Thermisch comfort buitenshuis is essentieel voor ons welzijn, dat van onze omgeving
en van ons milieu. In de laatste 200 jaar is de globale populatie verzevenvoudigd wat
resulteerde in sterke groei van steden. De daaruit voortvloeiende veranderingen in
het landschap heeft geleid tot drastische klimaatswijzigingen behorend tot de meest
significante menselijke invloeden op de omgeving. Het meest opvallende is dat hogere
temperaturen worden waargenomen in steden dan in de nabije natuurlijke gebieden. Dit
fenomeen - bekend als het stedelijk warmte-eiland - brengt ernstige gezondheidsrisico’s
met zich mee voor de vele mensen in de stad. Vooral in grote steden worden hogere
sterftecijfers waargenomen tijdens hittegolven, zoals die van de Europese zomer van
2003. Terzelfdertijd verwacht men van de klimaatsverandering dat steden meer en meer
blootgesteld worden aan extreme weersomstandigheden, inclusief de stijging van het aantal
sterke hitte golven. Ook de toename van droogtes, overstromingen, en luchtvervuiling
zullen de leefbaarheid van steden meer en meer in het gedrang brengen. Met de toename
van het aandeel van stadsbewoners worden burgemeesters geconfronteerd met de grote
uitdaging tot mitigatie van klimaatsverandering en tot adaptie van hun steden hieraan
blootgesteld.
Simulaties met het regionaal klimaatsmodel CCLM gekoppeld aan de stedelijke oppervlakteparameterisatie TERRA-URB voor België hebben geleid tot een beter inzicht in de oorzaken van het stedelijk warmte-eiland en hun seizoensafhankelijkheid op regionale schaal. Zowel stedelijke opbouw, anthropogene warmte, als hun interactie
blijken de seizoensverandering van het stedelijk warmte-eiland te bepalen. Opvallend is
dat de gemiddelde bijdrage van stedelijke opbouw tot het nachtelijk warmte-eiland voor
steden in en rond België (+0.41 K voor Brussel) kleiner is dan deze van antropogene
warmte (+1.24 K) tijdens de winter. Daarentegen domineert de bijdrage van stedelijke
opbouw (+1.97 K) deze van de anthropogene warmte (+0.68 K) tijdens de zomer. De
respectievelijke bijdragen werken mekaar meestal tegen tijdens de zomer (−0.21 K),
terwijl deze mekaar versterken tijdens de winter (+0.25 K).
Binnen de algemene beoordeling van projecties voor klimaatsverandering, landgebruikscenario’s en mitigatie van stedelijk klimaat bevelen we aan om de impact van zowel stedelijke opbouw, anthropogene warmte, hun interacties en hun seizoensafhankelijkheid op het
regionale klimaat in rekening te brengen. Hierbij moeten ook de respectievelijke invloeden
op het stedelijk thermisch comfort - zowel in de positieve als negatieve zin - beschouwd
worden. Tot slot verwachten we dat het in voege brengen van beleidsmaatregelen
op vlak van stedelijke aanpassing, die nodig zijn voor mitigatie en adaptatie van
klimaatverandering op globale schaal, ook het stedelijk klimaat zullen beïnvloeden
op regionale schaal.
1 of 58
Download to read offline
More Related Content
De seizoensafhankelijkheid van het stedelijk hitte-eiland in België
1. 16/07/2014
De verbetering van stedelijke
parametrisatie in regionale
klimaatsmodellen
Doctoraatsverdediging Hendrik Wouters
Licht en donker Rode gebieden zijn de verstelijkte gebieden
OP één of andere manier willen we toch weten wat ons te wachten staat in de toekomst.
Het hoofddoel van dit doctoraat is om een Europees computermodel, dat in staat is om het weer en klimaat te simuleren, aan te passen om de voornoemde fysische landkarateristieken van steden in rekening te brengen. Dit Europees model liet eigenlijk al toe om bijvoorbeeld temperatuur en neerslag voor de toekomst voor een bepaald geselecteerd gebied nauwkeuriger in kaart te brengen dan globale klimaatsmodellen. Echter kon dit het stedelijk hitte-eiland niet correct reproduceren.
Zoals ik daarnet heb uitgelegd zijn er twee brontermen de verantwoordelijk zijn voor de temperatuursstijging in steden, nl. stedelijke opbouw versus warmteverlies.
Als toepassing van het aangepast model, zal ik nagaan welke van de twee brontermen het meest bijdragen tot het huidige stedelijk hitte-eiland voor de Belgische steden. En dit zal ik doen zowel voor de zomer in 2012 als in de daaropvolgende winter.
De verworven inzichten zullen toelaten om verstandigere beslissingen te kunnen nemen om het klimaat in steden zo comfortabel mogelijk te houden, dit in het kader van klimaatsveranderingen en stedelijke uitbreiding.