際際滷

際際滷Share a Scribd company logo
Deel 3 Jongeren met nood aan verhoogde zorg
Ontwikkelingsstoornissen uitgediept
Autisme spectrum stoornis (ASS)
Autisme is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig patroon
van zowel significante beperkingen in de sociale omgang als beperkte,
repetitieve interesses en gedragingen.
1. Definitie
ASS is een
ontwikkelingsstoornis en
dus aangeboren
Autisme is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig patroon
van zowel significante beperkingen in de sociale omgang als beperkte,
repetitieve interesses en gedragingen.
1. Definitie
Symptomen blijven
aanhouden en verdwijnen
niet (ook niet met
intensieve ondersteuning)
Duidelijke belemmering in
alledaags functioneren
2. Primaire gedragskenmerken:
twee kernsymptomen
4
Ernstige aanhoudende
problemen met de
wederkerige sociale
communicatie en
interactie.
Beperkte en repetitieve
gedragspatronen,
interesses of activiteiten
 Tekort aan wederkerigheid
 Tekort aan vlot op elkaar inspelen (gesprek  emoties delen)
 Moeite om relaties te begrijpen en te ontwikkelen.
= Continu端m: contact weren interesse in contact, maar
sociaal onhandig.
Ernstige aanhoudende problemen met
de wederkerige sociale interactie
5
 Tekorten in het non-verbale gedrag: slechte afstemming
tussen verbale / non-verbale communicatie
 Tekorten in taal/spraak: moeite met taalbegrip, gekunsteld
of overdreven letterlijk taalgebruik. Moeite met
dubbelzinnige woorden, gezegdes, grapjes.
6
Ernstige aanhoudende problemen met de
sociale communicatie
 Motorisch: handen fladderen,
draaien met handen/vingers,
tenen lopen, wiegen hoofdbonken
 Gebruik voorwerpen: niet
spelen, maar alles op een rijtje, of
proberen te laten draaien als een
tol
Beperkte en repetitieve gedragspatronen, interesses of
activiteiten (stereotiepen)
7
 Spraak: echolalie, spreken over
zichzelf in de jij-vorm, spreken te stil
of te luid, vreemde intonatie, 
 Rigiditeit of gemis aan flexibiliteit:
weerstand tegen plotse veranderingen.
Vasthouden aan starre denkpatronen,
rituelen, routines: steeds dezelfde
weg, vaste eetplaats, .. Routines
zorgen voor houvast.
8
 Bijzonder specifieke interesses. Worden
volledig in beslag genomen, voor lange
tijd: activiteiten, voorwerpen. Specifiek
thema (normale begaafdheid)
 Hypersensitiviteit voor zintuiglijke
prikkels: afkeer, extreem sterk reageren.
 Hyposensitief voor andere prikkels.
 Raken snel overprikkeld: terugtrekken
of in woede uitbarsten.
 Fascinatie voor bepaalde prikkels.
Grote heterogeniteit
9
3. Fenotypes
DSM IV
1. Autistische stoornis
2. Asperger
3. POS-NAO
4. Desintegratiestoornis van
kindertijd
5. Syndroom van Rett
DSM-5
1. ASS (overkoepelend 1-4)
2. Syndroom van Rett
10
11
Afzijdige type Passieve type
Actief-maar-bizar type Hoogdravend of stijl-
formalistisch type
sociale fenotypes
4. Secundaire kenmerken
12
 Eet- en drinkproblemen: overgevoelig voor bepaalde
texturen en afkeer voor bepaalde smaken
 Slechte schoolprestaties: cognitieve problemen,
planningsproblemen, 
 Extreme angsten door onvoorspelbare wereld
 Gedragsproblemen: driftbuien/woedeaanvallen
 Zelfbeschadigend gedrag door frustratie of stereotypie
 Eet- en drinkproblemen
 Normaal begaafde ASS: negatief zelfbeeld, depressieve
gevoelens
 Slachtoffer pesterijen
 Problemen in het gezin
 Latere leeftijd: minder kans op zelfstandig leven;
intieme relatie, gezin,
 1% (4 keer zo vaak bij jongens dan bij meisjes)
 70-80% heeft minstens 辿辿n bijkomende stoornis
(verstandelijke beperking, taalstoornis, ADHD, DCD,
ticstoornissen, angst- of stemmingstoornissen,)
5. Prevalentie en comorbiditeit
13
 Eerste symptomen leeftijd 1-2 jaar
 Vertraagde taalontwikkeling
 Gebrek aan sociale interesses en ongebruikelijke sociale interacties
 Kenmerken zijn het best zichtbaar op 4-5 jaar
 Levenslange stoornis maar met stijgende leeftijd en gepaste
interventies verbetering mogelijk
6. Beloop en prognose
14
 Prognose afhankelijk van kindfactoren
 Normale begaafdheid en aanwezigheid taal voor 6 jaar  gunstige
prognose
 Ernst van moeilijkheden afhankelijk van contextuele factoren
 Mate van vertrouwdheid met de ander
 Aanpak en houding omgeving
 Mate van duidelijkheid en voorspelbaarheid in de fysieke
omgeving
6. Beloop en prognose
15
 Multifactori谷le etiologie
 Genetisch bepaald: significante erfelijkheidsfactor (50-90%)
 Omgevingsfactoren: hogere leeftijd ouders, alcohol,
complicaties tijdens de bevalling,
 Neurobiologisch: geen grote beschadiging wel kleinere
neuroanatomische, -fysiologische en chemische verschillen.
7. Etiologie
16
8. Begeleiding
AUTISMEVRIENDELIJK KLIMAAT
Aanpassingen aan de sociale en fysieke context:
zorgen voor duidelijkheid en voorspelbaarheid.
18
Veilig klasklimaat
 Vier principes
 Visualisering en concretisering
 Verheldering
 Individualisering
 Functionaliteit
Veilig klasklimaat
 Visualisering en concretisering
akenhttps://www.sclera.be/nl/picto/overview
van pictogrammen of een ordelijk uitgeschreven
(dag)programma
Veilig klasklimaat
 Verheldering
e leerling heeft een eigen planbord
Veilig klasklimaat
 Individualisering
n eigen werkplek voor de leerling bij individueel werken
Veilig klasklimaat
 Functionaliteit
klas bestaat uit verschillende werkplekken
24
Veilig klasklimaat
 Hulpmiddelen
 Timer of een kleurenklok
 Persoonlijke map
 Plattegrond van de school
 Lesuren per dag
 Vakanties en vrije dagen
 Docenten
 Schoolregels
 Persoonlijke
afspraken/regels
 Huiswerkschemas
26
27

More Related Content

Deel 4 ass

  • 1. Deel 3 Jongeren met nood aan verhoogde zorg Ontwikkelingsstoornissen uitgediept Autisme spectrum stoornis (ASS)
  • 2. Autisme is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig patroon van zowel significante beperkingen in de sociale omgang als beperkte, repetitieve interesses en gedragingen. 1. Definitie ASS is een ontwikkelingsstoornis en dus aangeboren
  • 3. Autisme is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig patroon van zowel significante beperkingen in de sociale omgang als beperkte, repetitieve interesses en gedragingen. 1. Definitie Symptomen blijven aanhouden en verdwijnen niet (ook niet met intensieve ondersteuning) Duidelijke belemmering in alledaags functioneren
  • 4. 2. Primaire gedragskenmerken: twee kernsymptomen 4 Ernstige aanhoudende problemen met de wederkerige sociale communicatie en interactie. Beperkte en repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten
  • 5. Tekort aan wederkerigheid Tekort aan vlot op elkaar inspelen (gesprek emoties delen) Moeite om relaties te begrijpen en te ontwikkelen. = Continu端m: contact weren interesse in contact, maar sociaal onhandig. Ernstige aanhoudende problemen met de wederkerige sociale interactie 5
  • 6. Tekorten in het non-verbale gedrag: slechte afstemming tussen verbale / non-verbale communicatie Tekorten in taal/spraak: moeite met taalbegrip, gekunsteld of overdreven letterlijk taalgebruik. Moeite met dubbelzinnige woorden, gezegdes, grapjes. 6 Ernstige aanhoudende problemen met de sociale communicatie
  • 7. Motorisch: handen fladderen, draaien met handen/vingers, tenen lopen, wiegen hoofdbonken Gebruik voorwerpen: niet spelen, maar alles op een rijtje, of proberen te laten draaien als een tol Beperkte en repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten (stereotiepen) 7
  • 8. Spraak: echolalie, spreken over zichzelf in de jij-vorm, spreken te stil of te luid, vreemde intonatie, Rigiditeit of gemis aan flexibiliteit: weerstand tegen plotse veranderingen. Vasthouden aan starre denkpatronen, rituelen, routines: steeds dezelfde weg, vaste eetplaats, .. Routines zorgen voor houvast. 8
  • 9. Bijzonder specifieke interesses. Worden volledig in beslag genomen, voor lange tijd: activiteiten, voorwerpen. Specifiek thema (normale begaafdheid) Hypersensitiviteit voor zintuiglijke prikkels: afkeer, extreem sterk reageren. Hyposensitief voor andere prikkels. Raken snel overprikkeld: terugtrekken of in woede uitbarsten. Fascinatie voor bepaalde prikkels. Grote heterogeniteit 9
  • 10. 3. Fenotypes DSM IV 1. Autistische stoornis 2. Asperger 3. POS-NAO 4. Desintegratiestoornis van kindertijd 5. Syndroom van Rett DSM-5 1. ASS (overkoepelend 1-4) 2. Syndroom van Rett 10
  • 11. 11 Afzijdige type Passieve type Actief-maar-bizar type Hoogdravend of stijl- formalistisch type sociale fenotypes
  • 12. 4. Secundaire kenmerken 12 Eet- en drinkproblemen: overgevoelig voor bepaalde texturen en afkeer voor bepaalde smaken Slechte schoolprestaties: cognitieve problemen, planningsproblemen, Extreme angsten door onvoorspelbare wereld Gedragsproblemen: driftbuien/woedeaanvallen Zelfbeschadigend gedrag door frustratie of stereotypie Eet- en drinkproblemen Normaal begaafde ASS: negatief zelfbeeld, depressieve gevoelens Slachtoffer pesterijen Problemen in het gezin Latere leeftijd: minder kans op zelfstandig leven; intieme relatie, gezin,
  • 13. 1% (4 keer zo vaak bij jongens dan bij meisjes) 70-80% heeft minstens 辿辿n bijkomende stoornis (verstandelijke beperking, taalstoornis, ADHD, DCD, ticstoornissen, angst- of stemmingstoornissen,) 5. Prevalentie en comorbiditeit 13
  • 14. Eerste symptomen leeftijd 1-2 jaar Vertraagde taalontwikkeling Gebrek aan sociale interesses en ongebruikelijke sociale interacties Kenmerken zijn het best zichtbaar op 4-5 jaar Levenslange stoornis maar met stijgende leeftijd en gepaste interventies verbetering mogelijk 6. Beloop en prognose 14
  • 15. Prognose afhankelijk van kindfactoren Normale begaafdheid en aanwezigheid taal voor 6 jaar gunstige prognose Ernst van moeilijkheden afhankelijk van contextuele factoren Mate van vertrouwdheid met de ander Aanpak en houding omgeving Mate van duidelijkheid en voorspelbaarheid in de fysieke omgeving 6. Beloop en prognose 15
  • 16. Multifactori谷le etiologie Genetisch bepaald: significante erfelijkheidsfactor (50-90%) Omgevingsfactoren: hogere leeftijd ouders, alcohol, complicaties tijdens de bevalling, Neurobiologisch: geen grote beschadiging wel kleinere neuroanatomische, -fysiologische en chemische verschillen. 7. Etiologie 16
  • 17. 8. Begeleiding AUTISMEVRIENDELIJK KLIMAAT Aanpassingen aan de sociale en fysieke context: zorgen voor duidelijkheid en voorspelbaarheid.
  • 18. 18
  • 19. Veilig klasklimaat Vier principes Visualisering en concretisering Verheldering Individualisering Functionaliteit
  • 20. Veilig klasklimaat Visualisering en concretisering akenhttps://www.sclera.be/nl/picto/overview van pictogrammen of een ordelijk uitgeschreven (dag)programma
  • 21. Veilig klasklimaat Verheldering e leerling heeft een eigen planbord
  • 22. Veilig klasklimaat Individualisering n eigen werkplek voor de leerling bij individueel werken
  • 23. Veilig klasklimaat Functionaliteit klas bestaat uit verschillende werkplekken
  • 24. 24
  • 25. Veilig klasklimaat Hulpmiddelen Timer of een kleurenklok Persoonlijke map Plattegrond van de school Lesuren per dag Vakanties en vrije dagen Docenten Schoolregels Persoonlijke afspraken/regels Huiswerkschemas
  • 26. 26
  • 27. 27