2. 2
Welk gevoel heb je wanneer je plots
beseft dat er mogelijk gevaar op je
afkomt, wanneer je denkt dat je
verdwaald bent, of wanneer je vreest
dat iemand je zal verlaten?
Hoe reageer je op deze plotse
gedachte of gebeurtenis? Word je
angstig, begin je te zweten of te huilen?
3. 1. Wat is angst?
3
= een natuurlijke reactie. Het is je geest
en je lichaam die reageren op een
mogelijk gevaar. Een gevaar dat reeds
aanwezig is of dat er zit aan te komen.
Externe oorzakelijke factoren Interne oorzakelijke factoren
Combinatie van oorzaken
5. 5
3. Wat als angst evolueert tot angstgedachten en
angstgedrag?
Adaptieve
emotie
(normaal)
Abnormale
angst of
angststoornis
7. 4. Wat is faalangst?
7
= de angst om te falen in
situaties waarin je moet
presteren (of waarin je in ieder
geval dat gevoel hebt) en waar
je in beoordeeld wordt.
11. Actieve faalangst
 Extra hard werken
 Leggen de lat hoog
 Perfectionistisch
 Slechte studiemethode
 Onhaalbare doelen
 Slaaptekort, weinig sociale
contacten,
voedingsproblemen, …
Passieve faalangst
 Alle studiemotivatie is
verdwenen
 Lijken zich hier geen zorgen
over te maken
 Dagdromen, spijbelen,
rebels gedrag, chaotisch
leven, …
11
14. 9. Impact op verschillende domeinen
Betrokkenheid:
bepaalde manier van beleven
van een aangeboden
activiteit.
 Vbn: energie,
nauwkeurigheid,
doorzetting, voldoening, …
Welbevinden:
toestand waarin men iets
beleeft.
 Vbn: innerlijke rust,
zelfvertrouwen, flexibiliteit,
ontspanning, ...
14
15.  Cognitieve reacties: black-out, Calimero-effect, tunneldenkers
(presteren!), anderen idealiseren, doemdenkers, …
 Fysieke reacties: hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, stotteren,
hyperventilatie, … (verdwijnen na de prestatiesituatie)
 Gedrag: vragen regelmatig feedback, weinig zelfvertrouwen,
stoppen zich weg, uitermate druk, ….
10. Symptomen bij faalangst
15
16.  Krijgen vaak een label opgeplakt
 Subjectieve interpretatie!
11. Etiket of type
16
17. 17
Prestatietype
Legt de lat zeer
hoog. Welbevinden
is afhankelijk van
behaalde resultaten.
Twijfeltype
School is een
angstige plek.
Schoolmoe. Negatief
tov (nieuw) werk.
Overafhankelijke
type
Sterk afhankelijk van
de lkr. Continu
vragen en
bevestiging.
Overonafhankelijke
type
Weigeren hulp.
Hulp = falen.
Ontploffen bij falen.
Isolatietype
Presteren = angst.
Meeste zorgen,
hebben opgegeven.