1. Titel
Introductietekst
BASISPLAN vakgerichte doelen
titel Wat ik het liefste doe
groep 5/6/7
onderwerp Kijkdoos over iets wat je graag doet
ruimtelijk compositie
beeldaspect
materiaal/techniek Per leerling een schoenendoos, kleine restmaterialen als
kurken, dopjes, rietjes, piepschuim en schuimrubber,
gekleurd papier, zelf verzamelde voorwerpen, verf
type les Zelfstandige les met klassikale instructie, vooraf gegaan
door een inleiding zodat er materiaal verzameld kan
worden.
Opdracht De leerlingen hebben allemaal een schoendoos om te
De beeldende probleemstelling gebruiken voor hun kijkdoos. Ze moeten een doos maken
met twee gaten, zodat het vanuit beide kanten er goed
uitziet. Ze kiezen een onderwerp uit hun dagelijks leven.
Bijvoorbeeld een hobby, maar een landschap mag ook als
ze bijvoorbeeld graag in het bos lopen. Vervolgens werken
ze dit uit met door hun verzamelde materialen.
Doel De leerlingen staan stil bij hoe ze iets vanuit meerdere
punten kunnen weergeven. Ze gebruiken hier
restmaterialen voor, die ze op alle manieren mogen
gebruiken.
Beeldaspect Bij deze opdracht is het beeldaspect compositie. Hoe zetten
ze bepaalde dingen zo neer dat het verhaal vanuit beide
punten duidelijk is en niets elkaar overlapt en hoe zorgen ze
dat je kan zien wat er afgebeeld wordt?
Materiaal De leerlingen verzamelen zoveel mogelijk dingen die ze
kunnen gebruiken. Alles van kralen tot stukjes stof tot
pijpenragers mogen gebruikt worden, maar geen dingen als
kleine voetballetjes. Ook dingen als kurken en doppen zijn
handig. Verder is er lijm nodig en scharen of mesjes en
verschillende soorten papier, zoals vloeipapier.
Beschouwing De kinderen denken eerst na over wat ze graag doen en
hoe ze dat uit kunnen beelden. Welke materialen kunnen ze
daar op welke manier voor gebruiken? Het moet door een
klein gaatje duidelijk zijn wat ze uit willen beelden. Ze
moeten werken met diepte, kleuren en verhoudingen, want
een pingpong voetbal werkt niet naast een klein poppetje.
naar: basisplan en lesfase download versie/ aangepast door PvdH
2. LES/ PROCESFASEN een korte handleiding
Oriëntatiefase
Introduceren In het impressionisme kozen de kunstenaar zaken uit hun dagelijkse
leven om af te beelden. In het voorbeeld heeft de kunstenaar gekozen om
een meisje te maken dat bezig is met ballet.
Eerst maakten beeldhouwers verhalen uit de bijbel na, of kozen ze voor
verhalen uit de Griekse en Romeinse tijd. Maar aan het einde van de 19e
eeuw kozen sommige kunstenaars ervoor om dichtbij huis te blijven, ze
gingen de natuur om zich heen schilderen of dingen die ze onderweg
tegenkwamen, zoals een bloemenveld of brug.
Wij gaan ook nu iets uit het dagelijks leven kiezen om af te beelden.
Misschien dans jij ook wel, of sport je graag, of bouw je graag hutten in
het bos. Kies een scene uit je eigen leven uit waarvan jij denkt dat je die
goed kunt uitbeelden.
Informeren Een extra moeilijkheid is dat jouw kijkdoos niet een, maar twee gaten
krijgt! Als er twee mensen tegelijk naar jouw kijkdoos zouden kijken,
moeten ze allebei iets moois zien. Bedenk dus een manier waarop je kan
zorgen dat er geen voor- of achterkant aan de dingen in je kijkdoos
zitten.
Instrueren Je mag niet dingen gebruiken zoals ze zijn. Als je een balletje hebt, mag
je dat niet als balletje gebruiken, maar wel bijvoorbeeld als het hoofd van
een poppetje. Je mag verf gebruiken en papier om dingen te versieren.
Zorg ervoor dat er genoeg licht in de doos valt, anders kun je niets zien.
Zorg ook dat alles goed vast zit, het zou jammer zijn als dingen losraken.
naar: basisplan en lesfase download versie/ aangepast door PvdH