5. Leraren moeten hun lessen en opdrachten
kunnen baseren op de kwalificatiedossiers.
Daarnaast vraagt het competentiegerichte
lesgeven een specifieke didactiek en specifieke
onderwijsontwikkeltaken. De docent moet
Aanleiding
binnen het competentiegerichte onderwijs in
staat zijn om krachtige leeromgevingen te
ontwerpen waarbinnen leerlingen competenties
kunnen ontwikkelen.
Rapport: Goed opgeleide leraren voor het (voorbereidend) middelbaar
Beroepsonderwijs. Uitgave van de Onderwijsraad, Den Haag, april 2011.
7. Mogelijke blends
Combinatie van e-learning en traditioneel leren
Combinatie van online leren en face-to-face
onderwijs
Combinatie van media
Combinatie van leeromgevingen
Combinatie van leertheoretische
uitgangspunten
Combinatie van soorten leerdoelen
Combinatie van didactische strategie谷n
Oliver & Trigwell (2005)
11. Talent binnen jongeren domeinen
Complexe doelen te stellen in overeenstemming
met bewust aanwezige interesses,
vaardigheden, waarden en ervaren contexten.
14. Doel van leren
Bij leren gaat het om het daadwerkelijk verwerven
( = volwaardig leren) van kennis, inzicht en
vaardigheden en wel op zo'n manier dat de
gedragsmogelijkheden wordt uitgebreid.
(Lodewijks, 1993; Zuylen & Simons, 1997).
Volgens de theorie van de geplande gedragsverandering
( = volwaardig leren) (Ajzen & Fishbein, 2010) kan het onderwijs
een positief effect hebben op het ontwikkelen van talent.
15. Eisen voor volwaardig leren
Duurzaam: de leerresultaten moeten over een langere periode blijven bestaan.
Flexibel : de leerresultaten kunnen door de lerende vanuit verschillende invalshoeken worden
aangesproken en geactiveerd.
Functioneel: de leerresultaten moeten functioneel zijn. De functionaliteit van een
leerresultaat heeft te maken met het inzicht in de gebruikswaarde van het geleerde in
termen van de juiste plaats en tijd. Individuen moeten leren wat zij op een bepaald tijdstip
en in een bepaalde context aan kennis en vaardigheden nodig hebben, niet meer en niet
minder.
Betekenisvol: de leerresultaten moeten een goed begrip van de materie weerspiegelen en
een gedegen inzicht vertegenwoordigen in een beperkt aantal fundamentele principes die
een verre reikwijdte hebben.
Generaliseerbaar: de leerresultaten mogen niet verbonden blijven aan slechts 辿辿n enkele
context of situatie (b.v. die, waarin ze zijn aangeleerd), maar moeten wendbaar zijn en
toepassing vinden over vergelijkbare contexten heen.
Toepassings- of gebruiksgericht: individuen moeten weten wat ze met het geleerde kunnen
doen, en wanneer, en onder welke omstandigheden zij het geleerde kunnen of moeten
toepassen.
Simons en Lodewijks (1999)
16. Leercyclus
De leervraag invulling
Tonen van competenties
en reflectie
(beroeps)contexten
Beslissingsbasis
BPV Integrale leerlijn
Kennis en
Leerbedrijf
vaardigheden
Simulatie De leervraag invulling
Domein
18. 1. Doelen stellen 2. Uitvoeren van leergedrag 3. Testen of doel bereikt 4. Feedback/beloning
is
doelen kiezen leerstrategie kiezen vaststellen (meten) terugkoppeling naar
subdoelen planning maken van leerresultaat leerdoel
bepalen motivatie in stand houden beoordelen of doel terugkoppeling naar
voorkennis leerstrategie in de gaten is behaald strategie
mobiliseren houden waarde van jezelf belonen
haalbaarheid tijd inschatten leerresultaat
van doelen tijd bewaken beoordelen
inschatten herstelmaatregelen oorzaken van falen
aan de gang nemen of slagen bepalen
gaan tussentijds testen en
relevantie van toetsen
het doel bepalen
jezelf motiveren
Reguleren van het leren
De vijfde component zorgt voor de verbinding van en afstemming tussen de andere componenten tijdens het
gehele leerproces en daarnaast als het ware de bedrading naar toekomstige leersituaties en processen.
Figuur 4.1: Voorbeelden van reguleren per component van het leerproces (Zuylen & Simons, 1997)
19. Uitgangspunt leerproces
Er bestaan verschillende modellen en theorie谷n
die dit leerproces versterken:
- Sociaal-constructivisme
- Motivatietheorie
- Zone van de naaste ontwikkeling
- Taxonomie van Bloom
- Het geven van feedback
maar er zijn er meer. (mag u zelf invullen)
20. Sociaal-constructivisme
De studenten zijn actief om de leerstof te verwerken;
De studenten construeren zelf kennis door nieuwe
kennis uit te diepen en die te verbinden met de
aanwezige en geactiveerde voorkennis;
De studenten gaan doelgericht om met leren en het
verwerven van kennis. Het bereiken van de gestelde
doelen levert hen , succeservaringen op De studenten
werken samen bij het verwerven en verwerken van
kennis en het aanleren van vaardigheden;
De studenten geven zelf sturing aan hun leerproces
(Maas, 2010).
22. Motivatietheorie
De veronderstelling van Ryan en Deci (2000) is dat, wanneer aan drie
basisbehoeften voldaan wordt, studenten bereid en gemotiveerd zullen zijn
om actief mee te denken in hun eigen leerproces.
Competentie hangt samen met het gevoel bekwaam te zijn en de basis om
nieuwe vaardigheden te willen leren. Ook de docent kan hier invloed op
uitoefenen door aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van de student.
Autonomie duidt op de afwezigheid van voortdurende controle en sturing.
Het gaat hierbij om het gevoel dat studenten hebben dat ze zelf keuzes
mogen maken en invloed hebben op het leerproces.
Bij sociale verbondenheid gaat het erom dat de student het gevoel heeft in
een sociaal veilige omgeving te verkeren, een goed contact heeft met
de docent en medestudenten en zich geaccepteerd voelt.
23. Zone van de naaste ontwikkeling
De zone van de actuele ontwikkeling ?
26. Er zijn meer theorie谷n die
het leerproces versterken
28. Inrichting Blend
De inrichting van het leerproces aan de hand van de volgende vragen:
Hoe zou je het examenonderdeel vorm willen geven voor de
leerling zodat hij het zinvol vindt.
Zou je dit aanbieden via face to face onderwijs, via een ELO of een
mix van beide?
Kun je aangeven waarom?
Welke leermiddelen of hulpbronnen zou je bij deze vorm willen
gebruiken?
Wat voor soort feedback zou je aan leerlingen willen geven bij dit
onderdeel?
Zou je dit via face to face onderwijs, via een ELO of mix van beiden
willen doen? Kun je aangeven waarom?
Welke middelen zou je bij deze vorm willen gebruiken?
31. Krachtige leeromgeving
Bij de invoering van competentiegericht
onderwijs is het belang van goede
ondersteuning en adequate faciliteiten
toegenomen. Een krachtige leeromgeving kan
getypeerd kunnen worden als een omgeving die
ontwikkeling van de persoonlijke bekwaamheid
van deelnemers in sterke mate stimuleert
(Bruijn, Overmaat, & e.a., 2005).
32. Krachtige leeromgeving
compleet en rijk zijn;
uitnodigen tot activiteit;
realistisch zijn of ten minste ergens naar
verwijzen;
modellen bevatten en voorzien in coaching;
de navigatie langzamerhand overlaten aan de
lerende; en
systematisch het besef van eigen bekwaamheid
bij de deelnemer ontwikkelen
40. Leraren moeten hun lessen en opdrachten kunnen baseren op de
kwalificatiedossiers. Daarnaast vraagt het competentiegerichte
lesgeven een specifieke didactiek en specifieke
onderwijsontwikkeltaken. De docent moet binnen het
competentiegerichte onderwijs in staat zijn om krachtige
leeromgevingen te ontwerpen waarbinnen
leerlingen competenties kunnen ontwikkelen. Deze leeromgevingen
Aanleiding
hebben de volgende kenmerken, ze moeten:
compleet en rijk zijn;
uitnodigen tot activiteit;
realistisch zijn of ten minste ergens naar verwijzen;
modellen bevatten en voorzien in coaching;
de navigatie langzamerhand overlaten aan de lerende; en
systematisch het besef van eigen bekwaamheid bij de deelnemer
ontwikkelen