ݺߣ

ݺߣShare a Scribd company logo
Vijf transitietips voor
GGZ-organisaties
Participatiewet, WMO, Jeugdwet, de ene stelselwijziging staat amper in de steigers of de volgende dient
zich aan. Veel GGZ-organisaties kampen met vergelijkbare uitdagingen. Inzetbaar organiseerde onlangs
een high tea waarbij verschillende zorgorganisaties ervaringen uitwisselden over hoe om te gaan met alle
veranderingen.
De stelselwijziging vormt een flinke uitdaging voor GGZ
instellingen, vooral omdat juist voor de GGZ de gevolgen
en planning nog zeer onduidelijk zijn. Of, zoals een van de
deelnemers het verwoordde:‘Er is één groot zwart gat in de
brieven van staatssecretaris Van Rijn en dat is de GGZ. Dat
is allemaal nog erg vaag.’Natuurlijk staan er op de site van
het Transitiebureau mooie bedoelingen, handreikingen en
stappenplannen, maar in de praktijk komt het er voor veel
instellingen op neer dat afwachten geen optie is, terwijl je
tegelijkertijd niet weet waar je naar toe moet, of wanneer.
Samenwerken met zowel gemeenten als verzekeraars lijkt
vooralsnog de beste optie, waarbij je dan min of meer op
twee paarden wedt.
Dat de sector volop in beweging is, bleek wel uit alle vragen
en zorgen van de aanwezigen. De verschuiving van meer
verantwoordelijkheden naar de medewerkers wordt gezien als
een belangrijke uitdaging, omdat vrijwel alle zorgorganisaties
– in elk geval in theorie – graag met minder managers, dus
goedkoper, willen werken. De keuze voor zelfsturende teams
ligt daarbij voor de hand. Toch kent dat ook haken en ogen:
De huidige instellingen willen ook wel met zelfsturende teams
werken, maar ze hebben veel medewerkers op niveau 1, 2 en 3
en die mogen niet zelfsturend werken van de wet. Terwijl de
mensen zelf best willen: bij pilots waar het werd ingevoerd
bleek er meer werkplezier en lager ziekteverzuim te zijn.
Ook zijn er nog veel te veel hokjes in de zorg. Abstracte ideeën
als‘de cliënt centraal’kun je alleen verwezenlijken als we gaan
ontschotten en het zorgproces goed weten te ontrafelen.
Verder bleken een aantal deelnemers zorgen te hebben over
gemeentelijke willekeur in zorgbeleid. Een vreemd WMO-
neveneffect kan dan zijn dat je in de ene gemeente wel
specialistische GGZ-zorg vergoed krijgt en twee kilometer
verderop niet, omdat je toevallig in een andere gemeente
woont. Daarnaast heb je in de GGZ te maken met zorg die
soms heel specialistisch is en niet veel voorkomt, denk aan
autisme of schizofrenie.‘Als dat naar de WMO gaat ben ik bang
dat je ineens op allerlei vlakken expert zou moeten zijn,
of in elk geval coach van verschillende, heel specialistische
teams, terwijl je er zelf geen verstand van hebt. In een ziekenhuis
accepteer je niet dat een cardioloog je heupoperatie uitvoert,
maar in de GGZ-zorg moeten we dat maar gewoon vinden. Gaan
we dan onze autismespecialisten naar verslaafden sturen?’
Een oplossingsrichting om je dienstverlening te‘verkopen’
kan zijn dat je je prestaties in staatjes inzichtelijk maakt. Het
gaat tenslotte over geld:‘Dagbehandeling is preventief voor
intramurale behandeling en dus goedkoper. Maak dat inzichtelijk
en aantoonbaar voor de zorgverzekeraar en gemeente. Dus: kom
met één been in de gemeente te staan en houd lijntjes met de
zorgverzekeraars, dan sta je het sterkst.
In een vervolgbijeenkomst in Den Haag zal Tweede Kamerlid
Bas van ’t Wout (woordvoerder langdurige zorg/AWBZ en
WMO) ingaan op de gevolgen van de transities in de zorg voor
zorgorganisaties. Wilt u daar ook bij zijn? Mail dan naar
info@inzetbaar.nl
Uit de discussie hebben we de volgende vijf‘transitietips’
opgepikt, die iedere zorgorganisatie zou kunnen
gebruiken om goedkoper en efficiënter te werken:
Tip 1: Formuleer eerst eens goed wat je nu precies wilt
veranderen.
Tip 2: Raadpleeg je medewerkers, niemand vraagt aan de
professional: hoe zou jij het doen?
Tip 3: Leg verbinding tussen top en uitvoering. Stimuleer
ideeën en initiatieven die vanaf onderop ontstaan.
Tip 4: Vorm een regionaal team met wijkverpleging,
en creëer een landelijk kenniscentrum waar regioteams
kunnen aankloppen indien nodig.
Tip 5: Organiseer kennisdeling in provincies, misschien
zelfs landelijk met een verplichte bijdrage per gemeente.
Tolnasingel 1, 2411 PV Bodegraven, www.inzetbaar.nl, info@inzetbaar.nl
Inzetbaar is lid van brancheorganisatie NBBU

More Related Content

Inzetbaar vijf transitietips-ggz-organisaties

  • 1. Vijf transitietips voor GGZ-organisaties Participatiewet, WMO, Jeugdwet, de ene stelselwijziging staat amper in de steigers of de volgende dient zich aan. Veel GGZ-organisaties kampen met vergelijkbare uitdagingen. Inzetbaar organiseerde onlangs een high tea waarbij verschillende zorgorganisaties ervaringen uitwisselden over hoe om te gaan met alle veranderingen. De stelselwijziging vormt een flinke uitdaging voor GGZ instellingen, vooral omdat juist voor de GGZ de gevolgen en planning nog zeer onduidelijk zijn. Of, zoals een van de deelnemers het verwoordde:‘Er is één groot zwart gat in de brieven van staatssecretaris Van Rijn en dat is de GGZ. Dat is allemaal nog erg vaag.’Natuurlijk staan er op de site van het Transitiebureau mooie bedoelingen, handreikingen en stappenplannen, maar in de praktijk komt het er voor veel instellingen op neer dat afwachten geen optie is, terwijl je tegelijkertijd niet weet waar je naar toe moet, of wanneer. Samenwerken met zowel gemeenten als verzekeraars lijkt vooralsnog de beste optie, waarbij je dan min of meer op twee paarden wedt. Dat de sector volop in beweging is, bleek wel uit alle vragen en zorgen van de aanwezigen. De verschuiving van meer verantwoordelijkheden naar de medewerkers wordt gezien als een belangrijke uitdaging, omdat vrijwel alle zorgorganisaties – in elk geval in theorie – graag met minder managers, dus goedkoper, willen werken. De keuze voor zelfsturende teams ligt daarbij voor de hand. Toch kent dat ook haken en ogen: De huidige instellingen willen ook wel met zelfsturende teams werken, maar ze hebben veel medewerkers op niveau 1, 2 en 3 en die mogen niet zelfsturend werken van de wet. Terwijl de mensen zelf best willen: bij pilots waar het werd ingevoerd bleek er meer werkplezier en lager ziekteverzuim te zijn. Ook zijn er nog veel te veel hokjes in de zorg. Abstracte ideeën als‘de cliënt centraal’kun je alleen verwezenlijken als we gaan ontschotten en het zorgproces goed weten te ontrafelen. Verder bleken een aantal deelnemers zorgen te hebben over gemeentelijke willekeur in zorgbeleid. Een vreemd WMO- neveneffect kan dan zijn dat je in de ene gemeente wel specialistische GGZ-zorg vergoed krijgt en twee kilometer verderop niet, omdat je toevallig in een andere gemeente woont. Daarnaast heb je in de GGZ te maken met zorg die soms heel specialistisch is en niet veel voorkomt, denk aan autisme of schizofrenie.‘Als dat naar de WMO gaat ben ik bang dat je ineens op allerlei vlakken expert zou moeten zijn, of in elk geval coach van verschillende, heel specialistische teams, terwijl je er zelf geen verstand van hebt. In een ziekenhuis accepteer je niet dat een cardioloog je heupoperatie uitvoert, maar in de GGZ-zorg moeten we dat maar gewoon vinden. Gaan we dan onze autismespecialisten naar verslaafden sturen?’ Een oplossingsrichting om je dienstverlening te‘verkopen’ kan zijn dat je je prestaties in staatjes inzichtelijk maakt. Het gaat tenslotte over geld:‘Dagbehandeling is preventief voor intramurale behandeling en dus goedkoper. Maak dat inzichtelijk en aantoonbaar voor de zorgverzekeraar en gemeente. Dus: kom met één been in de gemeente te staan en houd lijntjes met de zorgverzekeraars, dan sta je het sterkst. In een vervolgbijeenkomst in Den Haag zal Tweede Kamerlid Bas van ’t Wout (woordvoerder langdurige zorg/AWBZ en WMO) ingaan op de gevolgen van de transities in de zorg voor zorgorganisaties. Wilt u daar ook bij zijn? Mail dan naar info@inzetbaar.nl Uit de discussie hebben we de volgende vijf‘transitietips’ opgepikt, die iedere zorgorganisatie zou kunnen gebruiken om goedkoper en efficiënter te werken: Tip 1: Formuleer eerst eens goed wat je nu precies wilt veranderen. Tip 2: Raadpleeg je medewerkers, niemand vraagt aan de professional: hoe zou jij het doen? Tip 3: Leg verbinding tussen top en uitvoering. Stimuleer ideeën en initiatieven die vanaf onderop ontstaan. Tip 4: Vorm een regionaal team met wijkverpleging, en creëer een landelijk kenniscentrum waar regioteams kunnen aankloppen indien nodig. Tip 5: Organiseer kennisdeling in provincies, misschien zelfs landelijk met een verplichte bijdrage per gemeente. Tolnasingel 1, 2411 PV Bodegraven, www.inzetbaar.nl, info@inzetbaar.nl Inzetbaar is lid van brancheorganisatie NBBU