4. Identiteit en huisstijl Identiteit: hoe en wat de organisatie is Communicatie: zender >> boodschap >> ontvanger Gedrag: het dagelijks handelen van de organisatie, de manier waarop medewerkers omgaan met de klant Huisstijl: alle maatregelen die een organisatie treft om haar identiteit duidelijk en herkenbaar te maken >> visuele uitwerking van de identiteit
5. Identiteitsstructuren Monolitisch: de hele organisatie heeft een enkele identiteit Endorsed: verschillende diensten of eenheden hebben een verschillende identiteit met een gemeenschappelijke paraplu-identiteit Branded: verschillende organisatie-eenheden hebben een volledig zelfstandige identiteit
6. Imago en huisstijl Imago: beeld van hoe en wat de organisatie is: beeldbepalende factoren: zichtbaar en onzichtbaar Huisstijl: alle maatregelen die een organisatie treft om haar identiteit duidelijk en herkenbaar te maken >> huisstijl bevordert een gewenst imago
7. Positionering en huisstijl Positionering: het vinden van centrale unieke elementen die mensen moeten onthouden >> relevant, betekenisvol en onderscheidend t.o.v. concurrenten >> op basis van de identiteit Huisstijl: alle maatregelen die een organisatie treft om haar positionering duidelijk en herkenbaar te maken >> visuele uitwerking van de positionering
8. Waarom kaderen huisstijl Huisstijl is een middel om identiteit te versterken Signalen en ontwikkelingen over identiteit en imago opvangen en gebruiken Discussie op hoger niveau tillen Helpt bij beoordeling toepassing huisstijl
14. Basisvoorwaarden huisstijl Een huisstijl kan alleen de identiteit versterken wanneer de identiteit duidelijk is. De top van de organisatie moet van het nut van een huisstijl overtuigd zijn. Een huisstijl dient consequent te zijn doorgevoerd. De huisstijl dient breed gedragen te worden. De huisstijl werkt dankzij herhaling. Huisstijl is een structurele taak en dient te worden gemanaged.