1. DE
CADEAUTJES
VAN
SIMON”
In
een
grote
boom
woonde
eens
een
aap,
genaamd
Simon.
Je
kunt
je
niet
voorstellen
hoe
speels
Simon
was.
Bovenal
gaf
hij
graag
geschenken
en
bedacht
hij
grappige
spelletjes
voor
alle
dieren
uit
de
buurt.
Het
hoefde
niet
eens
een
bijzondere
dag
te
zijn
voor
de
aap
om
rond
te
gaan
met
een
mooie
geschenkdoos
met
gekleurde
linten.
Op
een
ochtend
werd
Simon
wakker
toen
de
zonstralen
door
zijn
raam
naar
binnen
kwamen
.
Het
eerste
wat
hij
zich
herinnerde
was
de
verjaardag
van
mevrouw
Vos.
Hij
stond
op
en
heel
snel
was
hij
gewassen
en
aangekleed
en
liep
naar
de
jarige
om
haar
te
begroeten.
- Goedemorgen,
mevrouw
Vos,
hoe
gaat
het
met
u?
Ik
kwam
langs
om
u
met
uw
verjaardag
te
feliciteren.
Graag
wil
ik
u
dit
geschenk
aanbieden
als
aandenken
aan
deze
dag.
- Nou,
Simon
dat
was
niet
nodig.
Dank
je
wel!
Dit
zeggende,
deed
mevrouw
Vos
de
verpakking
openen...blij
met
het
cadeau.
Maar
wat
een
verrassing
wachtte
haar
!
Bij
het
openen
van
de
verpakking,
zat
er
niets
minder
dan
een
kikker
in,
die
sprong
uit
de
doos,
zodra
ze
het
deksel
open
deed.
- Oh!
Wat
een
schok!
Ik
dacht
dat
het
een
mooie
jurk
was!
Uh!
Oh!
zei
ze,
bang
en
verdrietig.
De
aap
was
al
weer
ver
weg...lachend
van
het
schrikken
van
de
vos.
Een
andere
keer,
werd
hij
wakker
en
rende
naar
buiten,
want
hij
moest
de
zeehond
die
aan
de
andere
kant
van
het
meer
woonde
een
cadeau
geven.
- Hallo,
zeehond,
hoe
gaat
het?
Ik
kwam
je
een
cadeautje
brengen
-‐
zei
hij
en
gaf
hem
een
pakket
met
een
prachtige
blauwe
lint.
De
zeehond,
heel
blij,
opende
het
pakket
en
zei:
- Oh,
Simon,
maar
je
weet
dat
ik
niet
graag
groenten
eet
...
ik
eet
alleen
vis
!
En
zo
ging
de
tijd
voorbij
en
het
aapje
had
altijd
een
raar
cadeau
om
te
geven.
Zijn
vrienden
werden
steeds
verdrietig
en
hij
kreeg
niet
zo
veel
bezoek
meer.
Simon
speelde
alleen
en
wilde
geen
grapjes
meer
maken
of
mensen
voor
de
gek
houden,
want
vanwege
zijn
grapjes,
had
hij
geen
vriend
meer
over.
Met
de
tijd
werd
Simon
steeds
eenzamer,
hij
verveelde
zich,
was
verdrietig
en
had
er
spijt
van.
Hij
stond
vaak
voor
het
raam
van
zijn
huis,
op
een
bezoeker
te
wachten,
maar
niemand
kwam.
Soms
vloog
hij
snel
van
de
boom
naar
beneden,
denkend
dat
hij
iemand
hoorde
roepen,
maar
eenmaal
beneden
aangekomen...
was
er
niemand.
Soms
stond
hij
uren
te
wachten
of
er
iemand
langs
zou
komen.
2. Totdat
het
op
een
dag
zijn
eigen
verjaardag
was.
De
aap
maakte
een
taart...mooi
versierd
en
ging
toen
naar
het
bos,
hij
nodigde
alle
dieren
uit
voor
het
grote
feest
dat
hij
zou
geven.
Die
avond
zat
hij
vol
spanning
op
zijn
gasten
te
wachten,
maar
de
tijd
ging
voorbij
en
niemand
kwam.
Simon
zat
op
een
stoel,
naar
de
taart
te
staren.
De
tranen
rolden
over
zijn
gezicht,
en
hij
zei:
- Als
mijn
vrienden
komen
is
het
een
teken
dat
ze
mij
vergeven
hebben,
en
ik
zou
gelukkig
zijn,
lachen
en
spelen.
Ik
zou
beloven
hen
nooit
meer
voor
de
gek
te
houden.
En
hij
bleef
daar
uren
lang
tot
hij
in
slaap
viel,
leunend
op
de
tafel.
Plotseling
werd
hij
wakker
met
een
gebrul
van
applaus
en
gelach.
Hij
keek
op
en
kon
het
niet
geloven,
het
leek
een
droom!
- Mijn
vrienden!
Jullie
zijn
mij
niet
vergeten?
Dank
je
wel!
Jullie
hebben
mij
vergeven
!
Ik
beloof
niet
meer
van
die
smakeloze
cadeautjes
te
geven
en
jullie
niet
weer
verdrietig
te
maken.
Zelfs
als
ik
de
geschenken
niet
heb
die
jullie
willen,
dan
toch
zou
ik
jullie
mijn
liefde,
vriendschap
en
vergeving
geven.
En
ze
bleven
om
van
de
taart
te
genieten,
blij
dat
ze
waren
om
hem
te
vergeven.
Simon...op
zijn
beurt,
was
blij
om
weer
vrienden
te
hebben.
Claudia
Werdine
Vertaling:
Dalva
Marçal
da
Cruz
voor
NRSP