Transform any presentation into a summarized study guide, highlighting the most important points and key insights.
1 of 4
Download to read offline
More Related Content
Bioh2
1. Wijzer door de natuur – groep 8 – Samenvatting hoofdstuk 2 - Don Bosco school – Rhoon
1
Leren voor de biologietoets
Groep 8 Hoofdstuk 2
DE WINTER EN WARMTE
Hoe zorgen mensen ervoor dat ze het in de winter niet koud hebben:
1) Warme kleren dragen
2) Verwarming aanzetten
3) Reizen naar en verblijven in gebieden waar het warmer is
Hoe zorgen dieren ervoor dat ze het in de winter niet koud hebben:
1) Ze hebben/krijgen een dikke vacht of verenkleed (bijv. reeën, hazen)
2) Ze trekken naar gebieden waar het warmer is (vogels)
3) Ze houden een winterslaap (kikkers, egels)
4) Ze houden een winterrust (eekhoorn)
Hoe gaat het met planten in de winter:
Eigenlijk houden planten ook een winterslaap.
Kijk maar naar bomen en struiken. ’s Winters
kunnen de wortels moeilijk water opzuigen. De
bladeren verdampen wel het vocht, dus is een
plant beter af als hij zijn bladeren verliest.
Bol, knol of wortelstok
Het blad van meerjarige planten met een bol,
knol of wortelstok sterft ’s winters af. In de
lenten lopen deze planten weer snel uit omdat
er reservevoedsel in hun bol, knol of wortelstok
zit. Meerjarige planten, zoals bomen, laten
gewoon hun blad vallen.
1 Bol
2 Knolletje
3 Wortelstok
Zaden
Veel planten overwinteren als zaad. Dat bevriest bijna nooit omdat er vaak vet in
zit en het een beschermend laagje heeft.
3. Wijzer door de natuur – groep 8 – Samenvatting hoofdstuk 2 - Don Bosco school – Rhoon
3
Vogeltrek
Doordat veel vogels geringd zijn en mensen ringen van gevangen of dode vogels
terugsturen, zijn we al veel over de vogeltrek op onze wereld te weten gekomen.
Tegenwoordig wordt er ook gebruik gemaakt van radarbeelden, waarmee men
bijvoorbeeld ontdekte dat er ook ’s nachts grote aantallen vogels doortrekken.
Trekken of blijven
In de loop van een jaar zie je in Nederland veel verschillende vogelsoorten.
Je kunt ze verdelen in een aantal groepen:
1) Standvogels
2) Trekvogels (wintergasten en zomergasten)
3) Doortrekkers
4) Invasievogels
1 Standvogels
Zij blijven het hele jaar in hetzelfde gebied.
Bijv. bosuil, huismus, koolmees.
2 Trekvogels
Op zoek naar voedsel dat in de winter hier moeilijk te vinden is.
Wintergasten: Ganzen en eenden
Zomergasten: Karekiet, leeuwerik, boerenzwaluw, tortelduif
3 Doortrekkers
Bijv. kraanvogels, jan-van-gents en roofvogels, vliegen over
Nederland.
4 Bijv. bij uitzonderlijke strenge winters in het noorden ineens in grote
aantallen, zoals notenkrakers en pestvogels.
Vogels weten door een aangeboren richtinggevoel waar ze naar toe moeten.
Maar ze oriënteren zich ook op de stand van de sterren en de zon.
Vogels vliegen niet graag over watervlaktes. Ze trekken langs de kust.
En waar de zee het smalst is, steken ze over (zie ook het plaatje van de
vliegtechniek).
PROBEER JE EENS TE BEDENKEN WAAROM VOGELS NIET GRAAG OVER
WATERVLAKTES VLIEGEN.
4. Wijzer door de natuur – groep 8 – Samenvatting hoofdstuk 2 - Don Bosco school – Rhoon
4
GEVAREN
Ieder jaar komen er minder trekvogels terug dan verwacht. De tocht is best
gevaarlijk. Vogels verongelukken bijvoorbeeld door:
a. het botsen tegen vuurtorens, vliegtuigen e.d.
b. Maar ook door menselijke producten als bestrijdingsmiddelen tegen
insecten waar vogels van eten.
c. Of door vogeljacht, bijvoorbeeld rond de Middellandse Zee.
In Nederland zijn de meeste trekvogels beschermd.
Denk je dat je goed geleerd hebt en dat je het proefwerk kunt maken?
1) Noem drie manieren waarop mensen zich tegen de winter beschermen.
2) Noem drie manieren waarop dieren zich tegen de winter beschermen.
3) Noem drie manieren waarop planten zich tegen de winter beschermen.
4) Wanneer spreekt men van een dierentrek?
5) Noem vier redenen waarom dieren gaan trekken. Geef er ook steeds een
voorbeeld bij.
6) Geef een voorbeeld van een manier waarop we in Nederland
rondtrekkende dieren proberen te helpen.
7) Hoe komt het dat wij zoveel weten over trekvogels (2 redenen).
8) Trekken of blijven. Welke vier vogelsoorten kennen we in Nederland?
9) Leg eens uit waarom vogels niet graag over watervlaktes vliegen.
10) Geef drie voorbeelden van mogelijke gevaren voor vogels als zij aan de
trek bezig zijn.