Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de zevenentwintigste zondag door het jaar. Franciscusfeest. Eerbied voor de schepping. (B 2024) Ten Bos – Sint Amanduskerk Erembodegem. De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: https://www.kerknet.be/parochie-aalst-hopparochie/inspiratie/vieringen-op-ten-bos
1 of 45
Download to read offline
More Related Content
Eerbied voor de schepping. Franciscus ( B27 Ten Bos )
2. Er moet een tuin zijn voor de merel
en een boom voor spechten.
Er moet een plek zijn op de wereld
waar geen mens met je vecht.
Er moet een land zijn voor de mensen,
nergens thuis in een tent.
Er moet een plek zijn op de wereld
waar je steeds veilig bent.
Er moeten mensen zijn als vogels,
vleugelvrij in de lucht en
er mag geen angst meer zijn voor kogels
en geen mens op de vlucht.
Er moet een plek zijn om te blijven,
en een plek om te gaan.
Er moet ook lucht zijn om te drijven,
poten om op te staan.
Er moet een tuin zijn als een hemel
waar de bomen nog bloeien,
van vruchten geven, zonder nemen,
van een eeuwige bloei
3. Er moet een tuin zijn voor de merel
en een boom voor spechten.
Er moet een plek zijn op de wereld
waar geen mens met je vecht.
Er moet een land zijn voor de mensen,
nergens thuis in een tent.
Er moet een plek zijn op de wereld
waar je steeds veilig bent.
Er moeten mensen zijn als vogels,
vleugelvrij in de lucht en
er mag geen angst meer zijn voor kogels
en geen mens op de vlucht.
Er moet een plek zijn om te blijven,
en een plek om te gaan.
Er moet ook lucht zijn om te drijven,
poten om op te staan.
Er moet een tuin zijn als een hemel
waar de bomen nog bloeien,
van vruchten geven, zonder nemen,
van een eeuwige bloei
4. Er moet een tuin zijn voor de merel
en een boom voor spechten.
Er moet een plek zijn op de wereld
waar geen mens met je vecht.
Er moet een land zijn voor de mensen,
nergens thuis in een tent.
Er moet een plek zijn op de wereld
waar je steeds veilig bent.
Er moeten mensen zijn als vogels,
vleugelvrij in de lucht en
er mag geen angst meer zijn voor kogels
en geen mens op de vlucht.
Er moet een plek zijn om te blijven,
en een plek om te gaan.
Er moet ook lucht zijn om te drijven,
poten om op te staan.
Er moet een tuin zijn als een hemel
waar de bomen nog bloeien,
van vruchten geven, zonder nemen,
van een eeuwige bloei
(naar Dam Eppie / Jan-Willem van de Velde ‘wij gaan weer verder’)
6. Geef ons, geef ons een hart
groot om lief te hebben.
Geef ons, geef ons een hart,
sterk om mee te strijden.
Danos un corazón grande para amar
Danos un corazón fuerte para luchar
7. Almachtige, verheven Heer, halleluja,
aan U behoort de lof en eer, halleluja.
Wie kan U loven als Gij zijt, halleluja,
wij zegenen uw heerlijkheid, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
Geloofd om moeder aarde, Heer, halleluja,
ons leven staat in haar beheer, halleluja,
zij geeft ons vruchten zonder tal, halleluja,
en bonte bloemen overal, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
8. Almachtige, verheven Heer, halleluja,
aan U behoort de lof en eer, halleluja.
Wie kan U loven als Gij zijt, halleluja,
wij zegenen uw heerlijkheid, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
Geloofd om moeder aarde, Heer, halleluja,
ons leven staat in haar beheer, halleluja,
zij geeft ons vruchten zonder tal, halleluja,
en bonte bloemen overal, halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
10. Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar haat heerst
laat mij daar Uw liefde brengen;
waar tweedracht is en krenking
uw verzoening;
waar twijfel heerst, geloof in U.
O Heer laat niet toe dat ik ooit zoek
getroost te worden, meer dan te troosten;
verstaan te worden, meer dan te verstaan;
bemind te worden, meer dan te beminnen.
Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar wanhoop is
laat mij daar brengen hoop;
waar droefheid heerst uw vreugde;
waar duisternis alleen uw licht.
11. Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar haat heerst
laat mij daar Uw liefde brengen;
waar tweedracht is en krenking
uw verzoening;
waar twijfel heerst, geloof in U.
O Heer laat niet toe dat ik ooit zoek
getroost te worden, meer dan te troosten;
verstaan te worden, meer dan te verstaan;
bemind te worden, meer dan te beminnen.
Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar wanhoop is
laat mij daar brengen hoop;
waar droefheid heerst uw vreugde;
waar duisternis alleen uw licht.
12. Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar haat heerst
laat mij daar Uw liefde brengen;
waar tweedracht is en krenking
uw verzoening;
waar twijfel heerst, geloof in U.
O Heer laat niet toe dat ik ooit zoek
getroost te worden, meer dan te troosten;
verstaan te worden, meer dan te verstaan;
bemind te worden, meer dan te beminnen.
Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar wanhoop is
laat mij daar brengen hoop;
waar droefheid heerst uw vreugde;
waar duisternis alleen uw licht.
13. Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar haat heerst
laat mij daar Uw liefde brengen;
waar tweedracht is en krenking
uw verzoening;
waar twijfel heerst, geloof in U.
O Heer laat niet toe dat ik ooit zoek
getroost te worden, meer dan te troosten;
verstaan te worden, meer dan te verstaan;
bemind te worden, meer dan te beminnen.
Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar wanhoop is
laat mij daar brengen hoop;
waar droefheid heerst uw vreugde;
waar duisternis alleen uw licht.
14. Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar haat heerst
laat mij daar Uw liefde brengen;
waar tweedracht is en krenking
uw verzoening;
waar twijfel heerst, geloof in U.
O Heer laat niet toe dat ik ooit zoek
getroost te worden, meer dan te troosten;
verstaan te worden, meer dan te verstaan;
bemind te worden, meer dan te beminnen.
Maak mij een bedding van uw vrede.
Waar wanhoop is
laat mij daar brengen hoop;
waar droefheid heerst uw vreugde;
waar duisternis alleen uw licht.
16. [voorganger]
Ik geloof in de goede bedoelingen
van elke mens,
[allen]
Ik geloof in elke mens
die eerlijk zijn weg zoekt in het leven,
die openstaat voor anderen
en niet bekommerd is
om zichzelf alleen.
Geloofsbelevenis
18. [Al.]
Ik geloof
dat ik pas ten volle kan groeien als mens
als ik kan afstappen van mijn eigen gelijk
en durf openstaan
voor andere volkeren en culturen,
voor andere visies en overtuigingen.
19. [Vg.]
Ik geloof dat God
zich op vele wijzen laat kennen:
doorheen mensen
die Hem eerlijk zoeken,
doorheen de arme en de kleine,
in wie Hij
zich het duidelijkst laat zien.
20. [Al.]
Ik geloof
dat wij moeten samenwerken
en leren luisteren naar elkaar;
dat wij elkaar
mogen bevragen en aanvullen.
Ik geloof
dat wij meer moeten zoeken
naar wat ons samenbindt,
dan naar wat ons scheidt.
22. Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.
Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.
Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(Prins
Sieds
/
Löwenthal
Tom)
24. De vinger die je uitsteekt,
de dingen die je zegt,
gedachten die je koestert,
de zaak waarvoor je vecht,
de bloemen die je uitdeelt,
de blik op je gezicht,
’t bepaalt wat je teweegbrengt:
het duister of het licht.
REFR
En heel de schepping ademt
bij het goed dat je doet.
Het zit in kleine daden,
in elke lieve groet.
Want al dat kleine goede
is wat ons verbindt,
is hoe het ooit bedoeld is:
dat goddelijk begin.
't Berichtje op een website,
de koffie die je drinkt,
het ene glaasje minder,
het liedje dat je zingt,
het geld dat je wil geven,
’t persoonlijke gedicht,
’t bepaalt waar je naar toe gaat:
het duister of het licht.
De knipoog naar de kleuter,
het kopje thee op bed,
het pakje dat je opstuurt,
de mens waar jij op let,
de boel de boel te laten,
of 't volgen van je plicht,
’t bepaalt wat er gaat winnen:
het duister of het licht.
Het nodigen aan tafel,
het lachen om de trend,
het voeren van de eendjes,
het zijn zoals je bent,
het nee tegen het onrecht,
een daad zonder gewicht,
’t bepaalt de loop der dingen:
het duister of het licht.
De toegewijde aandacht,
’t vertrouwen dat je geeft,
de eenvoud van je hand'len,
het voelen dat je leeft,
het trilt in heel de kosmos;
het heeft echt veel gewicht
zorgt voor die andere wending:
het duister of het licht.
25. De vinger die je uitsteekt,
de dingen die je zegt,
gedachten die je koestert,
de zaak waarvoor je vecht,
de bloemen die je uitdeelt,
de blik op je gezicht,
’t bepaalt wat je teweegbrengt:
het duister of het licht.
REFR
En heel de schepping ademt
bij het goed dat je doet.
Het zit in kleine daden,
in elke lieve groet.
Want al dat kleine goede
is wat ons verbindt,
is hoe het ooit bedoeld is:
dat goddelijk begin.
't Berichtje op een website,
de koffie die je drinkt,
het ene glaasje minder,
het liedje dat je zingt,
het geld dat je wil geven,
’t persoonlijke gedicht,
’t bepaalt waar je naar toe gaat:
het duister of het licht.
De knipoog naar de kleuter,
het kopje thee op bed,
het pakje dat je opstuurt,
de mens waar jij op let,
de boel de boel te laten,
of 't volgen van je plicht,
’t bepaalt wat er gaat winnen:
het duister of het licht.
Het nodigen aan tafel,
het lachen om de trend,
het voeren van de eendjes,
het zijn zoals je bent,
het nee tegen het onrecht,
een daad zonder gewicht,
’t bepaalt de loop der dingen:
het duister of het licht.
De toegewijde aandacht,
’t vertrouwen dat je geeft,
de eenvoud van je hand'len,
het voelen dat je leeft,
het trilt in heel de kosmos;
het heeft echt veel gewicht
zorgt voor die andere wending:
het duister of het licht.
26. De vinger die je uitsteekt,
de dingen die je zegt,
gedachten die je koestert,
de zaak waarvoor je vecht,
de bloemen die je uitdeelt,
de blik op je gezicht,
’t bepaalt wat je teweegbrengt:
het duister of het licht.
REFR
En heel de schepping ademt
bij het goed dat je doet.
Het zit in kleine daden,
in elke lieve groet.
Want al dat kleine goede
is wat ons verbindt,
is hoe het ooit bedoeld is:
dat goddelijk begin.
't Berichtje op een website,
de koffie die je drinkt,
het ene glaasje minder,
het liedje dat je zingt,
het geld dat je wil geven,
’t persoonlijke gedicht,
’t bepaalt waar je naar toe gaat:
het duister of het licht.
De knipoog naar de kleuter,
het kopje thee op bed,
het pakje dat je opstuurt,
de mens waar jij op let,
de boel de boel te laten,
of 't volgen van je plicht,
’t bepaalt wat er gaat winnen:
het duister of het licht.
Het nodigen aan tafel,
het lachen om de trend,
het voeren van de eendjes,
het zijn zoals je bent,
het nee tegen het onrecht,
een daad zonder gewicht,
’t bepaalt de loop der dingen:
het duister of het licht.
De toegewijde aandacht,
’t vertrouwen dat je geeft,
de eenvoud van je hand'len,
het voelen dat je leeft,
het trilt in heel de kosmos;
het heeft echt veel gewicht
zorgt voor die andere wending:
het duister of het licht.
27. De vinger die je uitsteekt,
de dingen die je zegt,
gedachten die je koestert,
de zaak waarvoor je vecht,
de bloemen die je uitdeelt,
de blik op je gezicht,
’t bepaalt wat je teweegbrengt:
het duister of het licht.
REFR
En heel de schepping ademt
bij het goed dat je doet.
Het zit in kleine daden,
in elke lieve groet.
Want al dat kleine goede
is wat ons verbindt,
is hoe het ooit bedoeld is:
dat goddelijk begin.
't Berichtje op een website,
de koffie die je drinkt,
het ene glaasje minder,
het liedje dat je zingt,
het geld dat je wil geven,
’t persoonlijke gedicht,
’t bepaalt waar je naar toe gaat:
het duister of het licht.
De knipoog naar de kleuter,
het kopje thee op bed,
het pakje dat je opstuurt,
de mens waar jij op let,
de boel de boel te laten,
of 't volgen van je plicht,
’t bepaalt wat er gaat winnen:
het duister of het licht.
Het nodigen aan tafel,
het lachen om de trend,
het voeren van de eendjes,
het zijn zoals je bent,
het nee tegen het onrecht,
een daad zonder gewicht,
’t bepaalt de loop der dingen:
het duister of het licht.
De toegewijde aandacht,
’t vertrouwen dat je geeft,
de eenvoud van je hand'len,
het voelen dat je leeft,
het trilt in heel de kosmos;
het heeft echt veel gewicht
zorgt voor die andere wending:
het duister of het licht.
29. [Vg.]
God, trouwe Vader, liefste Moeder,
in alles ben Jij bij ons,
in bloemen en in vogels,
in mensen hand in hand,
in vlinders, bijen, bomen,
langs blauwe lucht en wolken,
in elke korrel zand en alle kleuren om ons heen,
De sterren en de storm,
de vruchten, de seizoenen,
zij komen van Jouw hand.
30. [Al.]
Je kent ons,
Je houdt van ons.
Jij bent Schepper,
begin en einde
van alles wat in ons leven bestaat.
Jouw Zoon is mens geworden.
Hij heeft ons geleerd wie Jij bent.
Samen met Jezus Christus en met elkaar
zijn wij hier om tot Jou te bidden.
31. [Vg.]
Wij danken Je voor heel de aarde:
voor de bergen en de bomen,
voor de zon en de zee,
voor alles wat er groeit en bloeit.
Voor het leven en de liefde,
voor de mensen hier en overal.
32. [Al.]
Jij die ons de aarde geeft om te bewonen,
Je weet dat wij tekortschieten
in het verwezenlijken van vrede en gerechtigheid.
Toch roep Je ons op
om recht te doen en goed te zijn.
Wij bidden
voor hen die het meest weerloos zijn:
kinderen, armen,
mishandelde en hongerige mensen,
vluchtelingen, zieken en stervenden,
voor mensen zonder toekomst
en voor allen die een groot lijden moeten dragen.
33. [Vg.]
Niet voor de dood,
maar voor het leven heb Je ons gemaakt.
Zend ons Jouw Geest,
geef ons de kracht om beter mens te worden.
Dat wij geen leegte najagen,
geen waarheid ontvluchten,
Jouw Naam niet vergeten
en Jouw wil volbrengen.
Wij willen het brood van deze wereld
delen met elkaar
en al het kwaad dat ons wordt aangedaan vergeven,
opdat Jouw Rijk kome.
34. [Al.]
Wij richten onze ogen op Jezus van Nazareth,
die Jouw Naam ten diepste kende,
die Jouw wil helemaal volbracht,
die brood en wijn voor ons geworden is,
voedsel en vreugde, vergeving van zonden.
Wij bidden Jou, Jezus,
laat de Geest van Jouw Goedheid
onder ons blijven verder leven.
Mogen Jouw leven en dood ons helpen
ook onszelf te geven en nooit moedeloos te worden.
Mogen wij allen eens opgenomen worden
in het rijk van Jouw goedheid, vrede en vreugde.
35. [Vg.]
Jij hebt het immers gezegd, Jezus,
en we geloven Je,
dat Je ons nooit zult verlaten,
zelfs in de dood niet.
Door Hem bieden wij daarom dit dankoffer aan
in deze geloofsgemeenschap
zoals Jij het hebt gewild,
vandaag en alle dagen tot in eeuwigheid.
Amen.
37. Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw rijk kome,
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid, amen.
39. (Huub
Oosterhuis
/
Antoine
Oomen)
De vrede van de aarde en de hemel zij geheel
met jou
De vrede van rivieren en de zeeën moge die zijn
met jou
Die vrede kome over jou,
Gods vrede groeie in jou.
41. Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
Daar bouwen wij veilige buurten
wonen dooreen in wijken van vrede
in schaduw van bomen.
Geen kinderen zullen daar sterven
oude mensen maken hun dagen vol
en jonge mensen zullen daar pas
op hun honderdste sterven.
Wij zullen niet voor de leegte zwoegen
geen kinderen baren voor de verschrikking.
De wolf en het lam
zullen weiden tezamen:
wij leren de oorlog af.
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
Daar bouwen wij veilige buurten
wonen dooreen in wijken van vrede
in schaduw van bomen.
Geen kinderen zullen daar sterven
oude mensen maken hun dagen vol
en jonge mensen zullen daar pas
op hun honderdste sterven.
Wij zullen niet voor de leegte zwoegen
geen kinderen baren voor de verschrikking.
De wolf en het lam zullen weiden tezamen:
wij leren de oorlog af.
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
42. Daar bouwen wij veilige buurten
wonen dooreen in wijken van vrede
in schaduw van bomen.
Geen kinderen zullen daar sterven
oude mensen maken hun dagen vol
en jonge mensen zullen daar pas
op hun honderdste sterven.
Wij zullen niet voor de leegte zwoegen
geen kinderen baren voor de verschrikking.
De wolf en het lam zullen weiden tezamen:
wij leren de oorlog af.
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
43. Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
Daar bouwen wij veilige buurten
wonen dooreen in wijken van vrede
in schaduw van bomen.
Geen kinderen zullen daar sterven
oude mensen maken hun dagen vol
en jonge mensen zullen daar pas
op hun honderdste sterven.
Wij zullen niet voor de leegte zwoegen
geen kinderen baren voor de verschrikking.
De wolf en het lam
zullen weiden tezamen:
wij leren de oorlog af.
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
Daar bouwen wij veilige buurten
wonen dooreen in wijken van vrede
in schaduw van bomen.
Geen kinderen zullen daar sterven
oude mensen maken hun dagen vol
en jonge mensen zullen daar pas
op hun honderdste sterven.
Wij zullen niet voor de leegte zwoegen
geen kinderen baren voor de verschrikking.
De wolf en het lam zullen weiden tezamen:
wij leren de oorlog af.
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen.
44. Tenbos toog
straks
Jos en Arnout trakteren
op hun gouden jubileum!!
gezelligheid samenhorigheid n’een babbel
♦ ♦