ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
GULDENSPOREGULDENSPORE
NSLAGNSLAG
11 juli 130211 juli 1302
Leenheer en leenmanLeenheer en leenman
 Elke grote koning of heerser verdeeldeElke grote koning of heerser verdeelde
zijn rijk in leengebieden.zijn rijk in leengebieden.
 Adellijke mensen werden leenman enAdellijke mensen werden leenman en
beloofden trouw aan hun leenheer (debeloofden trouw aan hun leenheer (de
koning).koning).
 De leenmannen bestuurden deDe leenmannen bestuurden de
gebieden.gebieden.
Ruzie!Ruzie!
 Wanneer de leenman een tijdje aan deWanneer de leenman een tijdje aan de
macht was, trok hij zich niet zoveelmacht was, trok hij zich niet zoveel
meer aan van zijn leenheer.meer aan van zijn leenheer.
 Hij wou veel liever zelf de grote baasHij wou veel liever zelf de grote baas
spelen.spelen.
 Zo ging het ook met Gwijde vanZo ging het ook met Gwijde van
Dampierre, de graaf van Vlaanderen.Dampierre, de graaf van Vlaanderen.
 Daardoor Vlaams-Franse oorlog vanDaardoor Vlaams-Franse oorlog van
1297 tot 13051297 tot 1305
Gwijde van DampierreGwijde van Dampierre
 in 1278 graaf vanin 1278 graaf van
VlaanderenVlaanderen
 kreeg ruzie met zijnkreeg ruzie met zijn
leenheer, Filips deleenheer, Filips de
Schone, koning vanSchone, koning van
FrankrijkFrankrijk
 zeer geliefd inzeer geliefd in
VlaanderenVlaanderen
 er ontstonden tweeer ontstonden twee
groepengroepen
 WapenschildWapenschild
van de Klauwaertsvan de Klauwaerts
Filips de SchoneFilips de Schone
 wilde graafschapwilde graafschap
Vlaanderen inlijvenVlaanderen inlijven
 besloot om Gwijdebesloot om Gwijde
van Dampierrevan Dampierre
gevangen te zettengevangen te zetten
 mei 1301 deed Filipsmei 1301 deed Filips
de Schone zijnde Schone zijn
intrede in Vlaanderenintrede in Vlaanderen
 Wapenschild van deWapenschild van de
LeliaertsLeliaerts
Twee groepenTwee groepen
 KlauwaertsKlauwaerts
 aanhangers graafaanhangers graaf
van Vlaanderenvan Vlaanderen
 VlaamsgezindVlaamsgezind
 vooral boeren envooral boeren en
ambachtslui in deambachtslui in de
stedensteden
 LeliaertsLeliaerts
 aanhangers vanaanhangers van
Franse koningFranse koning
 FransgezindFransgezind
 vooral de rijkevooral de rijke
patriciërs (adel enpatriciërs (adel en
rijke handelaars) inrijke handelaars) in
de stedende steden
Brugse Metten 17-18 meiBrugse Metten 17-18 mei
Voorbode van deVoorbode van de
Guldensporenslag enkele dagenGuldensporenslag enkele dagen
laterlater
 Franse luitenant, Jacques de Châtillon,Franse luitenant, Jacques de Châtillon,
wil wraak en trekt met zijn leger naarwil wraak en trekt met zijn leger naar
Brugge.Brugge.
 Pieter DeconinckPieter Deconinck laat Brugge afsluitenlaat Brugge afsluiten
en laat al wie Frans is, vermoorden.en laat al wie Frans is, vermoorden.
 ‘‘Schild en vriend!’Schild en vriend!’
GuldensporenslagGuldensporenslag
 Uiteindelijk kwam het tot een veldslagUiteindelijk kwam het tot een veldslag
tussen het leger van de Franse koningtussen het leger van de Franse koning
(Leliaerts) en de Vlaamse opstandelingen(Leliaerts) en de Vlaamse opstandelingen
(Klauwaerts).(Klauwaerts).
 De Klauwaerts winnen de veldslag. DeDe Klauwaerts winnen de veldslag. De
Franse ruiters blijven steken in deFranse ruiters blijven steken in de
Kortrijkse grachten op het slagveld.Kortrijkse grachten op het slagveld.
 Veel later krijgt deze veldslag de naam:Veel later krijgt deze veldslag de naam:
dede Guldensporenslag!Guldensporenslag!
Guldensporenslag: wat is feit en watGuldensporenslag: wat is feit en wat
is verzonnen?is verzonnen?
Goedendag,het wapen van de KlauwaertsGoedendag,het wapen van de Klauwaerts
De gulden sporen van de Franse ruitersDe gulden sporen van de Franse ruiters
 de symbolen van de Guldensporenslagde symbolen van de Guldensporenslag

More Related Content

Guldensporensla

  • 2. Leenheer en leenmanLeenheer en leenman  Elke grote koning of heerser verdeeldeElke grote koning of heerser verdeelde zijn rijk in leengebieden.zijn rijk in leengebieden.  Adellijke mensen werden leenman enAdellijke mensen werden leenman en beloofden trouw aan hun leenheer (debeloofden trouw aan hun leenheer (de koning).koning).  De leenmannen bestuurden deDe leenmannen bestuurden de gebieden.gebieden.
  • 3. Ruzie!Ruzie!  Wanneer de leenman een tijdje aan deWanneer de leenman een tijdje aan de macht was, trok hij zich niet zoveelmacht was, trok hij zich niet zoveel meer aan van zijn leenheer.meer aan van zijn leenheer.  Hij wou veel liever zelf de grote baasHij wou veel liever zelf de grote baas spelen.spelen.  Zo ging het ook met Gwijde vanZo ging het ook met Gwijde van Dampierre, de graaf van Vlaanderen.Dampierre, de graaf van Vlaanderen.  Daardoor Vlaams-Franse oorlog vanDaardoor Vlaams-Franse oorlog van 1297 tot 13051297 tot 1305
  • 4. Gwijde van DampierreGwijde van Dampierre  in 1278 graaf vanin 1278 graaf van VlaanderenVlaanderen  kreeg ruzie met zijnkreeg ruzie met zijn leenheer, Filips deleenheer, Filips de Schone, koning vanSchone, koning van FrankrijkFrankrijk  zeer geliefd inzeer geliefd in VlaanderenVlaanderen  er ontstonden tweeer ontstonden twee groepengroepen  WapenschildWapenschild van de Klauwaertsvan de Klauwaerts
  • 5. Filips de SchoneFilips de Schone  wilde graafschapwilde graafschap Vlaanderen inlijvenVlaanderen inlijven  besloot om Gwijdebesloot om Gwijde van Dampierrevan Dampierre gevangen te zettengevangen te zetten  mei 1301 deed Filipsmei 1301 deed Filips de Schone zijnde Schone zijn intrede in Vlaanderenintrede in Vlaanderen  Wapenschild van deWapenschild van de LeliaertsLeliaerts
  • 6. Twee groepenTwee groepen  KlauwaertsKlauwaerts  aanhangers graafaanhangers graaf van Vlaanderenvan Vlaanderen  VlaamsgezindVlaamsgezind  vooral boeren envooral boeren en ambachtslui in deambachtslui in de stedensteden  LeliaertsLeliaerts  aanhangers vanaanhangers van Franse koningFranse koning  FransgezindFransgezind  vooral de rijkevooral de rijke patriciërs (adel enpatriciërs (adel en rijke handelaars) inrijke handelaars) in de stedende steden
  • 7. Brugse Metten 17-18 meiBrugse Metten 17-18 mei Voorbode van deVoorbode van de Guldensporenslag enkele dagenGuldensporenslag enkele dagen laterlater  Franse luitenant, Jacques de Châtillon,Franse luitenant, Jacques de Châtillon, wil wraak en trekt met zijn leger naarwil wraak en trekt met zijn leger naar Brugge.Brugge.  Pieter DeconinckPieter Deconinck laat Brugge afsluitenlaat Brugge afsluiten en laat al wie Frans is, vermoorden.en laat al wie Frans is, vermoorden.  ‘‘Schild en vriend!’Schild en vriend!’
  • 8. GuldensporenslagGuldensporenslag  Uiteindelijk kwam het tot een veldslagUiteindelijk kwam het tot een veldslag tussen het leger van de Franse koningtussen het leger van de Franse koning (Leliaerts) en de Vlaamse opstandelingen(Leliaerts) en de Vlaamse opstandelingen (Klauwaerts).(Klauwaerts).  De Klauwaerts winnen de veldslag. DeDe Klauwaerts winnen de veldslag. De Franse ruiters blijven steken in deFranse ruiters blijven steken in de Kortrijkse grachten op het slagveld.Kortrijkse grachten op het slagveld.  Veel later krijgt deze veldslag de naam:Veel later krijgt deze veldslag de naam: dede Guldensporenslag!Guldensporenslag!
  • 9. Guldensporenslag: wat is feit en watGuldensporenslag: wat is feit en wat is verzonnen?is verzonnen?
  • 10. Goedendag,het wapen van de KlauwaertsGoedendag,het wapen van de Klauwaerts De gulden sporen van de Franse ruitersDe gulden sporen van de Franse ruiters  de symbolen van de Guldensporenslagde symbolen van de Guldensporenslag