際際滷

際際滷Share a Scribd company logo
AUTISTISCHE STOORNISSEN
   BIJ MENSEN MET EEN
VERSTANDELIJKE BEPERKING
PROGRAMMA OVERZICHT
INVENTARISEREN LEERVRAGEN
VERHOOGDE KWETSBAARHEID
WAT IS AUTISME
RELATIE VERSTANDELIJKE BEPERKING EN
AUTISTISCHE STOORNIS
DIAGNOSTISCHE PROBLEMEN
VERSCHIJNINGSVORMEN AUTISME BIJ
VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN
BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE
ZORGVRAGERS
INVENTARISEREN
        LEERVRAGEN

LEER- ONTWIKKELLIJNEN

ONDERZOEKSVRAAG
WAT IS AUTISME ?

 Gestoorde ontwikkeling van het
  functionele brein

 Grote kans op neurologische,
  metabole en genetische aandoeningen
VERHOOGDE KWETSBAARHEID
        ORGANISCHE FACTOREN
( STOFWISSELINGSZIEKTE,
CHROMOSOMALE AFWIJKINGEN, ETC)
      PSYCHOSOCIALE FACTOREN
( OPVOEDINGSPROBLEMEN, GEBREKKIG
HECHTINGSPROCES. ETC)
         OMGEVINGSFACTOREN
( TE WEINING STIMULANS, AANDACHTS
TEKORT, ETC)
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen
   autismespectrumstoornissen
AUTISME
KENMERKEN
 Beperkingen in sociale interactie

 Beperkingen in verbale en niet-verbale
  communicatie

 Verarming in het verbeeldend vermogen

 Opmerkelijke beperkte repertoire van
  activiteiten en interesse
HOE UIT AUTISME ZICH?

 Beperkingen in de sociale interactie

Beperkingen in de communicatie

Beperking in het verbeeldingsvermogen

Rigide denken en handelen
BEPERKINGEN SOCIALE
         INTERACTIE

 Problemen met zich inleven en
verplaatsen in de ander

 Weinig begrip van sociale situaties

 Problemen met wisselende en
onzichtbare sociale betekenissen
BEPERKING IN COMMUNICATIE

 Moeite met abstract en vaag taalgebruik
 Moeite met figuurlijk taalgebruik
 Moeite met wat niet gezegd, maar wel
  bedoeld wordt
 Moeite met non-verbale communicatie

 Kinderen met autisme denken concreet
en nemen alles letterlijk
BEPERKING
  VERBEELDINGSVERMOGEN

 Rigide denken en handelen
 Weerstand tegen veranderingen
 Voorkeur voor vaste routines en regels
 Beperkte, eenzijdige interesses
 Moeite met onderscheid fantasie -
werkelijkheid
EEN EIGEN COGNITIEVE STIJL

 Abnormale prikkelgevoeligheid
-Hypergevoelig voor bepaalde prikkels
-Snel afgeleid
-Verwerking verloopt serieel en langer
Deel-waarneming
-Kan geheel niet overzien
-Detailgericht
-Moeite met generaliseren
(transfer/toepassing)
RELATIE VERSTANDELIJKE BEPERKING
    EN AUTISTISCHE STOORNIS
 ONGEVEER 70 / 80 % AUTISTEN IS
VERSTANDELIJK GEHANDICAPT

 KLASSIEK AUTISME KOMT MEER VOOR
BIJ ERNSTIG VERSTANDELIJK
GEHANDICAPT

 PPD-NOS KOMT MEER VOOR BIJ LICHT
VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN
DIAGNOSTISCHE PROBLEMEN
LASTIG OM GOED ONDERSCHEID TE KUNNEN
MAKEN.
       VEEL KENMERKEN HETZELFDE:
 CONTACTPROBLEMEN

 INTERACTIE -/ COMMUNICATE PROBLEMEN
 MOTORISCHE PROBLEMEN

 DWANGMATIG GEDRAG

 SOCIALE SITUATIE MOEILIJK BEGRIJPEN
DIAGNOSTISCHE PROBLEMEN
 VERSCHIL IN INTERACTIE,
  COMMUNICATIE EN SPEL

 CONTACTSTOORNIS IS NOG GEEN
  AUTISME

 MULTIDICIPLINAIRE DIAGNOSTIEK
  VEREIST
VERSCHIJNINGSVORMEN AUTISME BIJ
  VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN

 KWALITATIEVE BEPERKINGEN IN
  SOCIALE INTERACTIES

 BEPERKING IN COMMUNICATIE

 BEPERKT EN HERHALEND
  GEDRAGFSPROBLEEM
VERSCHIJNINGSVORMEN AUTISME
BIJ VERSTANDELIJKGEHANDICAPTEN
            HET STARRE TYPE
 BIEDT VERZET TEGEN VERANDERINGEN
 BIJZONDERE INTRESSES VOOR
  BEPAALDE VOORWERPEN / HANDELINGEN
            HET GRILLIGE TYPE
 MINDER ERNSTIG CONTACT GESTOORD
 VERTONEN VAAK ZELFVERWONDEND
  GEDRAG, PANIEKREACTIES, HEVIGE
  ANGSTEN
VERSCHIJNINGSVORMEN AUTISME BIJ
  VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN

      NIEUWE PROBLEMEN TIJDENS
              PUBERTIJD
  GROOT RISICO OP EPILEPSIE
  GRENSOVERSCHRIJDEND SEKSUEEL
   GEDRAG
  TOENAME ZELFVERWONDEND
   GEDRAG EN AGRESSIEF GEDRAG
  VERHOOGDE KANS DEPRESSIE
BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE
        ZORGVRAGERS
Bij de begeleiding is het verstandig rekening
te houden met het volgende:
                        
Autisten lijken gevoeliger voor prikkels en de
selectie van zintuiglijke informatie is
afwijkend
 Het prikkelfiltermechanisme werkt anders,
waardoor een directe benadering over kan
komen als een bombardement aan prikkels
                         .
BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE
         ZORGVRAGERS
 Ze reageren heftig op veranderingen in het
leefpatroon.

 Ze hechten aan vaste routines en vaste plekken.

Het aanleren van zelfredzaamheidshandelingen
lijkt veel concentratie te vragen, waardoor er
vulling lijkt op te treden die preoccupaties
(hardnekkige fixatie op bepaalde gedragingen of
voorwerpen) doet verminderen.
BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE
       ZORGVRAGERS
  De omgang met autistische bewoners kan
             gericht worden op:
 Verminderen van prikkels, soms moet
gekozen worden voor een bijna kale
leefomgeving
 Aanbieden van veel structuur
 Afzwakken van de rigiditeit door binnen de
vaste patronen kleine variaties aan te
brengen
BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE
        ZORGVRAGERS
 Niet al te rechtstreeks communiceren,
vanuit een lage expressed emotion

 Trainen van zelfredzaamheid, waarbij
operante technieken gebruikt kunnen worden

 Communicatie die (in sommige gevallen)
niet via het gesproken woord verloopt maar
via verwijzers.
MEDICATIE

Bij medicatie tegen de verschijnselen van
autisme wordt onderscheid gemaakt tussen
 antipsychotica,
 antidepressiva,
 overige medicijnen en voedingssupplementen
(vitaminesupplementen of glutenvrij dieet).

 Het bewijs voor de werkzaamheid van
medicatie of voedingsvoorschriften bij autisme
is zeer mager.
SPECIFIEKE THERAPIEEN
     Voor autisme zijn specifieke therapie谷n
                   ontwikkeld :
 Therapie betekent geneeswijze, maar
autisme (volgens de criteria van de DSM) is
tot op heden ongeneeslijk.
 Dat de hieronder vermelde therapie谷n leiden
tot verbetering, staat niet onomstotelijk vast.
Bij elke methode zijn wel positieve resultaten
gemeld.
SPECIFIEKE THERAPIEEN
Gedragsmodificatie therapie谷n
http://www.autsider.net/documentatie/documenten/c
ognitieve_gedragstherapie.htm
Goldstein ( http://www.goldstein.nl/ )
Relationeel gerichte therapie谷n
http://www.adoptie.nl/m/deskundigheidsbevordering_digibro_methodieken/
mn/55/

Son-rise- of option-methode
http://www.autismeinfocentrum.nl/fetch_html_cat.html?mnu=tmain10
0:shome&s=2&l=nl&t=1209692759&oid=17339456


Holdingtherapie
Mensen met autisme .
Hebben ook humor,
 maar dan liefst humor
 die expliciet is en
 hen niet kwetst.
Bepaalde vormen van
 humor zoals cynisme,
sarcasme, subtiele en
abstracte humor zijn
 moeilijk te begrijpen
voor hen. Mensen met autisme zijn hierdoor
erg kwetsbaar
INFO

http://omgaanmetautisme.nl/
 http://www.autismeinfocentrum.nl
http://www.rivm.nl/vtv/object_class/
kom_autisme.html
 http://pddnos.jouwpagina.nl/
http://www.freewebs.com/familievan
derzanden/begrippenenafkortingen.htm
#47605718
TOETSVRAGEN
  Welk antwoord is juist? Kenmerken van een
             verstandelijke beperking:
1. Zijn duidelijk af te scheiden van kenmerken die
   verwijzen naar een pervasieve
   ontwikkelingsstoornis.
2. Zijn niet duidelijk af te scheiden van kenmerken
   die verwijzen naar een pervasieve
   ontwikkelingsstoornis.
3. Zijn hetzelfde als de kenmerken van een
   pervasieve ontwikkelingsstoornis.
4. Komen zelden voor in relatie tot een pervasieve
   ontwikkelingsstoornis.
TOETSVRAGEN
       Welke uitspraak is NIET JUIST?
1.   Een kind met een ernstige verstandelijke
     beperking is vaak niet of nauwelijks in
     staat te reageren op hechtingsgedrag van
     ouders.
2.   Contacttherapie gaat uit van een
     ontwikkelingsdynamische benadering.
3.   Iemand met autisme kan vaak het geheel
     niet overzien.
4.   Iemand met autisme kan zich vaak wel in
     anderen verplaatsen.
     .
NABESPREKING


HOE HEB JE DEZE WIT ERVAREN?

WAT IS HET BELANGRIJKSTE LEERPUNT
DAT JE VOORJEZELF MEENEEMT ?

More Related Content

Autisme bij verstandelijk gehandicapten

  • 1. AUTISTISCHE STOORNISSEN BIJ MENSEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING
  • 2. PROGRAMMA OVERZICHT INVENTARISEREN LEERVRAGEN VERHOOGDE KWETSBAARHEID WAT IS AUTISME RELATIE VERSTANDELIJKE BEPERKING EN AUTISTISCHE STOORNIS DIAGNOSTISCHE PROBLEMEN VERSCHIJNINGSVORMEN AUTISME BIJ VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE ZORGVRAGERS
  • 3. INVENTARISEREN LEERVRAGEN LEER- ONTWIKKELLIJNEN ONDERZOEKSVRAAG
  • 4. WAT IS AUTISME ? Gestoorde ontwikkeling van het functionele brein Grote kans op neurologische, metabole en genetische aandoeningen
  • 5. VERHOOGDE KWETSBAARHEID ORGANISCHE FACTOREN ( STOFWISSELINGSZIEKTE, CHROMOSOMALE AFWIJKINGEN, ETC) PSYCHOSOCIALE FACTOREN ( OPVOEDINGSPROBLEMEN, GEBREKKIG HECHTINGSPROCES. ETC) OMGEVINGSFACTOREN ( TE WEINING STIMULANS, AANDACHTS TEKORT, ETC)
  • 6. Pervasieve ontwikkelingsstoornissen autismespectrumstoornissen
  • 8. KENMERKEN Beperkingen in sociale interactie Beperkingen in verbale en niet-verbale communicatie Verarming in het verbeeldend vermogen Opmerkelijke beperkte repertoire van activiteiten en interesse
  • 9. HOE UIT AUTISME ZICH? Beperkingen in de sociale interactie Beperkingen in de communicatie Beperking in het verbeeldingsvermogen Rigide denken en handelen
  • 10. BEPERKINGEN SOCIALE INTERACTIE Problemen met zich inleven en verplaatsen in de ander Weinig begrip van sociale situaties Problemen met wisselende en onzichtbare sociale betekenissen
  • 11. BEPERKING IN COMMUNICATIE Moeite met abstract en vaag taalgebruik Moeite met figuurlijk taalgebruik Moeite met wat niet gezegd, maar wel bedoeld wordt Moeite met non-verbale communicatie Kinderen met autisme denken concreet en nemen alles letterlijk
  • 12. BEPERKING VERBEELDINGSVERMOGEN Rigide denken en handelen Weerstand tegen veranderingen Voorkeur voor vaste routines en regels Beperkte, eenzijdige interesses Moeite met onderscheid fantasie - werkelijkheid
  • 13. EEN EIGEN COGNITIEVE STIJL Abnormale prikkelgevoeligheid -Hypergevoelig voor bepaalde prikkels -Snel afgeleid -Verwerking verloopt serieel en langer Deel-waarneming -Kan geheel niet overzien -Detailgericht -Moeite met generaliseren (transfer/toepassing)
  • 14. RELATIE VERSTANDELIJKE BEPERKING EN AUTISTISCHE STOORNIS ONGEVEER 70 / 80 % AUTISTEN IS VERSTANDELIJK GEHANDICAPT KLASSIEK AUTISME KOMT MEER VOOR BIJ ERNSTIG VERSTANDELIJK GEHANDICAPT PPD-NOS KOMT MEER VOOR BIJ LICHT VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN
  • 15. DIAGNOSTISCHE PROBLEMEN LASTIG OM GOED ONDERSCHEID TE KUNNEN MAKEN. VEEL KENMERKEN HETZELFDE: CONTACTPROBLEMEN INTERACTIE -/ COMMUNICATE PROBLEMEN MOTORISCHE PROBLEMEN DWANGMATIG GEDRAG SOCIALE SITUATIE MOEILIJK BEGRIJPEN
  • 16. DIAGNOSTISCHE PROBLEMEN VERSCHIL IN INTERACTIE, COMMUNICATIE EN SPEL CONTACTSTOORNIS IS NOG GEEN AUTISME MULTIDICIPLINAIRE DIAGNOSTIEK VEREIST
  • 17. VERSCHIJNINGSVORMEN AUTISME BIJ VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN KWALITATIEVE BEPERKINGEN IN SOCIALE INTERACTIES BEPERKING IN COMMUNICATIE BEPERKT EN HERHALEND GEDRAGFSPROBLEEM
  • 18. VERSCHIJNINGSVORMEN AUTISME BIJ VERSTANDELIJKGEHANDICAPTEN HET STARRE TYPE BIEDT VERZET TEGEN VERANDERINGEN BIJZONDERE INTRESSES VOOR BEPAALDE VOORWERPEN / HANDELINGEN HET GRILLIGE TYPE MINDER ERNSTIG CONTACT GESTOORD VERTONEN VAAK ZELFVERWONDEND GEDRAG, PANIEKREACTIES, HEVIGE ANGSTEN
  • 19. VERSCHIJNINGSVORMEN AUTISME BIJ VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN NIEUWE PROBLEMEN TIJDENS PUBERTIJD GROOT RISICO OP EPILEPSIE GRENSOVERSCHRIJDEND SEKSUEEL GEDRAG TOENAME ZELFVERWONDEND GEDRAG EN AGRESSIEF GEDRAG VERHOOGDE KANS DEPRESSIE
  • 20. BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE ZORGVRAGERS Bij de begeleiding is het verstandig rekening te houden met het volgende: Autisten lijken gevoeliger voor prikkels en de selectie van zintuiglijke informatie is afwijkend Het prikkelfiltermechanisme werkt anders, waardoor een directe benadering over kan komen als een bombardement aan prikkels .
  • 21. BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE ZORGVRAGERS Ze reageren heftig op veranderingen in het leefpatroon. Ze hechten aan vaste routines en vaste plekken. Het aanleren van zelfredzaamheidshandelingen lijkt veel concentratie te vragen, waardoor er vulling lijkt op te treden die preoccupaties (hardnekkige fixatie op bepaalde gedragingen of voorwerpen) doet verminderen.
  • 22. BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE ZORGVRAGERS De omgang met autistische bewoners kan gericht worden op: Verminderen van prikkels, soms moet gekozen worden voor een bijna kale leefomgeving Aanbieden van veel structuur Afzwakken van de rigiditeit door binnen de vaste patronen kleine variaties aan te brengen
  • 23. BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE ZORGVRAGERS Niet al te rechtstreeks communiceren, vanuit een lage expressed emotion Trainen van zelfredzaamheid, waarbij operante technieken gebruikt kunnen worden Communicatie die (in sommige gevallen) niet via het gesproken woord verloopt maar via verwijzers.
  • 24. MEDICATIE Bij medicatie tegen de verschijnselen van autisme wordt onderscheid gemaakt tussen antipsychotica, antidepressiva, overige medicijnen en voedingssupplementen (vitaminesupplementen of glutenvrij dieet). Het bewijs voor de werkzaamheid van medicatie of voedingsvoorschriften bij autisme is zeer mager.
  • 25. SPECIFIEKE THERAPIEEN Voor autisme zijn specifieke therapie谷n ontwikkeld : Therapie betekent geneeswijze, maar autisme (volgens de criteria van de DSM) is tot op heden ongeneeslijk. Dat de hieronder vermelde therapie谷n leiden tot verbetering, staat niet onomstotelijk vast. Bij elke methode zijn wel positieve resultaten gemeld.
  • 26. SPECIFIEKE THERAPIEEN Gedragsmodificatie therapie谷n http://www.autsider.net/documentatie/documenten/c ognitieve_gedragstherapie.htm Goldstein ( http://www.goldstein.nl/ ) Relationeel gerichte therapie谷n http://www.adoptie.nl/m/deskundigheidsbevordering_digibro_methodieken/ mn/55/ Son-rise- of option-methode http://www.autismeinfocentrum.nl/fetch_html_cat.html?mnu=tmain10 0:shome&s=2&l=nl&t=1209692759&oid=17339456 Holdingtherapie
  • 27. Mensen met autisme . Hebben ook humor, maar dan liefst humor die expliciet is en hen niet kwetst. Bepaalde vormen van humor zoals cynisme, sarcasme, subtiele en abstracte humor zijn moeilijk te begrijpen voor hen. Mensen met autisme zijn hierdoor erg kwetsbaar
  • 29. TOETSVRAGEN Welk antwoord is juist? Kenmerken van een verstandelijke beperking: 1. Zijn duidelijk af te scheiden van kenmerken die verwijzen naar een pervasieve ontwikkelingsstoornis. 2. Zijn niet duidelijk af te scheiden van kenmerken die verwijzen naar een pervasieve ontwikkelingsstoornis. 3. Zijn hetzelfde als de kenmerken van een pervasieve ontwikkelingsstoornis. 4. Komen zelden voor in relatie tot een pervasieve ontwikkelingsstoornis.
  • 30. TOETSVRAGEN Welke uitspraak is NIET JUIST? 1. Een kind met een ernstige verstandelijke beperking is vaak niet of nauwelijks in staat te reageren op hechtingsgedrag van ouders. 2. Contacttherapie gaat uit van een ontwikkelingsdynamische benadering. 3. Iemand met autisme kan vaak het geheel niet overzien. 4. Iemand met autisme kan zich vaak wel in anderen verplaatsen. .
  • 31. NABESPREKING HOE HEB JE DEZE WIT ERVAREN? WAT IS HET BELANGRIJKSTE LEERPUNT DAT JE VOORJEZELF MEENEEMT ?