ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
Deel 3 Jongeren met nood aan verhoogde zorg
Ontwikkelingsstoornissen uitgediept
ADHD
Attention Deficit Hyperactivity Disorder
ADHD is een stoornis die gekenmerkt wordt door een
hardnekkig patroon van significante problemen op het vlak
van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit.
1. Definitie
Attention Deficit Hyperactivity Disorder
ADHD is een stoornis die gekenmerkt wordt door een
hardnekkig patroon van significante problemen op het vlak
van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit.
Manifesteert zich al voor
12 jarige leeftijd
Ontwikkelingsstoornis,
aangeboren
Symptomen blijven minstens 6
maanden aanhouden en
verdwijnen niet zomaar vanzelf
of met intensieve ondersteuning
ADHD is een stoornis die gekenmerkt wordt door een
hardnekkig patroon van significante problemen op het vlak
van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit.
Meer uitgesproken problemen
dan bij leeftijdsgenoten en die
het functioneren of de
ontwikkeling op diverse
domeinen negatief beïnvloeden
2. Primaire gedragskenmerken
5
Aandachtstekort
/onoplettendheid
en/of hyperactiviteit/-
impulsiviteit
2. Primaire gedragskenmerken
6
Aandachtstekort/onoplettendheid
• Snel afgeleid door prikkels uit omgeving of door eigen gedachten
• Moeite met plannen
• Ongestructureerd
• Details worden over het hoofd gezien
• Vaak vergeetachtig
• Raakt vaak dingen kwijt
MAAR OOK!
• Hyperfocus
• Sterkere prikkel nodig om zich te kunnen concentreren
2. Primaire gedragskenmerken
7
Hyperactiviteit / impulsiviteit
• Vaak onrustig in beweging zijn
• Vaak in de weer
• Spraakwaterval
• Innerlijke rusteloosheid
• Hyperactiviteit in gedrag verdwijnt meestal op volwassen leeftijd
2. Primaire gedragskenmerken
8
Hyperactiviteit / impulsiviteit
• Gebrek innerlijke controle (remfunctie)
• Gevaarlijk gedrag
• Sociale opdringerigheid
• Ondoordacht aan iets beginnen
• Ondoordachte besluiten nemen
• Moeite beurt afwachten
• Vaak geassocieerd met lage frustratietolerantie en
prikkelbare stemming
2. Primaire gedragskenmerken
9
Contextfactoren met een positieve invloed op het gedrag:
• Aanwezigheid van frequente en onmiddellijke beloning
• Positieve feedback op goed gedrag
• Toezicht van een begeleider
• Nieuwe of gestructureerde situatie
• Afwezigheid van achtergrondlawaai
• Krijgen van individuele aandacht
• Uur van de dag (minder symptomen in de VM)
10
Overwegend
onoplettend type
(ADD)
(meer bij meisjes)
Overwegend
hyperactief type
(meer bij jongens)
Gecombineerde
type
(komt het meeste
voor)
3. Secundaire kenmerken
11
• Leerachterstand (onderpresteren)
• Afkeer voor mentaal inspannende taken (opstandig)
• Afwijzing, uitsluiting en pesterijen
• Negatieve interacties en stress in het gezin
• Laag zelfbeeld (vaak straf)
• Angsten, psychosomatische klachten,depressief
• Risico voor de toekomst!
• Zittenblijven, vroegtijdige schoolverlaten
• Middelenmisbruik
 Belang van begrip uit de omgeving om negatieve spiraal te doorbreken
 5% (2,5% volwassenen)
 2 à 3 jongens - 1 meisje
 50-80% heeft minstens één bijkomende stoornis
(gedragsstoornis, leerstoornissen, ASS, ticstoornissen,….)
4. Prevalentie en comorbiditeit
12
 Gaat nooit weg (persistent)
 50-80% kinderen kenmerken in de adolescentie
 50% adolescenten kenmerken in volwassenheid
5. Beloop en prognose
13
 Kleutertijd (3 à 4 j) :
• Eerste symptomen, nog geen diagnose
 Basisschoolleeftijd:
• Meer op voorgrond: onoplettendheid
• langzame daling: Hyperactiviteit (10-11j) Impulsiviteit (12j)
 Adolescentie / volwassenheid
• Motorische onrust innerlijke rusteloosheid
• Aandachtsproblemen blijven
• Plannings- en organisatieproblemen
5. Beloop en prognose
14
 Genetische factoren: zit in de ‘familie’: betrokken genen:
neurotransmissie van dopamine
 Risicofactoren tijdens de zwangerschap: negatieve
beïnvloeding van de ontwikkeling van de hersenen
 Tijdens de geboorte: zuurstoftekort, of prematuriteit
 Neurologisch: prefrontale hersengebieden en corpus
callosum kleiner en niet optimaal functioneren van
neurotransmissiesysteem
6. Etiologie
15
7. Begeleiding
ADHD is niet te genezen en vormt daardoor een blijvende
kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te
milderen en het ontstaan van bijkomende problemen te
voorkomen en/of te beperken.
17
Farmacotherapie
• Werkt bij 70-80% van de kinderen
• Verbeteren concentratie en temperen
hyperactiviteit/impulsiviteit
• Indirecte voordelen
• Niet als enige vorm van therapie
• Dosis afstemmen
18
Trainingen
• Executieve functies, aandacht en geheugen
• Probleemoplossingsvaardigheden
• Planningsvaardigheden
• Studeervaardigheden
• …
19
Psychosociale begeleiding
• Psycho-educatie
• Psychologische begeleiding (~ depressie,
faalangst,…)
20
Aanpassingen aan sociale en fysieke context
• Educatie van omgeving ~ voorlichting in functie
van erkenning en begrip
• Redelijke aanpassingen of maatregelen

More Related Content

Deel 4 adhd

  • 1. Deel 3 Jongeren met nood aan verhoogde zorg Ontwikkelingsstoornissen uitgediept ADHD Attention Deficit Hyperactivity Disorder
  • 2. ADHD is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig patroon van significante problemen op het vlak van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit. 1. Definitie Attention Deficit Hyperactivity Disorder
  • 3. ADHD is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig patroon van significante problemen op het vlak van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit. Manifesteert zich al voor 12 jarige leeftijd Ontwikkelingsstoornis, aangeboren
  • 4. Symptomen blijven minstens 6 maanden aanhouden en verdwijnen niet zomaar vanzelf of met intensieve ondersteuning ADHD is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig patroon van significante problemen op het vlak van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit. Meer uitgesproken problemen dan bij leeftijdsgenoten en die het functioneren of de ontwikkeling op diverse domeinen negatief beïnvloeden
  • 6. 2. Primaire gedragskenmerken 6 Aandachtstekort/onoplettendheid • Snel afgeleid door prikkels uit omgeving of door eigen gedachten • Moeite met plannen • Ongestructureerd • Details worden over het hoofd gezien • Vaak vergeetachtig • Raakt vaak dingen kwijt MAAR OOK! • Hyperfocus • Sterkere prikkel nodig om zich te kunnen concentreren
  • 7. 2. Primaire gedragskenmerken 7 Hyperactiviteit / impulsiviteit • Vaak onrustig in beweging zijn • Vaak in de weer • Spraakwaterval • Innerlijke rusteloosheid • Hyperactiviteit in gedrag verdwijnt meestal op volwassen leeftijd
  • 8. 2. Primaire gedragskenmerken 8 Hyperactiviteit / impulsiviteit • Gebrek innerlijke controle (remfunctie) • Gevaarlijk gedrag • Sociale opdringerigheid • Ondoordacht aan iets beginnen • Ondoordachte besluiten nemen • Moeite beurt afwachten • Vaak geassocieerd met lage frustratietolerantie en prikkelbare stemming
  • 9. 2. Primaire gedragskenmerken 9 Contextfactoren met een positieve invloed op het gedrag: • Aanwezigheid van frequente en onmiddellijke beloning • Positieve feedback op goed gedrag • Toezicht van een begeleider • Nieuwe of gestructureerde situatie • Afwezigheid van achtergrondlawaai • Krijgen van individuele aandacht • Uur van de dag (minder symptomen in de VM)
  • 10. 10 Overwegend onoplettend type (ADD) (meer bij meisjes) Overwegend hyperactief type (meer bij jongens) Gecombineerde type (komt het meeste voor)
  • 11. 3. Secundaire kenmerken 11 • Leerachterstand (onderpresteren) • Afkeer voor mentaal inspannende taken (opstandig) • Afwijzing, uitsluiting en pesterijen • Negatieve interacties en stress in het gezin • Laag zelfbeeld (vaak straf) • Angsten, psychosomatische klachten,depressief • Risico voor de toekomst! • Zittenblijven, vroegtijdige schoolverlaten • Middelenmisbruik  Belang van begrip uit de omgeving om negatieve spiraal te doorbreken
  • 12.  5% (2,5% volwassenen)  2 à 3 jongens - 1 meisje  50-80% heeft minstens één bijkomende stoornis (gedragsstoornis, leerstoornissen, ASS, ticstoornissen,….) 4. Prevalentie en comorbiditeit 12
  • 13.  Gaat nooit weg (persistent)  50-80% kinderen kenmerken in de adolescentie  50% adolescenten kenmerken in volwassenheid 5. Beloop en prognose 13
  • 14.  Kleutertijd (3 à 4 j) : • Eerste symptomen, nog geen diagnose  Basisschoolleeftijd: • Meer op voorgrond: onoplettendheid • langzame daling: Hyperactiviteit (10-11j) Impulsiviteit (12j)  Adolescentie / volwassenheid • Motorische onrust innerlijke rusteloosheid • Aandachtsproblemen blijven • Plannings- en organisatieproblemen 5. Beloop en prognose 14
  • 15.  Genetische factoren: zit in de ‘familie’: betrokken genen: neurotransmissie van dopamine  Risicofactoren tijdens de zwangerschap: negatieve beïnvloeding van de ontwikkeling van de hersenen  Tijdens de geboorte: zuurstoftekort, of prematuriteit  Neurologisch: prefrontale hersengebieden en corpus callosum kleiner en niet optimaal functioneren van neurotransmissiesysteem 6. Etiologie 15
  • 16. 7. Begeleiding ADHD is niet te genezen en vormt daardoor een blijvende kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te milderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken.
  • 17. 17 Farmacotherapie • Werkt bij 70-80% van de kinderen • Verbeteren concentratie en temperen hyperactiviteit/impulsiviteit • Indirecte voordelen • Niet als enige vorm van therapie • Dosis afstemmen
  • 18. 18 Trainingen • Executieve functies, aandacht en geheugen • Probleemoplossingsvaardigheden • Planningsvaardigheden • Studeervaardigheden • …
  • 19. 19 Psychosociale begeleiding • Psycho-educatie • Psychologische begeleiding (~ depressie, faalangst,…)
  • 20. 20 Aanpassingen aan sociale en fysieke context • Educatie van omgeving ~ voorlichting in functie van erkenning en begrip • Redelijke aanpassingen of maatregelen