2. Kometen
Kleine hemellichamen die in erg elliptische banen rond een ster draaien
Bestaan uit ijs, gas en stof.
Wanneer een komeet het zonnestelsel binnenvliegt, warmt ze op en
begint het ijs waaruit ze samengesteld is te sublimeren (?)
De omlooptijd rond de ster kan een paar jaar tot vele duizenden jaren
bedragen
3. Kometen
Komeetkern: diameter van enkele tientallen kilometers (1-50
kilometer).
Deze kern is zeer koud, omdat het grootste gedeelte van de baan van
een komeet zeer ververwijderd is van de Zon.
Het materiaal waaruitde kern bestaat, is bevroren; het vormt een soort
"vuile sneeuwbal".
Coma : Bij het sublimeren ontsaat een gaswolk om de kern van
100.000-1.000.000 kilometer groot
Een of meer lange staarten: (tot meer dan 150 miljoen kilometer lang).
4. Plasmastaart
De UV stralen van de zon ioniseren het ijle gas van de coma
Dit geioniseerd gas word vervolgens opgeveegd door de zonnewind, die ze meesleept
in de vorm van een rechte staart.
H2O+,OH+, CO+, CO2+, CH+ N2+.
Deze plasmastaart of ionenstaart ( blauw op foto's).
Tussen de 100.000 en 1 miljoen kilometer
Plasmastaarten wijzen altijd van de zon zonnewind)
Maken een hoek van een paar graden met de richting naar de zon
5. Stofstaart
Bestaat uit stofdeeltjes,
Deze deeltjes zijn - anders dan de gassen in de ionenstaart - zwaar
genoeg om volgens de wetten van Kepler een gebogen baan te
volgen. De stofdeeltjes in deze staart weerkaatsen zonlicht,
waardoor de staart wit oplicht.
8. Kortperiodieke kometen
Omlooptijd van minder dan 20 jaar (Jupiter-kometen)
Ongeveer 60% van alle kort-periodieke kometen hebben apheliums op
een afstand van ongeveer 6 AE van de zon
10. Oorsprong
Kometen met korte omlooptijden zijn vermoedelijk
uit de Kuipergordel afkomstig zijn (buiten de
baan van Neptunus).
Kometen met een langere omlooptijd hebben een
oorsprong verder van de zon, in de zogenaamde
Oortwolk.
12. De Oortwolk
1950 Jan Oort : afstand van 100.000 AE
een sfeer moet bevinden van waaruit kometen op ons
zonnestelsel afkomen.
Het bestaan van deze wolk is hypothetisch en dus
vooralsnog niet bewezen.
1 AE: 150 miljoen kilometer.
14. Kuipergordel
1951 G. Kuiper : er moet eveneens zo een wolk zijn
op kortere afstand
vele miljarden komeetachtige, uit steen en ijs
bestaande objecten, TNO genoemd, voorbij de
baan van de achtste planeet van ons zonnestelsel,
Neptunus. De gordel bevindt zich op 30 AE tot 50
AE afstand van de zon.
Verklaring voor Pluto en dwergplaneten...
21. Ison :Schattingen van helderheid zou kunnen tussen
-11 en -16.
Voorspelling is echter onzeker : komeet kan in
stukken breken
"Je kan beter wedden op paarden dan op kometen", is bij astronomen dan ook een
beroemd gezegde. (site Frank Deboosere)
22. Komeetinslag Shoemaker-Levy 9
Kort periodieke komeet
Tussen 16 en 22 juli 1994 sloegen 21 fragmenten van
de komeet in op het zuidelijk halfrond van Jupiter.
23. SL9
Dit was de eerste keer dat botsingen tussen
hemellichamen direct werden waargenomen.
(hoewel aan de achterkant )
infrarood