2. Doelen
Paragraaf 7.4: breuksplitsing: vervolg.
Paragraaf 7.5: overzicht van de methoden
die we tot nu toe gehad hebben.
3. Elke les: 5 minuten met 5 vragen over
standaardafgeleiden en standaardintegralen
1. Wat is de afgeleide van arccos()?
2. Bereken de afgeleide van ln 1 + .
3. Wat is de primitieve van
1
(+3)2?
4. Wat is de primitieve van
1
?
5. Wat is de primitieve van cos()?
4. Par. 7.3 (2)
We hebben nu een voorbeeld van de
eerste substitutie gezien. De andere twee
substituties doen we niet.
5. De techniek van breuksplitsing.
Stel =
()
()
, waarbij () en
() polynomen zijn.
Dan:
1. Als de graad van P groter of gelijk is
aan de graad van Q: deel dan uit.
2. Zoek de nulpunten van Q(x) en ontbind
Q(x) zoveel als mogelijk is.
We onderscheiden verschillende gevallen.
6. De techniek (2)
Geval 1: Q(x) is product van verschillende
lineaire factoren.
Geval 2: Q(x) is product van lineaire factoren,
maar er zitten dezelfde tussen.
Geval 3: Q(x) is product van lineaire factoren
en irreducibele (enkelvoudige) kwadratische
factoren.
Geval 4: Q(x) is product van lineaire factoren
en irreducibele meervoudige kwadratische
factoren. Dit geval hoeven jullie niet te kennen.
7. Voorbeelden:
Geval 1: Q(x)=(x-2)(x+3).
Geval 2: Q(x)=x2(x+4).
Geval 3: Q(x)=(x-1)(x+1)(x2+1). Een
irreducibele factor is een factor zonder dat
die verder te ontbinden is: x2+1 heeft geen
nulpunten (ga na!), en is dus niet verder te
ontbinden.
Geval 4: Q(x)=(x2+1)3.
8. Geval 2.
Bijvoorbeeld: Q(x)=x(x-1)2.
Dan:
3
(モ1)2 =
+
モ1
+
(モ1)2.
Daarna verder uitwerken: A, B, C vinden.
Dan kunnen we de gevonden functie
integreren.
11. Geval 3, vervolg.
Er volgt als je uitwerkt (en niet invult):
0=A+B+C,
0=A-B+D,
4=A+B-C,
12=A-B-D.
Hieruit volgt: A+B=-C invullen:C=-2, en
A-B=-D invullen: D=-6. Dan volgt: A=4 en
B=-2.
14. Uitleg.
We kijken naar:
1
2+4
en naar
2+2+5
.
We zien dat zowel 2
+ 4 als 2
+ 2 + 5
niet te ontbinden zijn (geen nulpunten,
discriminant is negatief).
Hoe kunnen we deze integralen
berekenen?
17. Paragraaf 7.5 (2)
1. Vereenvoudig of schrijf anders.
Bijvoorbeeld: ( + 1) of
$2
2. Kijk of je substitutie kunt toepassen.
Bijv.
2
2+1
3. Kijk naar de vorm:
()
()
waarbij () en () polynomen zijn:
volg de procedure uit paragraaf 7.4.
18. Paragraaf 7.5 (3)
Vervolg kijk naar de vorm:
: volg de procedure uit
paragraaf 7.2 (blz. 473)
Indien er 2 2 in de integraal staat en
substitutie is niet mogelijk: probeer dan = sin()
Kijk of parti谷le integratie mogelijk is.
Indien het niet gelukt is, kan herschrijven,
anders schrijven misschien helpen. Zie
voorbeelden boek.
P.S. er zijn ook functies die simpelweg niet
integreerbaar zijn!