2. I. De Shoah is nooit voorbij
Hall of names, Yad Vashem
3. De Shoah als parallelle wereld
• Zijn generatie groeide op onder het juk van
Shoah
– Weinig gesproken over ‘Daar’ en ‘nazi-beest’.
• Geen deel van 2de generatie, toch werd jeugd
bepaald door Shoah.
– Verwijdering ouders.
– Horror onder laag alledaagsheid verborgen. Moed.
4. Niet enkel Joodse catastrofe
• Shoah moet mensheid aan het denken zetten
over fundamentele vragen.
• Hoe bij totale willekeur mijn waardigheid als
mens behouden?
– Wat in mij kan er niet vernield worden?
– Wat is mijn ‘luz’ (kern) uit Joodse traditie.
5. Shoah belichten als schrijver
• Grossman voelde dat hij over Shoah moest
schrijven.
– Kwestie die talloze schrijvers bezighoudt.
• Hij wil ook de andere kant verkennen,
perspectief van moordenaar.
– Wat moet onderdrukt/weggenomen worden opdat
mens deel wordt van vernietigingsapparaat?
6. Verwantschap met Schulz
• Verhaal van Schulz was kantelmoment.
– Ghetto van Drohobycz en werkte als 'huisjood'
voor een nazi.
• Individuen waren gedegradeerd tot het
allerlaagste. Ze waren inwisselbaar.
• Grossman kapot schreef Zie: liefde om zijn
leven te herstellen.
7. Literatuur als herstel van waardigheid
• Grossman ziet literatuur als grote kracht:
– Manier om ons met het lot van anderen te
verbinden.
• Wapen in de strijd tegen willekeur.
– ‘Ook al sterft Jozef K., wordt Antigone
geëxecuteerd en verdwijnt Hans Castdorp in de
Toverberg, toch zagen we hen in hun strijd.’
10. Geen pacifist, pleitbezorger vrede
• Aardverschuiving na ‘De gele wind’:
– Eerste Intifada brak uit-profetie.
– Ontslag op radio.
• Groepje schrijvers: clandestiene ontmoetingen.
• Leger is nodig, maar Israëls verslaving aan
macht is nefast.
12. Terugkeer naar het conflict
• Tweede Intifada. Permanente situatie van
oorlog doordringt leven van Israëli’s.
• Een vrouw op de vlucht voor een bericht.
– Niet zozeer interesse in het conflict zelf, als wel de
invloed ervan op mensenlevens.
– Geen polemisch boek.
13. Persoonlijke tragedie
• Zoon Uri sneuvelde tijdens de Libanonoorlog.
• Versterkte zijn overtuiging dat Israël het leven
van zijn zonen verspilt.
– ‘Het zou een mirakel kunnen zijn …’
• ‘Ik weet niet hoe kan ik het boek kan redden?’
‘Het zal jou redden’.
15. Pijnlijke herinnering aan het Kwade
• Blik op een generatie die niet aan verleden kan
ontsnappen.
• De roman speelt zich af in Israël en Polen
tijdens WOII.
• Hij bestaat uit vier delen en is niet lineair
opgebouwd.
16. Momik Neumann
• 9-jarige zoon van Holocaustoverlevenden.
– Achtervolgd door het verleden.
• Komst van Ansjel Wassermann, kans om
nazibeest te verdrijven.
• Experiment. Momik beseft zijn fout te laat.
– Alter kopf, verliest zijn onschuld.
17. Schlomo Neumann
• Kwaad en bitter, geobsedeerd door dood.
– Offert geluk gezin op aan wanhoop over geschiedenis.
• Kan zich niet ontdoen van obsessie met Shoah.
– Duikt op een originele, magische manier in de
geschiedenis.
– Verhaal van Bruno Schulz zijn transformatie tot zalm.
– Symbool voor een leven zonder herinnering.
18. Ansjel Wassermann
• Zit in Auschwitz, vrouw en dochter vermoord.
• Kan niet sterven, opgevorderd door Neigel.
– Komt erachter dat hij auteur is van 'De kinderen
van de aarde'.
– Deal om soort Sheherazade te worden.
– Geleidelijk aan ontwikkelt zich een
vertrouwensband tussen beiden.
19. Kazik
• Lexicon van het leven van Kazik, een jongen
die in 24 uur mensenleven beleefde en stierf.
• Weeskind bleef bij de ‘Kinderen van de Aarde’.
– Ondertussen ouder, met kunstenaars,
beschadigde mensen uit de jeugd van Momik,
gevestigd in de dierentuin van Warschau.
• Het verhaal is half episch, half realistisch.
Kritiek op nazisme.