ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
7.1 DE VERLICHTING
O ve r v e rlic hte d e nke rs e n hun id e e ë n
[Definitie]
   filosofische stroming die voortkomt uit de 17e
    eeuwse wetenschappelijke revolutie en het
    rationele denken toepast op de maatschappij en
    het menselijk leven.
   Het verlicht denken stelt kennis en rede superieur
    aan traditie en m.n. het geloof.
   Ra tio na lis m e (= gebruik van gezond verstand)
    vormt het uitgangspunt.
   Ontstaan in Engeland [Enlig hte nm e nt] eind 17e
    eeuw > Parijs (salons) wordt het centrum van de
    Verlichting in de loop van de 18e eeuw
Verlichte denkers
1. Immanuel Kant (1724-
    1804)
    Duits e filo s o o f, the o lo o g ,
    wis - e n na tuurkund ig e
 pleidooi voor onbegrensde

    vrijheid (van meningsuiting)
    en het gebruik van eigen
    verstand
Fra nç o is -M rie A ue t alias
                a      ro
2. Voltaire (1694-1778)
 Anti-religieus: tegen

  godsdienstige intoleratie
 Deïst: G o d a ls

  na tuurwe te ns c ha p p e r
 anti-democratisch: absolute

  vorst dient vrijheid van
  denken te garanderen
3. John Locke (1632-
  1704)
Eng e ls e filo s o o f e n
  s c hrijve r
 tégen het absolutisme

 regering moet vrijheid

  van de burgers
  verdedigen op basis
  van de wet
4. Charles Louis de Secondat
  baron de La Brède et de
  Montesquieu (1689-1755)
 trias politica: scheiding van
  de rechterlijke, wetgevende
  en uitvoerende macht
 NB G e e n democraat – nam
  het Engels bestuur (Ho us e
  o f Co m m o ns / Ho us e o f
  Lo rd s ) als voorbeeld
 Fel tegenstander van
  slavernij
5. Jean-Jacques Rousseau
  (1712-1778)
  Zwits e rs -Fra ns e s c hrijve r,
  c o m p o nis t e n d e nke r
 Democraat: grondlegger
  van het idee van
  v o lks s o e ve re inite it
 Een volksvergadering
  (parlement) dient in naam
  van de bevolking haar
  ‘algemene wil’ uit te
  voeren
6. Adam Smith (1723-1790)
  Sc ho ts e e c o no o m
 Grondlegger van de ‘vrije
  markt’ (als reactie op het
  mercantilisme)
 De mens dient in vrijheid te
  kunnen streven naar
  economische verbetering
 Belangrijkste werk: A I uiry
                           n nq
  into the N ture a nd Ca us e s o f
              a
  the We a lth o f N tio ns
                       a

More Related Content

De Verlichting

  • 1. 7.1 DE VERLICHTING O ve r v e rlic hte d e nke rs e n hun id e e ë n
  • 2. [Definitie]  filosofische stroming die voortkomt uit de 17e eeuwse wetenschappelijke revolutie en het rationele denken toepast op de maatschappij en het menselijk leven.  Het verlicht denken stelt kennis en rede superieur aan traditie en m.n. het geloof.  Ra tio na lis m e (= gebruik van gezond verstand) vormt het uitgangspunt.  Ontstaan in Engeland [Enlig hte nm e nt] eind 17e eeuw > Parijs (salons) wordt het centrum van de Verlichting in de loop van de 18e eeuw
  • 3. Verlichte denkers 1. Immanuel Kant (1724- 1804) Duits e filo s o o f, the o lo o g , wis - e n na tuurkund ig e  pleidooi voor onbegrensde vrijheid (van meningsuiting) en het gebruik van eigen verstand
  • 4. Fra nç o is -M rie A ue t alias a ro 2. Voltaire (1694-1778)  Anti-religieus: tegen godsdienstige intoleratie  Deïst: G o d a ls na tuurwe te ns c ha p p e r  anti-democratisch: absolute vorst dient vrijheid van denken te garanderen
  • 5. 3. John Locke (1632- 1704) Eng e ls e filo s o o f e n s c hrijve r  tégen het absolutisme  regering moet vrijheid van de burgers verdedigen op basis van de wet
  • 6. 4. Charles Louis de Secondat baron de La Brède et de Montesquieu (1689-1755)  trias politica: scheiding van de rechterlijke, wetgevende en uitvoerende macht  NB G e e n democraat – nam het Engels bestuur (Ho us e o f Co m m o ns / Ho us e o f Lo rd s ) als voorbeeld  Fel tegenstander van slavernij
  • 7. 5. Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) Zwits e rs -Fra ns e s c hrijve r, c o m p o nis t e n d e nke r  Democraat: grondlegger van het idee van v o lks s o e ve re inite it  Een volksvergadering (parlement) dient in naam van de bevolking haar ‘algemene wil’ uit te voeren
  • 8. 6. Adam Smith (1723-1790) Sc ho ts e e c o no o m  Grondlegger van de ‘vrije markt’ (als reactie op het mercantilisme)  De mens dient in vrijheid te kunnen streven naar economische verbetering  Belangrijkste werk: A I uiry n nq into the N ture a nd Ca us e s o f a the We a lth o f N tio ns a