ݺߣ

ݺߣShare a Scribd company logo
Bondgenoten tegenover elkaar
 1. Hoe kwamen de bondgenoten van de Tweede
Wereldoorlog zo snel tegenover elkaar te staan?
 2. Wat waren de oorzaken van de welvaartsstijging in
West-Europa na de Tweede Wereldoorlog.
 Vanaf 1941 vochten de Sovjet Unie, Groot Brittannië en
de Verenigde Staten samen tegen Nazi-Duitsland.
Hoofdstuk 4 - §1   bondgenoten tegenover elkaar
In juni 1945 kwamen de leiders van de drie grootste
landen bij elkaar in Jalta op de Krim.
 De drie landen wilden afspraken maken over hoe
Europa na de oorlog opgebouwd moesten worden. Alle
drie hadden zij een idee over hoe Europa opgebouwd
moest worden.
gebeurd.
Roosevelt – “Ieder
land mag zelf
bepalen wat voor
regering er komt,
zolang het maar
democratisch
gaat.”
Stalin –
“Voorkomen dat de
Sovjet Unie weer
wordt aangevallen
door Duitsland
door bevriende
communistische
landen in de buurt
te hebben.”
Churchill – “Geen
communisme in
Europa. Er moeten
duidelijk afspraken
komen over de
nieuwe regeringen
in Europa.”
 Het tweede punt op de agenda was Duitsland. Wat
moest er met Duitsland gebeuren zodra het verslagen
was?
 Er werd afgesproken dat Duitsland en Berlijn in vier
bezettingszones werd verdeeld. Naast deze drie landen
kreeg Frankrijk ook een zone toebedeeld.
Hoofdstuk 4 - §1   bondgenoten tegenover elkaar
 Er werd ook afgesproken dat er een internationale
organisatie moest komen die de wereldvrede
bewaakte. In juni 1945 werd de Verenigde Naties
opgericht.
 Nadat Hitler was verslagen ontstonden er spanningen
tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie.
Roosevelt was overleden en de nieuwe president
Truman was fel anticommunist.
Truman vertelde Stalin dat zij
atoombommen hadden en die
gingen gebruiken op Japan. Dit
gebeurde op de steden
Nagasaki en Hiroshima.
 De sfeer werd steeds grimmiger tussen beide landen
(presidenten) Amerika liet zien een atoombom te
hebben. De Sovjet Unie haalde alle “bevrijde” landen
leeg. Ze zorgden er ook voor dat er bevriende leiders in
dat land aan de macht kwamen.
 In 1947 voegde Amerika, Engeland en Frankrijk hun
bezettingszones bij elkaar. De blokvorming was klaar.
Hoofdstuk 4 - §1   bondgenoten tegenover elkaar
Hoofdstuk 4 - §1   bondgenoten tegenover elkaar
 De relatie werd alsmaar slechter. President Truman
zweerde in publieke toespraken dat hij overal ter
wereld zou helpen om het communisme tegen te gaan.
Dit noemen wij de Trumanleer (Trumandoctrine)
 Na de oorlog lag heel Europa in puin. Economisch
ging het heel erg slecht. Truman maakte zich zorgen.
Mensen die niets hebben zullen sneller naar het
communisme grijpen. Dan wordt alles eerlijk verdeeld
en dan hebben ze in ieder geval nog iets.
 Hij liet de Amerikaanse minister van buitenlandse
zaken Marshall een plan opstellen om de Europese
landen te helpen.
 Het Marshallplan hield in dat alle landen in Europa
financiële steun kon krijgen van Amerika. Ook de
landen in het Oostblok. Op deze manier zou het
communisme minder groot worden en kon Amerika
snel weer handelen met deze landen.
 Veel West-Europese landen maakten gebruik van dit
aanbod. Sommige Oost-Europese landen wilden ook
gebruik maken van het Marshallplan, maar Stalin
verbood dit.
 West Europa werd snel een rijk gebied, terwijl Oost
Europa achterbleef…. De scheiding tussen Oost en
West was definitief.
 In 1948 hadden de geallieerden in West-Duitsland een
nieuwe munt (Mark) ingevoerd, zonder overleg met
Stalin. Hij was woedend en ging tot actie over.
 Stalin blokkeerde alle wegen van en naar West-Berlijn.
De Geallieerden begonnen met een luchtbrug.
Hoofdstuk 4 - §1   bondgenoten tegenover elkaar
 Stalin hoopte dat
Amerika Berlijn
opgaf en aan de
Sovjet Unie gaf.
 In totaal waren van juni 1948 tot mei 1949 ongeveer 2,3
miljoen ton vracht, waaronder 1,44 miljoen ton kolen,
490.000 ton levensmiddelen en 160.000 ton
bouwmaterialen voor de uitbouw van de luchthavens
vervoerd. Bij de ongeveer 278.000 vluchten kwamen
meerdere dodelijke ongevallen voor. In totaal kwamen
78 mensen bij deze ongevallen om het leven (31
Amerikanen, 41 Britten en 6 Duitsers).
 In mei 1949 stopte Stalin met dit plan. Het was
mislukt.
 Ondertussen waren veel Europese landen al bezig met
samenwerking op verschillende vlakken. De eerste
belangrijke stap werd gezet op het gebied van
grondstoffen: kolen en staal.
 In 1951 kwam de EGKS (Europese Gemeenschap voor
Kolen en Staal). Dit was het begin van de
samenwerking die uiteindelijk tot de Europese Unie
zou leiden.
Hoofdstuk 4 - §1   bondgenoten tegenover elkaar

More Related Content

Hoofdstuk 4 - §1 bondgenoten tegenover elkaar

  • 2.  1. Hoe kwamen de bondgenoten van de Tweede Wereldoorlog zo snel tegenover elkaar te staan?  2. Wat waren de oorzaken van de welvaartsstijging in West-Europa na de Tweede Wereldoorlog.
  • 3.  Vanaf 1941 vochten de Sovjet Unie, Groot Brittannië en de Verenigde Staten samen tegen Nazi-Duitsland.
  • 5. In juni 1945 kwamen de leiders van de drie grootste landen bij elkaar in Jalta op de Krim.
  • 6.  De drie landen wilden afspraken maken over hoe Europa na de oorlog opgebouwd moesten worden. Alle drie hadden zij een idee over hoe Europa opgebouwd moest worden.
  • 7. gebeurd. Roosevelt – “Ieder land mag zelf bepalen wat voor regering er komt, zolang het maar democratisch gaat.” Stalin – “Voorkomen dat de Sovjet Unie weer wordt aangevallen door Duitsland door bevriende communistische landen in de buurt te hebben.” Churchill – “Geen communisme in Europa. Er moeten duidelijk afspraken komen over de nieuwe regeringen in Europa.”
  • 8.  Het tweede punt op de agenda was Duitsland. Wat moest er met Duitsland gebeuren zodra het verslagen was?  Er werd afgesproken dat Duitsland en Berlijn in vier bezettingszones werd verdeeld. Naast deze drie landen kreeg Frankrijk ook een zone toebedeeld.
  • 10.  Er werd ook afgesproken dat er een internationale organisatie moest komen die de wereldvrede bewaakte. In juni 1945 werd de Verenigde Naties opgericht.
  • 11.  Nadat Hitler was verslagen ontstonden er spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie. Roosevelt was overleden en de nieuwe president Truman was fel anticommunist. Truman vertelde Stalin dat zij atoombommen hadden en die gingen gebruiken op Japan. Dit gebeurde op de steden Nagasaki en Hiroshima.
  • 12.  De sfeer werd steeds grimmiger tussen beide landen (presidenten) Amerika liet zien een atoombom te hebben. De Sovjet Unie haalde alle “bevrijde” landen leeg. Ze zorgden er ook voor dat er bevriende leiders in dat land aan de macht kwamen.  In 1947 voegde Amerika, Engeland en Frankrijk hun bezettingszones bij elkaar. De blokvorming was klaar.
  • 15.  De relatie werd alsmaar slechter. President Truman zweerde in publieke toespraken dat hij overal ter wereld zou helpen om het communisme tegen te gaan. Dit noemen wij de Trumanleer (Trumandoctrine)
  • 16.  Na de oorlog lag heel Europa in puin. Economisch ging het heel erg slecht. Truman maakte zich zorgen. Mensen die niets hebben zullen sneller naar het communisme grijpen. Dan wordt alles eerlijk verdeeld en dan hebben ze in ieder geval nog iets.  Hij liet de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Marshall een plan opstellen om de Europese landen te helpen.
  • 17.  Het Marshallplan hield in dat alle landen in Europa financiële steun kon krijgen van Amerika. Ook de landen in het Oostblok. Op deze manier zou het communisme minder groot worden en kon Amerika snel weer handelen met deze landen.
  • 18.  Veel West-Europese landen maakten gebruik van dit aanbod. Sommige Oost-Europese landen wilden ook gebruik maken van het Marshallplan, maar Stalin verbood dit.  West Europa werd snel een rijk gebied, terwijl Oost Europa achterbleef…. De scheiding tussen Oost en West was definitief.
  • 19.  In 1948 hadden de geallieerden in West-Duitsland een nieuwe munt (Mark) ingevoerd, zonder overleg met Stalin. Hij was woedend en ging tot actie over.  Stalin blokkeerde alle wegen van en naar West-Berlijn. De Geallieerden begonnen met een luchtbrug.
  • 21.  Stalin hoopte dat Amerika Berlijn opgaf en aan de Sovjet Unie gaf.
  • 22.  In totaal waren van juni 1948 tot mei 1949 ongeveer 2,3 miljoen ton vracht, waaronder 1,44 miljoen ton kolen, 490.000 ton levensmiddelen en 160.000 ton bouwmaterialen voor de uitbouw van de luchthavens vervoerd. Bij de ongeveer 278.000 vluchten kwamen meerdere dodelijke ongevallen voor. In totaal kwamen 78 mensen bij deze ongevallen om het leven (31 Amerikanen, 41 Britten en 6 Duitsers).  In mei 1949 stopte Stalin met dit plan. Het was mislukt.
  • 23.  Ondertussen waren veel Europese landen al bezig met samenwerking op verschillende vlakken. De eerste belangrijke stap werd gezet op het gebied van grondstoffen: kolen en staal.  In 1951 kwam de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal). Dit was het begin van de samenwerking die uiteindelijk tot de Europese Unie zou leiden.