2. 2
Welk gevoel heb je wanneer je plots
beseft dat er mogelijk gevaar op je
afkomt, wanneer je denkt dat je
verdwaald bent, of wanneer je vreest
dat iemand je zal verlaten?
Hoe reageer je op deze plotse
gedachte of gebeurtenis? Word je
angstig, begin je te zweten of te huilen?
3. 1. Wat is angst?
3
= een natuurlijke reactie
beschermingsmechanisme
Externe factoren Interne factoren
Angstgedachten en angstgedrag ook wanner een
situatie zich nog niet heeft voorgedaan
4. 2. Wat is faalangst
4
Faalangst is een vorm van angst. Deze angst komt
op wanneer iemand moet presteren of denkt dat
hij/zij moet presteren, terwijl hij/zij bang is dat het
niet gaat lukken of een negatieve beoordeling zal
krijgen van anderen. Faalangst is altijd gekoppeld
aan een taak of opdracht (van der Zalm - Grisnich,
2009).
Omschrijving
11. Actieve faalangst
Extra hard werken
Leggen de lat hoog
Perfectionistisch
Slechte studiemethode
Onhaalbare doelen
Slaaptekort, weinig sociale
contacten, voedingsproblemen,
Passieve faalangst
Alle studiemotivatie is verdwenen
Lijken zich hier geen zorgen over te
maken
Dagdromen, spijbelen, rebels
gedrag, chaotisch leven,
11
Soorten faalangst
12. 12
Prevalentie en comorbiditeit
1/10 leerlingen in Vlaamse onderwijs lijst aan ernstige vorm van faalangst (geen
exacte cijfers beschikbaar)
Comorbiditeit: depressie, angstklachten, sociaal isolement en middelenmisbruik.
15. 15
Etiologie
Opvoedingsfactoren
Prestatiegerichte ouders met onrealistische verwachtingen
Moeite met acceptatie minder sterke prestaties
Druk om beter te presteren (via impliciete boodschappen: Doe je best, Wees de
beste, Wees sterk.
Positief opvoedingsklimaat ontbreekt
Eigen reactie van ouders op stresserende situaties (rolmodel)
Hechtheidsrelatie
Overbeschermende omgeving
Verwaarlozing
Ondersteuning bij probleemoplossende taken (taakirrelevant gedrag stimuleren)
17. 17
Etiologie
Attributiestijl
Leerlingen met faalangst
oorzaken van succes externe factoren (geluk, toeval, gemakkelijke
vragen,)
Oorzaken van falen interne en onbeheersbare factoren (onvoldoende
capaciteiten)
Inadequate attributiestijl fixed mindset
18. 3. Begeleiding en behandeling
18
1. Aanpassingen aan de sociale en fysieke
context
Veilig klas- en leerklimaat
Goede
leerkracht-
leerling relatie
Emotionele
veiligheid
Open houding
Positieve
verwachtinge
n
Heersende
normen
Orde en
regelmaat
19. 3. Begeleiding en behandeling
19
1. Aanpassingen aan de sociale en fysieke
context
Lesopbouw en lesaanpak
Aanbieden van
nieuwe
leerstof
Verwerken
of inoefenen
van leerstof
Mindset positief
be誰nvloeden
Focus op
verminderen
van stress en
angst
Voor, tijdens
en na het
evalueren
Be誰nvloeding van
werkhouding:
procesgerichte
feedback,
bewustmaking
van succes
versterken van
zelfstandigheid
20. 3. Begeleiding en behandeling
20
2. Psychosociale begeleiding
Gericht op het emotioneel en gedragsmatig functioneren van de jongere zelf
Via faalangsttraining
Georganiseerd door centra voor geestelijke gezondheidszorg,
psychologenpraktijken,
Scholen nemen deze rol ook op!
Vanuit de interne leerlingenbegeleiding
Ondersteuning door CLB
21. 3. Begeleiding en behandeling
21
2. Psychosociale begeleiding
Focus op ontwikkelen van positief zelfbeeld en meer zelfvertrouwen
Training gericht op het wijzigen van aanwezige denkpatroon en verminderen
van spanning.