2. ï‚— 1. Wat waren de oorzaken van de revoluties in
Rusland?
ï‚— 2. Wat was het verschil tussen de februari- en de
Oktoberrevolutie?
ï‚— 3. Hoe werd de nieuwe communistische staat
bestuurd?
3. ï‚— Rusland werd sinds 1613 door Tsaren geregeerd. Zij
regeerden met ijzeren vuist. Zij waren alleenheersers.
Het grondgebied werd enorm uitgebreid, maar sociaal
en economisch bleef het land ver achter. Tot ver in de
19e eeuw leefde 80% van de 130 miljoen Russen als
boer.
4. ï‚— Pas aan het einde van de 19e eeuw begon Rusland te
industrialiseren. Ongeveer 3 miljoen mensen trokken
naar de steden om in fabrieken te werken. De arbeids-
en leefomstandigheden waren verschrikkelijk. In
Rusland ontstonden daardoor steeds vaker opstanden.
5. ï‚— Karl Marx is bekend als grondlegger van het
communisme. Dit politiek idee heeft als uitgangspunt
dat iedereen gelijk is. Hij vond dat alle arbeiders in de
wereld in opstand moesten komen en de macht
moesten grijpen. Daarna zou iedereen gelijk zijn.
6. ï‚— Lenin paste het communisme aan de Russische situatie
aan. Er waren namelijk niet zoveel arbeiders in
Rusland. Ze hadden wel erg veel boeren. Hij zorgde
ervoor dat deze boeren in opstand zouden komen
tegen de tsaar.
ï‚— Lenins aanhangers werden Bolsjewieken genoemd. Zij
geloofden dan de partij van Lenin hen naar een
communistische staat zou leiden; een staat waarin
iedereen gelijk was.
8. ï‚— In januari 1905 schoten troepen van de tsaar op een
menigte mensen die aan het demonstreren waren bij
het Winterpaleis. Hierdoor ontstonden grote
opstanden en de tsaar stemde in met een parlement;
hier Doema genaamd.
ï‚— Deze Doema had eigenlijk geen macht. De tsaar bleef
gewoon heersen. Daarom werden er Sovjets opgericht.
Deze Sovjets waren raden van boeren en soldaten in
een plaats en eisten via deze weg dingen aan de tsaar.
10. ï‚— In 1914 stortte tsaar Nicolaas II Rusland in de Eerste
Wereldoorlog. Hij kon zo goed de problemen van zijn
land negeren.
ï‚— De oorlog was rampzalig voor de Russen. Binnen 1 jaar
waren er 4 miljoen slachtoffers.
ï‚— In 1915 was er een tekort aan alles. Steeds meer boeren
werden opgeroepen om te vechten en daardoor bleven
er steeds minder over om eten te verbouwen.
11. ï‚— Op 23 februari 1917 brak in Sint-Petersburg een oproer
uit. Vrouwen eisten eten en hun mannen terug. De
tsaar wilde de menigte beschieten maar het leger
weigerde.
ï‚— De tsaar deed uiteindelijk afstand van de troon en er
kwam een Voorlopige Regering. Ze noemen deze
revolutie de Februarirevolutie.
13. ï‚— Ondertussen ging de oorlog gewoon door. De
Bolsjewieken wilden dat de oorlog stopte.
ï‚— In april 1917 kwam Lenin terug uit ballingschap. Hij
werd de leider van de Bolsjewieken. In de nacht van 25
op 26 oktober 1917 namen de Bolsjewieken de macht
over van de Voorlopige Regering.
15. ï‚— Onder leiding van Lenin werd in maart 1918 vrede
gesloten met Duitsland. Lang niet iedereen in Rusland
was het hiermee eens, en daarop brak een
burgeroorlog uit van 1918 tot 1922.
ï‚— De Witten wilden de Roden (communisten) verjagen
en de tsaar terug op de troon zetten. Toen de Witten
vlakbij de tsarenfamilie kwamen werd de hele familie
vermoord.
20. ï‚— In 1922 werd Rusland officieel omgedoopt tot de
Sovjet-Unie. De Bolsjewieken hadden de macht stevig
in handen.
ï‚— Alles werd staatsbezit: Alle land, fabrieken en
buitenlandse eigendommen werden van de staat.
21. ï‚— In de Sovjet-Unie mocht alleen de Communistische
Partij bestaan, alle andere partijen werden verboden.
Je kon alleen een hoge positie ergens krijgen als je lid
was van de Communistische Partij. Lenin was het
hoofd van de partij en ook van de Sovjet-Unie
22. ï‚— Het leven van de gewone burger veranderde
ingrijpend:
ï‚— Vakbonden, scholen en sportclubs moesten zich
houden aan de regels van de Communistische Partij.
ï‚— Kranten en radio mochten alleen vertellen wat de
partij wilde.
ï‚— Er was een felle propaganda tegen godsdienst.