1. Deel 3 Jongeren met nood aan verhoogde zorg
Ontwikkelingsstoornissen uitgediept
Ticstoornissen
2. 1. Definitie
Een ticstoornis is een stoornis die gekenmerkt wordt door een repetitief en
chronisch patroon van motorische en/of vocale tics zonder duidelijke oorzaak
Een ticstoornis is een
ontwikkelingsstoornis en
dus aangeboren
De tics zijn repetitief en
chronisch. Ticvrije
periodes kunnen
voorkomen.
3. 1. Definitie
Een ticstoornis is een stoornis die gekenmerkt wordt door een repetitief en
chronisch patroon van motorische en/of vocale tics zonder duidelijke oorzaak
Een tic kan motorisch of
vocaal zijn
Oorzaak is onduidelijk
6.  Stoornis van Gilles de la Tournette
• Min. 2 motorische & 1 vocale ticstoornis
 Persisterende (chronische) motorische of vocale ticstoornis
 Voorlopige ticstoornis
Slechts 1 classificatie mogelijk & verandering van
type is mogelijk.
3. Fenotypes
6
8.  15% van de kinderen tussen 4-15 jaar heeft last gehad van
een tic
• Meestal niet ernstig
• Meeste verdwijnen na enkele maanden
 Chronische tics bij kinderen: 6%
• Volwassenen: 1%
• Vooral lichtere ticstoornissen
5. Prevalentie
8
10.  Bijkomende problemen (geen stoornissen)
• Dwanggedachten- en handeling
• Problemen met impulscontrole
• Problemen met fijne motoriek en visuomotoriek
• Problemen met plannen & organiseren
• Lichamelijke hypersenitiviteit
7. Comorbiditeit
10
11.  Meeste tics zijn zichtbaar vanaf 5 à 6 jaar
• Piek rond 12 jaar
• Na puberteit verminderen deze
• Bij de meeste verdwenen rond 20 jaar
 Graduele ontwikkeling in ernst
7. Beloop
11
13. 1. Farmacotherapie
 Bij fysieke letsels of klachten
 Bij ernstige interferentie met contact leeftijdsgenoten of schools
functioneren
 Maakt tics beter hanteerbaar
 Regelmatige evaluatie omdat tics na verloop van tijd meestal
zelf afnemen
9 begeleiding
13
14. 2. Vaardigheidstraining
Bij last op sociaal en/of emotioneel vlak tics leren
onderdrukken of tics leren uiten op een manier dat het minder
opvalt voor de omgeving
9 begeleiding
14
15. 3. Psychosociale begeleiding
 Aandacht voor het accepteren van de beperkingen en het
erkennen van de sterke eigenschappen en vaardigheden
 Psychologische begeleiding
9 begeleiding
15
16. 4. Aanpassingen aan de sociale en fysieke context
 Sociale omgevingsaanpassingen
• Erkenning en begrip
• Leerkracht als voorbeeldfunctie
• Klimaat waarin tics worden getolereerd en genegeerd ïƒ
stressreductie
• Leerlingen als buddy (schoolse taken en in sociale situaties)
9 begeleiding
16
17. 4. Aanpassingen aan de sociale en fysieke context
 Fysieke omgevingsaanpassingen
Redelijke aanpassingen
• Voldoende tijd voor taken en toetsen
• Laptop
• Evaluatie in apart lokaal zodat tics niet onderdrukt moeten worden
• Veilige ruimte om tics de vrije loop te kunnen laten gaan
• …
• + zie redelijke aanpassingen ADHD
9 begeleiding
17
18. 4. Aanpassingen aan de sociale en fysieke context
 Ondersteuningsvormen
Basisaanbod buitengewoon onderwijs bij ernstige
leerproblemen omwille van tics met comorbide stoornissen.
9 begeleiding
18