1. Wijzer door de natuur – groep 8 – Samenvatting hoofdstuk 5 - Don Bosco school – Rhoon
1
Leren voor de biologietoets
Groep 8 Hoofdstuk 5
Weer of geen weer
1 Het weerbericht
Het weer kan in Nederland elke dag anders zijn. Daarom luisteren en kijken wij
vaak naar weerberichten op de radio en de televisie. Voor bepaalde groepen zijn
er zelfs speciale weerberichten: Voor de zee- en luchtvaart, de land- en
tuinbouw en de politie.
Het weerbericht is een voorspelling, gebaseerd op gegevens die bij de
weersstations binnenkomen. Nederland heeft een zeeklimaat. Dat betekent dat
de zee een grote invloed heeft op ons weer. De wind komt heel vaak van zee,
dus vanuit het westen. Het klimaat is het weer gemeten over een periode van 30
jaar.
Meteorologische diensten
Meteolorogische diensten ontvangen informatie van weersatellieten, ballonnen
en weerstations. Ze meten onder andere de temperatuur, de windsnelheid, de
luchtdruk en de neerslag.
Het Koninkijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) en Meteoconsult
zijn meteorologische diensten. Zij brengen dagelijks weersverwachtingen uit.
3. Wijzer door de natuur – groep 8 – Samenvatting hoofdstuk 5 - Don Bosco school – Rhoon
3
Doordat de lucht in een wolk beweegt, raken de ijskristallen en de druppels
elkaar voortdurend. De ijskristallen worden groter en zwaarder. Ze beginnen te
vallen. Tijdens het vallen blijven ze groeien. Als de lucht niet warmer is dan nul
graden vallen er sneeuwvlokken.
Soms vallen er zeer koude regendruppels. Ze bevriezen zodra ze op ijskoude
ondergronden (bijv. wegen) terechtkomen. Dan spreken we van ijzel.
Hagel ontstaat vaak in hevige buien. Binnen in de wolk is er veel beweging. In
zo’n wolk worden groeiende ijskristallen steeds weer omhoog gevoerd. Elke keer
worden ze een stukje groter, totdat ze zo groot zijn dat ze vallen: hagel.
Nederland kent ook diverse wolkenluchten, die je aan de vorm kunt herkennen.
4. Wijzer door de natuur – groep 8 – Samenvatting hoofdstuk 5 - Don Bosco school – Rhoon
4
Onweer
Bliksem is niet alleen lastig, het is ook gevaarlijk. In Nederland slaat de bliksem
per jaar zo’n 100.000 keer in.
Onweer ontstaat doordat koude en warme luchtlagen over elkaar heen
schuiven. Dat levert elektrische vonken op. Zo’n lichtflits is heet, wel zo’n 30.000
graden Celsius. Bij het flitsen kun je net zeggen dat de lucht ontploft. Dat
veroorzaakt het donderende geluid.
Je hoort de donder na de bliksem. Dat komt omdat het licht sneller gaat dan het
geluid. Bij drie tellen tussen de bliksemflits en de donder is het onweer maar 1
kilometer weg.
5. Wijzer door de natuur – groep 8 – Samenvatting hoofdstuk 5 - Don Bosco school – Rhoon
5
3 Luchtdruk, wind en temperatuur
Je merkt er niets van, maar overal om je heen is er lucht die van alle kanten op je
drukt (luchtdruk). Als je een ballon opblaast, pers je er ook lucht in. De luchtdruk
in de ballon is groter dan de luchtdruk erbuiten. Je kunt die luchtdruk met een
speciale meter meten: de barometer.
Daarmee kunnen we ook het weer voorspellen: Als de barometer een hoge
luchtdruk aangeeft wordt het helder weer. Als de barometer een lage luchtdruk
aangeeft volgt vaak regen en wind.
Lucht beweegt. Boven een heet
wegdek zie je vaak de lucht
trillen.
Wind is niets anders dan
bewegende lucht. De lucht rond
de aarde is voortdurend in
beweging. Dat komt door het
draaien van de aarde en de
warmte van de zon.
Windrichting is de richting waar de wind vandaan komt. Je kunt dat zien aan
rook / vlaggetjes enz. De Engelsman Beaufort heeft een manier gevonden om te
meten hoe snel de wind de lucht verplaatst.
Temperatuur meet je met een
thermometer. Als de temperatuur van
water onder de nul graden Celsius komt,
verandert water in ijs.
In Nederland kennen we vier seizoenen:
Zomer, herfst, winter en lente.
Broeikaseffect
De lucht rond de aarde bestaat voor het
grootste deel uit zuurstof en stikstof.
Er zijn ook andere gassen zoals waterstof en
kooldioxide. Deze laatste twee gassen heten
ook wel broeikasgassen. Ze laten de
zonnestralen ongehinderd door. Maar de
warmte die de aarde daarna uitstraalt,
wordt door de broeikasgassen voor een
deel tegengehouden. Daardoor is de
gemiddelde temperatuur op aarde 15
graden Celsius. Zonder deze gassen zou het
te koud zijn en zou er geen leven mogelijk
zijn.