomverbruik en kans op
schade.
Het toenemend energiegebruik is juist tegenovergesteld
aan wat de nieuwe generatie pompen moeten bereiken.
Door de extra arbeid die de pomp moet verrichten om
ondanks de vervuiling op de rotor het gewenste debiet te
halen, zal hij meer energie gebruiken. Uit onderzoek van de
eigen onderzoeksafdeling van Spirotech blijkt dat mag-netiet
al snel leidt tot verminderde prestaties van pompen
en dus ook tot hogere energiekosten. Magnetiet in het
installatiewater verhoogt het stroomverbruik al snel met
25 procent. Na verloop van tijd kan het zelfs verdubbelen.
Vuilafscheiders met ge誰ntegreerde magneten zijn hier de
beste oplossing om magnetiet zo snel als mogelijk uit het
installatiewater te verwijderen.
Microbiologie
z|~高捉≠~高‖~~溝~~≠z~‘~~‥z-
latie treedt dan ook in meer of mindere mate een groei van
bacteri谷n op. De relevante bacteri谷n zijn te verdelen in twee
hoofdgroepen:
z~綱{~{z|~高捉‘~{{~≠貼貼硬)}~~~‘
zz~綱{~{z|~高捉‘貼≠~≠~~≠}~高貼貼硬頭
Voor beide soorten geldt dat ze goed gedijen bij tempera-
7. Een voorbeeld van de slijmvormige aangroei, en de gevolgen die
het kan hebben. Deze installatie was slechts enkele jaren in bedrijf.
INSTALLATIEWATER IS EEN
ESSENTIEEL ONDERDEEL VAN
DE INSTALLATIE EN MOET
ZO OOK WORDEN BEHANDELD
6. VV+ oktober 2014 47
turen vanaf 20 属C. Bekend is dat hoe hoger de temperatuur,
hoe minder overlevingskans voor bacteri谷n. Laagtempera-tuursystemen
vormen dus in principe een ideale omgeving.
In deze systemen worden bovendien vaak kunststof
leidingen en onderdelen toegepast. Deze materiaalsoort
is door zijn specifieke structuur zeer gevoelig voor aan-hechting
van micro-organismen, waardoor sterke, snelle en
ongecontroleerde groei mogelijk wordt.
Aerobe bacteri谷n
Zoals al aangegeven is bij lagere temperaturen een
grotere hoeveelheid opgeloste lucht in het installatiewater
aanwezig. Indien hiertegen niet wordt opgetreden, vindt
overmatige groei van aerobe bacteri谷n plaats. Dit gaat
gepaard met de vorming van een slijmvormige afzetting
aan de wand, waardoor de warmteoverdracht afneemt. Een
gedeelte van de aerobe bacteri谷n zijn bovendien zoge-naamde
sporenvormers. Een spore kan ook in niet-ideale
omstandigheden overleven, zoals in perioden van lage
zuurstofgehaltes. Als vers water wordt toegevoegd, en er
dus weer voldoende zuurstof voorhanden is, zal de spore
uitgroeien tot nieuwe bacteri谷n. Verhitting van installatie-water
is een bekende remedie, maar dit aspect ontbreekt
juist. Naast continue, actieve ontgassing is het dus ook
van belang de bacteri谷n te verwijderen door het installatie-water
te monitoren en zo nodig specifieke toevoegingen te
gebruiken.
Anaerobe bacteri谷n
Bij laagtemperatuursystemen zijn met name de denitrifice-rende
en de sulfaatreducerende bacteri谷n van belang. Deni-trificerende
bacteri谷n zetten waterstofnitraat (salpeterzuur
HNO3) en nitraat (NO3-) om tot nitriet (NO2-), ammonium
(nh4+) en stikstofgas (N2).
Sulfaatreducerende bacteri谷n hebben ideale groeicondities
bij een temperatuur van 20 40 属C. Zij vormen waterstof-sulfide
(H2S), met de kenmerkende geur van rotte eieren. De
geur is niet aangenaam, maar een ander gevolg is echt ver-velend.
De aanwezigheid van H2S zorgt lokaal voor een sig-nificante
daling van pH-waarden en zo leiden de bacteri谷n
tot puntvormige perforaties in het leidingwerk.
Analyse
Al met al zal duidelijk zijn dat installatiewater niet zomaar
water is, maar een essentieel onderdeel van de installatie is
en dus ook als zodanig moet worden behandeld. Voor een
optimaal rendement en maximale levensduur is het daarom
belangrijk om zowel het installatie- als het suppletiewater
op gezette tijden te laten analyseren door een gespecia-liseerd
laboratorium. Die analyse vormt samen met een
installatiescan de basis voor een compleet stappenplan.
Daarbij wordt vanuit een ge誰ntegreerde aanpak gekeken
naar de drukhuishouding, het continu verwijderen van lucht
en vuil en de chemische samenstelling van het installatie-water.
Muziekwijk Zwolle
Bij de ontwikkeling en bouw van de nieuwe
Muziekwijk in Zwolle heeft duurzaamheid
en energiezuinigheid steeds voorop gestaan.
Energieleverancier Cogas heeft daarop ingehaakt
met een state-of-the-art-warmtecentrale en
een uitgekiend leveringssysteem naar en in de
aangesloten woningen. Alles is gebaseerd op
een laagtemperatuurregime. In samenwerking
met Loohuis Installatietechnieken uit Fleringen
heeft Spirotech voor Cogas een totaalpakket van
producten en diensten samengesteld om de
waterkwaliteit optimaal te maken en te houden,
zodat het beoogde energierendement duurzaam
hoog kan blijven.
Een goed ontwerp, goed gedimensioneerde com-ponenten
op de juiste plek in de installatie en de
juiste waterbehandeling zorgen voor maximale
prestaties, minder storingen, minder slijtage en
eenvoudiger onderhoud. Naast de juiste water-behandeling,
inclusief toekomstige monitoring,
heeft Spirotech bijgedragen aan het dimensione-ren
en samenstellen van het expansiesysteem.
Een Spirovent Superior vacu端montgasser zorgt
ervoor dat opgesloten lucht effectief uit zowel
het installatiewater als uit het suppletiewater
wordt gehaald. Om de niet te vermijden corro-sieproducten
snel en effectief uit de installatie te
verwijderen is een vuilafscheider met ingebouw-de
magneet (Spirotrap Magnet) toegepast. Alle
partijen zijn enthousiast over de samenwerking
en de behaalde resultaten. Door vroegtijdige
samenwerking ligt de totaalaanpak van Spirotech
mede aan de basis van de beoogde duurzaam-heid
en energiezuinigheid.
8. Expansiesystem Muziekwijk Zwolle.