1. Waarom duurzame inzetbaarheid?
Duurzame inzetbaarheid is een belang-
rijk onderdeel van ons personeelsbeleid,
vertelt Robert. We zijn al enige jaren
bezig met het ontwikkelen en invoe-
ren ervan. In onze sector wordt heel
stevig gereorganiseerd. Wij kunnen als
Achmea geen lifetime employment meer
garanderen. Uit het oogpunt van goed
werkgeverschap willen wij daarom onze
mensen in beweging krijgen, zodat ze
zich op tijd goed kunnen voorbereiden
op hun toekomst, die ook wel eens bui-
ten Achmea kan liggen. Gelukkig heeft
deze missie in 2015 momentum gekre-
gen met de campagne Verder, waar de
Voorhoede onderdeel van uitmaakt. De
campagne over duurzame inzetbaarheid
is bedoeld om bewustzijn onder mede-
werkers en leidinggevenden te cre谷ren.
Mensen in de Voorhoede gaan proberen
collegas over de streep te trekken in
zichzelf te investeren. Ze zijn daarin vrij
om het op hun eigen manier te doen.
Wie maken deel uit van de Voorhoede?
Mensen zoals ik, zegt Dennis. Dennis,
schaderegelaar, is eind vorig jaar als
duizendste lid van de Voorhoede verwel-
komd. Robert, manager hr beleid, was
het eerste lid. Duurzame inzetbaarheid
is eigenlijk een rotwoord, te conceptu-
eel, aldus Robert. In de Voorhoede zitten
mensen die als voorbeeld kunnen dienen
voor hun collegas, mensen die zelf al
in beweging zijn gekomen. Door erover
te vertellen en te laten zien hoe zij het
aanpakken kan duurzame inzetbaarheid
zich als een olievlek verspreiden door het
bedrijf. Dennis is zon voorbeeld.
Vertel...
Dennis: Toen ik begon te werken had
ik het idee dat ik voor de rest van mijn
leven klaar was met school. Ik ben
Dennis Jansen en Robert Boulogne in gesprek met journaliste Annemieke Diekman
over duurzame inzetbaarheid. En over de rol die zij als lid van de Voorhoede spelen in de
verspreiding van dit gedachtengoed binnen Achmea.
Duurzame
inzetbaarheid moet tweede
natuur worden
V E R D E R | I N T E R V I E W O V E R O N T W I K K E L I N G E N I N Z E T B A A R H E I D | J A N U A R I 2 0 1 6
beweging binnen achmea
1
fotografie gabriela hengeveld
2. begonnen bij Centraal Beheer, maar daar
merkte ik op een gegeven moment dat
het mij niet lukte om door te groeien.
Bij interne sollicitaties op banen die mij
leuk leken, kwam ik er niet doorheen op
basis van mijn vooropleiding. Dat heeft
mij toen wel aan het denken gezet. Ik
had het idee dat ik mij dan helemaal om
moest scholen en daar hikte ik tegenaan.
Dus zocht ik het in iets buiten mijn werk
en ben sportieve autos gaan verkopen.
Lukte dat naast je werk bij Achmea?
Een tijdje kon ik het wel combineren. Ik
kreeg er veel energie van. Op veilingen
kocht ik autos en verkocht ze dan weer.
Ook importeerde ik ze vanuit het buiten-
land. Op een gegeven moment werd het
zon succes dat ik moest kiezen tussen
mijn eigen bedrijf en mijn werk bij Ach-
mea. Iedereen kan autos verkopen, daar-
om heb ik toch voor de zekerheid van een
stabiel inkomen gekozen. Ook omdat ik
niet wist hoe lang ik die autos nog leuk
zou vinden. Het besef kwam dat ik mij
toch liever binnen dit bedrijf wilde ont-
wikkelen, maar dat ik er dan ook wel wat
voor moest doen. De knop ging om. Ik
heb toen eerst de door de afm verplicht
gestelde opleiding gedaan en mocht sta-
ge lopen bij de afdeling netwerkbeheer.
Het was fijn te merken dat het nog lukte
met leren. Dat gaf vertrouwen om ook
aan een andere opleiding te beginnen, in
mijn geval hbo-bedrijfskunde.
Vormt opleiding een belangrijk aspect van
duurzame inzetbaarheid?
Opleiden doen we al heel lang, maar dat
was vooral functiegericht en deelname
was verplicht卒, zegt Robert. 卒Vanuit het
perspectief van duurzame inzetbaarheid
komen daar nu opleidingen bij die zijn
gericht op persoonlijke ontwikkeling
van medewerkers, op hun loopbaan-
ontwikkeling en op hun mogelijkheden
op de arbeidsmarkt. We waarderen en
stimuleren het als mensen uit eigen
beweging een opleiding volgen of op een
andere manier investeren in hun inzet-
baarheid. De werkgever zorgt voor in-
strumenten zoals opleidingsbudgetten
en compensatie in tijd, maar de mede-
werker is zelf verantwoordelijk voor het
gebruik ervan en kan de regie houden.
We zien het nog niet op brede schaal,
al groeit het aantal goede voorbeelden
gestaag. Het vergt een hele cultuur-
verandering en je weet dat die over het
algemeen heel stroperig verloopt.
Wie is nu binnen de organisatie het moeilijk-
ste te bereiken?
Dennis: Ik zie om mij heen dat enkele
oudere medewerkers moeite hebben met
veranderingen in het werk. Het lijkt wel
alsof sommigen de realiteit uit het oog
hebben verloren. Zij vragen zich af waar-
om ze nu opeens certificeringen moeten
gaan halen. Ze doen hun werk al jaren op
dezelfde manier en dat gaat toch goed.
Deze collegas zijn lastig te overtuigen.
Ik denk bijvoorbeeld aan een collega die
tegen mij zei: Goed dat je een opleiding
bent gaan volgen, maar ik zie het mezelf
niet meer doen. Daarvoor ben ik te oud.
Ik begrijp dat niet goed en heb ook tegen
haar gezegd dat ze nog minstens 20 jaar
aan het werk zal zijn en dat het dus nooit
te laat is. Robert voegt hieraan toe: Elke
loopbaanfase kent zijn eigen vragen op
het vlak van inzetbaarheid. Het opschui-
ven van de AOW-leeftijd, maar ook de
snelheid waarmee kennis en ervaring
achterhaald raken, waren voor ons
belangrijke redenen om werk te maken
van inzetbaarheid. Oudere medewer-
kers hebben een kwetsbare positie op
de arbeidsmarkt. Hoe je het ook wendt
of keert, boven de 45 50 is het lastig
als werkzoekende. Veel werknemers
maken een kosten-baten afweging. In de
huidige omstandigheden is de uitkomst
daarvan vaak dat houden wat je hebt,
verstandiger is dan bewegen, want dat
brengt minder risicos met zich mee.
Een traditioneel curatief sociaal plan
helpt deze denkwijze in stand te houden.
Daarom zijn wij samen met de vakbon-
den begonnen met het meer preventief
organiseren van mobiliteit.
Wat kan de Voorhoede voor deze werkne-
mers betekenen?
Ik denk dat het wel zal helpen als de
Voorhoede juist ook de oudere collegas
erbij betrekt en enthousiast maakt
door over eigen ervaringen te vertellen.
Maar de leidinggevende speelt hier ook
een belangrijke rol in, zegt Dennis.
Dat beaamt Robert: We zijn te weinig
in gesprek hierover. Ik hoorde laatst
het mooie woord prikkelarmoede. Wat
blijkt, leidinggevenden stimuleren voor-
al jongeren om zich te ontwikkelen en
een opleiding te volgen. Het uitblijven
van die stimulans bij ouderen kan ertoe
leiden dat die stil blijven staan.
V E R D E R | I N T E R V I E W O V E R O N T W I K K E L I N G E N I N Z E T B A A R H E I D | J A N U A R I 2 0 1 6
2
Dennis Jansen
3. V E R D E R | I N T E R V I E W O V E R O N T W I K K E L I N G E N I N Z E T B A A R H E I D | J A N U A R I 2 0 1 6
3
Een cursus leidinggeven-nieuwe-stijl?
Robert: De rol van leidinggevende is heel belangrijk. Dennis
knikt enthousiast: zonder support van mijn leidinggevende
was het een veel moeilijkere weg geworden. Maar niet alle
leidinggevenden zijn volgens Robert al doordrongen van het
belang van duurzame inzetbaarheid. We zien ook leidingge-
venden die er erg aan moeten wennen en die vooral naar het
hier en nu kijken. Toekomstgerichte ontwikkeling moet dan
concurreren met actuele functiegerichte opleidingen. Het
dilemma is begrijpelijk, maar aandacht voor de toekomsti-
ge inzetbaarheid van medewerkers is ook belangrijk, vooral
wanneer die in het geding is. We stimuleren dan ook persoon-
lijk leiderschap voor iedereen. Neem het heft in eigen hand,
voer zelf de regie over je inzetbaarheid en stel je daarbij niet
te afhankelijk op van je leidinggevende. Intussen organiseren
we rondetafelgesprekken voor leidinggevenden en een nieuwe
training leidinggeven aan inzetbaarheid.
Hoe kan de Voorhoede verder inspireren?
Dagelijks heb ik met veel collegas te maken, in totaal heb ik
zeker wel met 100 man contact in mijn werk, aldus Dennis.
Ik heb al een blog geschreven met mijn ervaringen, waarop ik
veel reacties heb gekregen, ook van mensen die ik nog niet ken-
de. Daarnaast wil ik er wel in een grotere groep over vertellen.
Wat het concreet op gaat leveren weet ik nog niet. Persoonlijk
hoop ik op een nieuwe baan binnen Achmea. In mijn directe
omgeving zijn er nog geen succesverhalen, maar ik ben dan
ook pas net lid van de Voorhoede. Wel bemerk ik interesse in
mijn verhaal en mijn bevindingen over mijn studie.
Wanneer is het voor jullie geslaagd?
Dennis: Als mijn collegas straks hun bezwaren opzij zetten
en ik ze overstag zie gaan. Mensen die dat zonder duwtje in de
rug niet gedaan zouden hebben. Misschien omdat ze bang zijn
voor het onbekende of geen vertrouwen in zichzelf hebben dat
ze het ook kunnen. Dat geeft mij wel een kick denk ik. Robert:
Voor mij is het ideale beeld dat duurzame inzetbaarheid iets
vanzelfsprekends wordt. Dat iedereen binnen Achmea niet
alleen met zijn huidige baan bezig is,
maar ook continu kijkt naar hoe ze zich
kunnen kwalificeren voor toekomstig
werk. Dat is wat wij willen, dat duur-
zame inzetbaarheid een tweede natuur
wordt.
Annemieke Diekman is freelance journalist en
tekstschrijver. Ze werkt onder andere voor het
Financieele Dagblad. Het interview kwam tot
stand in opdracht van Team Verder. Dit is een
interne publicatie.
verder@achmea.nl
De Voorhoede van Verder bestaat uit een groep men-
sen die al bezig zijn met werken aan hun inzetbaarheid.
Via de campagne Verder wordt ze gevoed met tips over
bijvoorbeeld boeken, documentaires en interessante
krantenartikelen. De leden van de Voorhoede worden
aangemoedigd om ook collegas mee te krijgen in het
werken aan h炭n inzetbaarheid. Zij doen dit door hun
eigen ervaringen te delen, met mensen in gesprek te
gaan over hun wensen en dromen, erover te schrijven in
een blog. Ze worden gestimuleerd om het op hun eigen
manier aan te pakken. Er zijn intussen al meer dan 1000
werknemers van Achmea lid van de Voorhoede.
Robert Boulogne