Het Nederlandse FRAX ? model. Presentatie van Dr. Frank de Vries op 5 oktober 2011 voor de Stichting IWO.
1 of 28
Download to read offline
More Related Content
Het Nederlandse FRAX ? model
1. t S
h E
r ig RI
Het Nederlandse FRAX ? model
y V
p E
o
C .D
Stichting IWO ¨C 5 oktober 2011
. F Dr Frank de Vries
R
Universiteit Utrecht, Pharmacoepidemiology
D
Maastricht UMC+, Clinical Pharmacy & Toxicology
1
2. Het Nederlandse FRAX ? model
t S
h E
1.? Wat is het?
ig RI
2.? Hoe werkt het?
r
y V
3.? Verschillen met omliggende landen
p E
4.? Voordelen / Nadelen
o
C .D
5.? Effectiviteit van FRAX ?
6.? Gebruiksadvies
F
7.? Vragen
.
D R
2
3. Wat is FRAX ?
t S
?? Wereld Gezondheids Organisatie
h E
ig RI
?? Case-finding algoritme
r
?? 1e lijn
y V
p E
?? Klinische risicofactoren
o
?? 10-jaars risico heup /
C .D
osteoporotische fracturen
. F
D R
3
4. Wat is FRAX ? niet
t S
?? Gouden standaard
h E
ig RI
?? Behandelrichtlijn
r
y V
o p E
C .D
. F
D R
4
5. Risicofactoren
t S
h E
?? Leeftijd / geslacht
ig RI
?? Body mass index
r
y V
?? Eerdere fragility fractuur
p E
?? Ouder met heup fractuur
o
C .D
?? Roken / alcohol
?? Glucocorticoiden
F
?? Reumatoide artritis
.
R
?? Secundaire osteoporose
5
D
?? Optioneel: BMD femur hals
6. Hoe vind ik FRAX ??
t S
h E
r ig RI
y V
p E
o
C .D
. F
D R
6
7. Wat is FRAX ?
t S
h E
r ig RI
y V
p E
o
C .D
. F
D R
7
8. Wat is FRAX ?
t S
h E
r ig RI
y V
p E
o
C .D
. F
D R
8
9. 9 cohort 11 cohort
studies Studies
t S
N=46000 N=230,000
h E
Poisson
ig RI
model
r
y V
o p E
Fractuur
indicenties
Mortaliteit
C .D
Per leeftijd
Per leeftijd geslacht
F
geslacht
R.
9
D FRAX ?
10. Nederland: ingredi?nten
t S
h E
?? Incidenties
ig RI
?? Heupfractuur
r
y V
?? Osteoporotische fractuur
p E
?? Mortaliteits cijfers
o
C .D
. F
D R
10
11. Nederland: ingredi?nten
t S
h E
Mortaliteits cijfers: van CBS
ig RI
??
Heupfractuur incidenties
r
??
y V
?? Landelijke medische registratie
p E
?? Probleem: niet verplicht (>2004)
2004
o
C .D
Jaar Ontbrekende records
1%
.
2005
F 3%
D R
2006
2007
11%
12%
11
12. t S
Incidenties heup fractuur
h E
ig RI
(per 10,000 inwoners)
r
300
y V
Incidentie / 10,000 personen
250
Mannen
p E
200
o
150
Vrouwen
C .D
100
50
0
F
52.5 57.5 62.5 67.5 72.5 77.5 82.5 87.5 92.5 97.5
R. Leeftijd (jaren)
12
D
13. Nederland: ingredi?nten
t S
h E
?? Incidenties osteoporotische fracturen
ig RI
?? Probleem: onbekend
r
y V
?? Imputatie mbv verhouding heup /
p E
osteoporotisch uit Malmo, Zweden
o
C .D
. F
D R
13
14. t S
Geimputeerde incidenties osteoporotisch
h E
ig RI
(per 10,000 inwoners)
r
500
y V
Incidentie / 10,000 personen
400 Mannen
p E
300
o
200
Vrouwen
C .D
100
0
F
52.5 57.5 62.5 67.5 72.5 77.5 82.5 87.5 92.5 97.5
R. Leeftijd (jaren)
14
D
18. Ervaren voor- & nadelen
t S
Voordelen Nadelen
h E
ig RI
Met of zonder BMD Met of zonder BMD
Eenvoudig r
y V Het kan eenvoudiger
o p E
Gebruik 1e lijn Geen vallen,
C .D botmarkers, etc
F
Update van modellen Modellen zijn oud
.
mogelijk
R
Onderdeel richtlijn Geen interventie advies
18
D
19. Ervaren voor- & nadelen
t S
Voordelen Nadelen
h E
ig RI
Wereldwijde validatie Niet voor alle landen
r
y V
Veel risicofactoren Veel risicofactoren
o
aanwezig
p E afwezig
C .D
?? Meer in: Kanis et al. Osteopor Int 2011
22:2395-2411
. F
D R
19
20. Belangrijke risicofactoren die
onvoldoende gekwantificeerd worden
t S
h E
?? Historie van
r ig RI
?? Meerdere fragility fracturen
y V
?? Heupfractuur
p E
?? Morfometrische wervelfractuur
o
?? Ernst reumatoide artritis
C .D
?? Familie historie fracturen
F
?? Cumulatieve blootstelling aan
.
?? Roken
R
?? Alcohol
D
?? Glucocorticoiden
20
21. UK FRAX ? en dagdosis glucocorticoiden:
voorbeeld heupfracturen
t S
h E
ig RI
Laag: <2,5 mg
r
prednison
y V
p E
Midden: 2,5-7,5
o
prednison
C .D
Hoog: 7,5 mg
prednison
. F
D R Kanis et al. Osteoporos
Int. 2011;22(3):809-16.
21
22. Belangrijke risicofactoren die mogelijk
onvoldoende gekwantificeerd worden:
?? Vallen t S
h E
ig RI
?? Huidige risicofactoren bevatten deel vallen
r
y V
?? Vallen vaak onvoldoende gekwantificeerd
p E
?? Interventie bisfosfonaten bij vallers resulteert
o
niet in afname fractuurrisico.
C .D
?? Pragmatisch advies:
?? veel vallen ¨¤? onderschatting FRAX ? score
F
?? weinig vallen ¨¤? overschatting FRAX ? score
R.
22
D
23. Belangrijke risicofactoren die mogelijk
onvoldoende gekwantificeerd worden:
t S
h E
?? Secundaire osteoporose
ig RI
?? 80 oorzaken
r
y V
?? Deel met fractuurrisico geassocieerd
p E
?? COPD
o
?? Parkinson
C .D
?? Herseninfarct
?? Bechterew
F
?? Chemotherapie bij borstkanker
.
?? Aromatase remmers
R
?? Orgaan transplantaties
D
?? Inflammatoire darmziekten
23
24. Belangrijke risicofactoren die mogelijk
onvoldoende gekwantificeerd worden:
t S
?? Botmineraal dichtheid
h E
?? Lumbar spine:
ig RI
?? Vuistregel indien groot verschil tussen
r
heuphals wen wervel:
y V
?? Stel: Canadese 70-jarige vrouw, BMI 22,
p E
moeder heup #, T-score -2,2 SD
o
heuphals
C .D
?? 19% 10-jaars risico op een oseoporotische
fractuur
F
?? T-score -3,5 SD wervelkolom:
R.
?? Ca. 10% relative verhoging per SD
verschil tussen heuphals ¨C wervel
24
D
Leslie et al. J Bone Miner Res 2007;22:476
25. Ook nog belangrijk
t S
h E
?? FRAX niet gebruiken bij iemand die al
ig RI
behandeld wordt met botbeschermers
r
(overschatting effect)
y V
p E
?? Etniciteit land van herkomst
o
?? Tijd - trends
C .D
. F
D R
25
26. Effectiviteit van FRAX ?
t S
h E
?? NL: SALT studie (VUMC)
ig RI
?? UK: SCOOP trial ¨C scoopstudy.ac.uk
r
y V
p E
?? Verbeteringen NL:
o
?? Fractuur incidenties (m.n. osteoporotische )
C .D
?? Uitbreiding CNS medicatie (PREFRAC)
. F
D R
26
27. Conclusie
t S
h E
Beschrijving van NL FRAX ? model
ig RI
??
Gevalideerde risicofactoren
r
??
y V
?? Platform, geen gouden standaard
p E
?? Nog geen bewezen effectiviteit
??
o
Wees bewust van alle voor- en nadelen,
C .D
en vuistregels voor bijschatting :
?? Klinische handleiding FRAX:
F
Kanis et al. Osteopor Int 2011 22:2395
.
D R
27
28. Hartelijk dank
t S
h E
f.devries@uu.nl
r ig RI
y V
p E
o
C .D
. F
D R
28