Artikel in Leeuwarder Courant van 11 augustus 2012
1 of 1
Download to read offline
More Related Content
Jeronimus Cornelisz artikel in Leeuwarder Courant
1. 11 augustus 2012, pag. 12
‘Tiran van
de Abrolhos’
H
et is voor 99 procent ze-
ker dat Jeronimus Cor-
nelisz, de muitende en
moordende onder-
koopman van de Bata-
via, is geboren in Leeuwarden.
Dat zegt Hans Zijlstra uit Am-
sterdam, die archiefonderzoek
heeft gedaan naar de historische
achtergronden van het zeventien-
de-eeuwse drama.
Hij werkt aan een boek over het
leven en de familie van Jeronimus
Cornelisz. Dat doet hij samen met
Henk Looijestein, die aan auteur
Mike Dash historische bouwste-
nen leverde voor zijn boek ‘De on-
dergang van de Batavia’.
In Dash’ eerste druk uit 2002
staat dat Cornelisz vermoedelijk
uit Leeuwarden of Burgum kwam.
Zijlstra weet intussen meer. Zeker
is dat de ‘tiran van de Abrolhos’
toen hij voor zijn wandaden werd
opgehangen, ongeveer dertig jaar
oud was.
Als geboortejaar wordt1598 aan-
gehouden. Een doopakte is niet ge-
vonden en zal ook niet bestaan,
aangezien hij een kind was van
doopsgezinde ouders - voorstan-
ders van de volwassendoop. ,,Maar
een feit is dat zijn ouders van on-
geveer 1595 tot 1612 in Leeuwarden
woonden. Dus kun je ervan uit-
gaan dat hij daar geboren is’’, aldus
Zijlstra.
De naam Jeronimus of Jeroen
was in Noordoost-Friesland niet
erg gebruikelijk. Zijlstra, die actief
is voor de Historische Vereniging
Noordoost-Friesland, herinnerde
zich die naam te zijn tegengeko-
men bij zijn zoekwerk en ontdekte
al gauw dat het om dezelfde per-
soon moest gaan. De naam Jeroni-
mus is gelatiniseerd – zijn vader
heette nog gewoon Kornelis Je-
roens. Die kwam uit een welgestel-
de familie en was kruidenier, wat
inhield dat hij in kruiden handelde
en het apothekersvak beoefende.
De Hollander Kornelis Jeroens
trouwde in 1595 met een Friese
vrouw, Sytske Douwes. Ze zijn ge-
registreerd in het burgerboek van
Leeuwarden en woonden ter hoog-
te van de oude Vismerckt. In 1612
verhuisden ze naar Dokkum. Zoon
Jeronimus - toen een jaar of veer-
tien - moet daar de Latijnse school
hebben bezocht, die goed stond
aangeschreven. Hij zal ook in de
leer zijn gegaan bij een plaatselijke
apotheker.
In 1626 ging hij in ondertrouw
met Belijtgen Jacobs van der Knas,
zowel in Dokkum als in Hoorn,
waar zijn vrouw vandaan kwam.
Hoorn had een VOC-kamer, de
VOC hield zich bezig met de invoer
van kruiden; misschien heeft dat
iets te maken met Jeronimus’ late-
re aanmonstering bij de Compag-
nie.
HetvertrekuitDokkumkanver-
band houden met verstoorde ver-
houdingen tussen apothekers en
de magistraten van die stad. Jero-
nimus en zijn vrouw vestigden
zich, mogelijk mede vanwege fa-
milieconnecties, in Haarlem.
Het paar kreeg in 1627 een zoon-
tje, dat als snel overleed, waar-
schijnlijk aan syfilis. Dat was niet
alleen een schande, het was funest
voor de reputatie van een apothe-
ker.
Er kwam veel heibel van en Jero-
nimus raakte in financiële proble-
men, zodat de grond hem te heet
onder de voeten werd. Mike Dash
veronderstelt in zijn boek dat de
apotheker ook uit Haarlem moest
vluchten omdat hij in verband
werd gebracht met Torrentius, een
kunstenaar uit doperse hoek die
op zeker moment hard werd aan-
gepakt voor zijn vrijzinnige opvat-
tingen.
Aanmonstering bij de VOC was
een soort noodsprong. De reizen
met de VOC-schepen waren ge-
vaarlijk en trokken vooral volk dat
op de vaste wal geen toekomst
meer zag.
Maar Jeronimus Cornelisz moet
een kruiwagen hebben gehad,
want de gewezen apotheker (die
zijn zaken in Friesland liet beharti-
gen door de Leeuwarder apotheker
Gerrit Everts) werd meteen aange-
steld als onderkoopman, een van
de hoogste posities in de rangorde
op de Batavia.
de Abrolhos’
Jeronimus Cornelisz op een fantasieportret. TEKENING KORS DE WAARD/NIEUW LAND
Aanmonstering
bij de VOC was
een soort
noodsprong