4. Psychodynamisch Psychosociaal functioneren is uitkomst van omgang met innerlijke conflicten Symptomen en klachten worden veroorzaakt door conflict tussen intrapsychische wensen en het verbod daarop
5. Psychodynamisch Id driften/aanvechtingen/impuls/irrationeel Ego Realiteit/controle Functies als waarnemen, integreren etc. Superego Geïnternaliseerde waarden en normen
6. Experiëntieel Congruentie tussen zelfconcept en ervaringen Therapeutische relatie als groeiervaring Geïntegreerd functioneren Zelfverwerkelijking
8. Leertheoretisch Gedrag is aangeleerd (responsen) Waarneembaar en niet waarneembaar SOR, mens is een informatieverwerkend systeem Participatie bij constructie van eigen werkelijkheid
11. Systeemtheoretisch Persoon wordt beschouwd als deel van een systeem Binnen een systeem bestaan regels Interactie maakt die regels zichtbaar Grenzen bepalen de veranderbaarheid van een systeem Feedbackmechanismen
12. Systemisch Probleeminhoudelijk Probleem wordt in stand gehouden door regels binnen het systeem Probleem heeft een homeostatische functie Interventies om regels te veranderen Interactioneel Metapositie Invoegen Meerzijdige partijdigheid
19. Hoofdstuk 5 Snellen Visies nader beschouwd Achtergronden van opkomst en ontwikkeling rond eclectisch-integratief werken Varianten Betekenis voor je visie voor de interactionele en voor de probleeminhoudelijke kant van het hulpverlenen
20. Eclectisch-Integratief Kiezende benadering Geen enkele stroming of methode is altijd goed voor alle cliënten. “ Scholen” groeien naar elkaar toe. Eclectisch : uit een veelheid het beste kiezen. Integratief: tot een eenheid smeden.
21. Oorzaken 400 therapieën Ene therapie niet duidelijk beter dan andere Geen enkele therapie voor elk probleem en voor elke cliënt toereikend Aanwezigheid gemeenschappelijke factoren Druk van buitenaf
22. Vervolg oorzaken Belang professioneel netwerk groter Grote verscheidenheid aan cliënten en problematieken binnen mw.
23. Drie argumenten Pragmatische, beperking is nadelig voor cliënt. Theoretisch , één theorie kan niet “alles” verklaren. Cognitief, je kunt niet een totale probleemanalyse in één keer maken
24. Criteria Overeenstemmen met basisvoorwaarden mw. Relevant en praktisch hanteerbaar voor doel hulpverlening overdraagbaar en aan te leren stoelen op empirische evidentie
27. Gemeenschappelijke factoren ontwikkeling in de interactie: van hulpverlenerssturing naar cliëntsturing. enerzijds een verandering in bewustzijn en motivatie van de cliënt en anderzijds een verandering in de aard van de interactie.
28. Gemeenschappelijke factoren Deze veranderingen treden niet (geheel) spontaan op. Wat in de interactie levert nu een bijdrage aan deze motivatie en (wil tot) verandering? Er zijn, zoals gezegd, variabelen. Ik zou de volgende gemeenschappelijke factoren ofwel basisingrediënten willen benoemen
29. Gemeenschappelijke factoren A Werkovereenkomst — een goede relatie tussen cliënt en hulpverlener die berust op zowel reële als toebedachte kwaliteiten van beiden
30. Gemeenschappelijke factoren B Kernprocessen het aanbieden van een theoretisch denkkader(rationaIe) en een werkmethode (procedure) die cliënt en hulpverlener aanspreken. catharsis, de mogelijkheid voor de cliënt tot het uiten van emoties respectievelijk het verminderen van emotionele spanning. middels (vaak subtiele en non-verbale) tekens
31. Gemeenschappelijke factoren Desensitisatie Inzichtelijk leren via - informatie krijgen - zelfexploratie - feedback Beïnvloeding door suggestie en overtuigen Bekrachtiging door hulpverlener
32. Variabelen in het beïnvloedingsproces Hulpverleners kenmerken Cliëntkenmerken Gevolgen voor de interactie
35. Variabele Pers Kwaliteiten Cliënt Gemotiveerd Nadenken eigen aandeel Positief zelfbeeld Positieve attributie mbt eigen succes Hoge inschatting eigen effectiviteit Interne beheersingsoriëntatie Laag reactance niveau
36. Variabele Pers Kwaliteiten Werker Zorgzaamheid, vriendelijkheid,belangstelling Openheid, informeel zijn Actief en praktisch zijn Duidelijkheid, directiviteit Deskundigheid Ingesteld op Yaviscliënten Gerichtheid op ‘therapeutische’ aanpak