3. Wat is kwaliteit?
Kwaliteit is de mate van overeenkomst
tussen criteria voor goede zorg (wenselijke
zorg) en de praktijk van die zorg (feitelijke
zorg) Donabedian, 1995.
Kwaliteit is een relatief begrip; iedereen
vult het anders in.
4. Kwaliteitszorg
Het geheel van instrumenten,
procedures en methodieken dat
beschikbaar is en kan worden gebruikt
om de kwaliteit van de zorgverlening en
de sturing daarvan systematisch te
bewaken en bevorderen
5. Kwaliteitswet
Verantwoorde zorg; doelmatig,
doeltreffend en patientgericht
Organisatie van de zorgverlening moet
aan voorwaarden voldoen, bijv. Genoeg
en capabel personeel en hulpmiddelen.
Kwaliteitssysteem
Kwaliteitsjaarverslag, o.a. naar
inspectie.
6. Belang van kwaliteitsbevordering
De zorg moet zo efficient, effectief en
excellent mogelijk geleverd worden.
Zodat de zorg transparant wordt en meetbaar.
Bijvoorbeeld door haalbare verpleegdoelen
te maken met interventies voles smart
criteria.
7. Integrale kwaliteitszorg
Meerdere personen houden zich bezig
met kwaliteitszorg en niet 1 persoon.
Er zijn ook meerdere mensen
aanspreek punt.
9. Rol: Ontwerper
Kerncompetentie;
Om de kwaliteit van de zorg te bewaken participeert de
hbo-verpleegkundige in het ontwerpen van
kwaliteitszorg op afdelingsniveau.
Hierbij gaat het om, o.a. ;
Initiatieven nemen voor kwaliteitsverbetering
Een bijdrage leveren aan ontwikkeling en vaststelling
van kwaliteitscriteria en meetinstrumenten
Meewerken aan de invoering van uitgewerkte voor
kwaliteitsverbetering
10. Zodat,
De zorg transparant
wordt omdat er
ijkpunten voor
kwaliteit
beschikbaar komen,
waaraan de
dagelijkse
zorgverlening en de
interventies getoetst
kunnen worden.
11. Andere wetten in relatie tot
kwaliteitszorg
BIG; stelt eisen aan
opleiding en kwalificatie
van individuele
beroepsbeoefenaren.
Bekwaam en Bevoegd
WGBO; Wet op
geneeskundige Behandel
Overeenkomst. Uitleg
relatie met kwaliteit?
12. Kwaliteit systemen
HKZ; stichting
harmonisatie
kwaliteitsbeoordeling in
de zorgsector
NIAZ; Nederlands
Instituut voor
Accreditatie van
Ziekenhuizen
Verantwoorde zorg
Excellente Zorg
13. De pilot Excellente Zorg
Drie peilers.
Pati谷nten
Organisatie
Verpleging en verzorging (de 8
kenmerken)
14. Het Magnet Concept
Meer en hoger opgeleidde verpleegkundigen
zorgen voor;
lagere sterfte van pati谷nten
Minder complicaties bij pati谷nten
Minder fouten door verpleegkundigen
Hogere pati谷nten tevredenheid
Hogere job-satisfaction en minder burnout bij
verpleegkundigen
15. De acht kenmerken
Vakbekwame collegas
Goede relatie met artsen
Autonomie
Support direct leidinggevende
Zeggenschap over beroepsuitoefening
Opleidingsmogelijkheden
Voldoende personeel
Patientgerichte zorgcultuur
16. Met de acht kenmerken
op weg naar Excellente Zorg
De 8 kenmerken zijn voorwaardelijk voor
Excellente patientenzorg
Een krachtige leeromgeving
invloed op Besluitvormingsprocessen
m.b.t verpleegkundig domein
17. NIAZ
Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuize
(NIAZ) toont aan dat een ziekenhuis voldoet aan de
Kwaliteitsnorm Zorginstelling. Deze kwaliteitsnorm is
ontwikkeld door kwaliteitsdeskundigen en vakmensen
uit de zorg. De toetsing gebeurt door speciaal
opgeleide collega's uit andere zorginstellingen.
20. Protocollen en richtlijnen
Protocollen; vaststelling van de te volgen
procedure; beschrijft activiteiten die
achtereenvolgens uitgevoerd moeten worden
Richtlijnen; wetenschappelijk onderbouwde,
landelijk geldende, vakinhoudelijke
aanbevellingen voor optimale zorg voor een
patient. Richtlijn is meer algemeen en vaak meer
wetenschappelijk onderbouwd
29. probleemanalyse
Visgraatdiagram
Oorzaak gevolg analyse stap voor stap
Inventariseer problemen:
Bepaal oorzaak gevolg relaties:
Geeft probleem A probleem B ?
Of geeft probleem B probleem A ?
Plak deze oorzaak gevolg relaties op een groot
bord.
Bepaal prioriteiten, welk probleem je gaat
oppakken ?
30. Kwaliteit van zorg
Hoe zit dat bij jouw op de
afdeling.?
Hoe wordt de kwaliteit gemeten?
Wie houdt zich daar mee bezig?
34. De verpleegkundige als ontwerper Schoot, Danen-de Vries e.a 2006
Kwaliteit en deskundigheid niveau 5, Hunink, van der Bijl e.a. 2000
Kwaliteit van zorg en kwaliteitszorg, bekker, Borgesius e.a. 2004
Evidance based practice voor verpleegk. Cox, de Louw e.a 2004.
www.cbo.nl
www.precies.nl
www.wip.nl (voor richtlijnen op het gebied van infectiepreventie)
www.nivel.nl
www.databankzorgverniewing.nl
www.ink.nl
De beroepscode van de ABVA/KABO
www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl
#4: Definitie van kwaliteit: Er zijn talloze definities in de omloop; dit is er een van: De mate van overeenstemming tussen feitelijk verleende zorg en vooraf gestelde criteria of eisen. (Zie Verbeek 3.3 pag 43) Kwaliteit is een relatief begrip; iedereen kan het anders invullen. (De een verlangt van een auto alleen maar dat hij rijdt, dat je van A naar B komt, de ander wil dat hij er mooi uit ziet, dat er airco in zit, verwarmde stoelen enz. De een wil kamperen en neemt een klein tentje mee, de ander wil een caravan met wat luxe. enz.) Wat is kwaliteitszorg? Het geheel van instrumenten, procedures en methodieken dat beschikbaar is en kan worden aangewend om de kwaliteit van de zorgverlening en de sturing daarvan systematisch te bewaken en bevorderen
#6: Kwaliteitswet Hoofdlijnen van de kwaliteitswet: Verantwoorde zorg : centraal in de wet staat de verplichting voor zorginstellingen om verantwoorde zorg aan hun pati谷nten of cli谷nten te leveren. Het begrip verantwoorde zorg is in de wet globaal omschreven. Het is in ieder geval zorg die doeltreffend, doelmatig en pati谷ntgericht wordt verleend. Verder is van verantwoorde zorg pas sprake als er voldoende afstemming en samenwerking tussen zorgaanbieder is. Organisatie zorgverlening: In de tweede plaats stelt de wet verschillende voorwaarden aan de organisatie van zorgverlening. Zo moeten instellingen voldoende en capabel personeel in dienst hebben en moeten zij verantwoorde beslissingen over het materieel nemen. Ook dient er duidelijkheid te bestaan over de toedeling van taken en verantwoordelijkheden. Verder zijn instellingen verplicht in hun kwaliteitsbeleid de resultaten van overleg tussen zorgaanbieders, zorgverzekeraars en pati谷ntenorganisaties te betrekken. Kwaliteitssysteem: Ten derde dienen zorginstellingen de kwaliteit van zorg systematisch te beheersen waar nodig te verbeteren. Hoe zon kwaliteitssysteem het beste vorm kan krijgen, laat de wet aan de zorginstelling zelf over. Jaarverslag: In de vierde plaats eist de wet dat zorginstellingen jaarlijks een kwaliteitsjaarverslag uitbrengen. In dit verslag legt de instelling verantwoording af over het gevoerde kwaliteitsbeleid. Het verslag moet aan de Inspectie Gezondheidszorg en de regionale pati谷nten/consumentenplatforms worden verstuurd.
#7: Initiatieven nemen voor kwaliteitsverbetering op afdelingsniveau Bijdrage leveren aan het ontwikkelen van kwaliteitscriteris Rol ontwerper Bedenken van maatregelen die kunnen worden omgezet in verpleegbeleid. Ontwikkelen van methoden, technieken en systemen. Ontwikkelen van protocollen en implementeren, Wetenschappelijk onderzoek gebruiken en vertalen
#8: Dat is een ideaal waar instellingen naar streven. Door fusies ontstaat fysische en organisatorische groei. Daardoor wordt co旦rdineren van zorg en communicatielijnen veel complexer en onoverzichtelijker. Veel initiatieven moeten gebundeld worden tot een samenhangend geheel. Een breed kwaliteitssysteem maken is lastig. Blz 15 bekker
#9: Good practice Voorziet in effectieve zorg Op basis van: Professionele standaarden Training en supervisie Goed en zorgvuldig gebruik van beschikbare bronnen Is pro-actief in het voorkomen van negatieve incidenten en toebrengen van schade Best practice Toepasbare succesvolle voorbeelden uit de praktijk Adaptie en ontwikkeling van idee谷n, strategie谷n en methoden op een wijze die aangeboden zorg/hulpverlening meetbaar verbeterd en die continu voor het beschikbare geld de beste zorg/hulpverlening waarborgt en garandeert. Van lessons learned naar best practice: Systematisch ontwikkelde praktijk/richtlijnen en protocollen op basis van het beschikbare bewijs. (inzichtelijk, transparant, doelmatig en meetbaar) Ondersteunt voortdurend ontwikkeling van evidence based practice. Evidence based practice Gebaseerd op resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van handelingen of, bij gebrek daaraan, op bevindingen van ervaren verpleegkundigen. EBP is gewetensvol, expliciet en oordeelkundig gebruik van huidige bewijs materiaal om beslissingen te nemen voor individuele pati谷nten. Het integreren van individuele klinische expertise met het beste externe bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is. De voorkeuren, wensen en verwachtingen van de pati谷nt spelen bij de besluitvorming een centrale rol.
#10: Beroepsbeoefenaar ook, maar anders. De rol van ontwerper, belangrijke rol betreffende kwaliteitszorg. Belangrijke en omvangrijke rol, het is het creatieve element binnen het verpleegkundig beroep. Wegdrijven van routine en openstaan voor alternatieven, of deze zelf verzinnen. De rol van ontwerper is niet vrijblijvend en hoort bij de HBO verpleegkundige. Als je als HBO verpleegkundige de rol van ontwerper laat liggen is je beroepsuitoefening niet volledig. Meehelpen in het bedenken van maatregelen die kunnen worden omgezet in verpleegbeleid. Ontwikkelen van methoden, technieken en systemen. Ontwikkelen van protocollen en implementeren, wetenschappelijk onderzoek gebruiken. Vertalen in voorstellen voor individueel verpleegbeleid of zorgprogramma. Informatie uit verschillende bronnen. Het kan gaan om een specifiek beroepinhoudelijk deel, maar ook om een multidisciplinaire aanpak van het probleem. Opdracht Hoe wordt de kwaliteit van zorg gekaderd/ ingevuld op macro,meso en microniveau. Macroniveau Het grote geheel Als verpleegkundige heb je altijd te maken met zaken die zich op het macroniveau van de volksgezondheid te maken hebben. Bij een nieuwe handelswijze moet je altijd kijken of die niet in strijd is met regels en wetten. Verschillende sectoren in de gezondheidszorg en de overkoepelende organisatievormen Wet en regelgeving Spreiding van gezondheidsvoorzieningen in Nederland Vakbonden Patientenverenigingen
#14: De pilot Excellente Zorg is een initiatief van de vereniging voor verzorgende en verpleegkundigen de V&VN. In het pilotonderzoek zijn de 8 kenmerken onderzocht die ook in mijn onderzoek het uitgangspunt zijn. De pilot Excellente zorg is de basis geweest voor mijn onderzoeks vraag. Deze kenmerken zijn magneetkrachten en komen uit het Magnetconcept. Wat het Magnetconcept is zal ik bij de volgende dia verder uitleggen. Het pilotonderzoek is een vertaling van het Magnet concept naar de Nederlandse situatie. Het pilot onderzoek bestaat uit 3 peilers, patienten, organisaite en verplegeing en veraorginspeiler. De 8 kenmerken komen alleen bij de 3 e peiler aan bod. In het pilotonderzoek zijn meer dan 4000 verpleegkundige en verzorgende waarin naar de aanwezigheid van deze acht kenmerken gevraagd door middel van een enquete. Dit gebeurde in 12 Nederlandse zorginstellingen. Het doel van de pilot Excellente Zorg is het bevorderen van Excellente zorg aan zorgvragers en de cruciale positie van verpleegkundigen (en verzorgende) die hierbij centraal staat. Wat Excellente Zorg inhoud wordt uitgelegd bij het Magnet Concept.
#15: Het Magnet concept is een concept dat ontstaan is naar aanleiding van onderzoek dat gedaan naar magneetkrachten in Amerika in de jaren 80. Oorzaak voor het doen van onderzoek was het feit dat er personeelstekort was onder verpleegkundigen in met name ziekenhuizen. Het beroep was niet erg populair en de status was laag. Echter in sommige ziekenhuizen wilde verpleegkundigen juist erg graag werken, daar was geen personeels tekort. Dit ging men verder onderzoeken en het bleek dat in deze instellingen bepaalde kenmerken aanwezig waren. Deze kenmerken zijn verder onderzocht. Het werden magneet krachten genoemd. Dit concept is in de jaren daarna verder onderzocht en uitgwerkt. Sindsdien is daar veel meer onderzoek naar gedaan in Amerika en wordt het concept voordurend getoetst. Belangrijke conclusies uit dit onderzoek waren dat in deze magneet instellingen meer job-satifaction en minder burn-out. Ook bleek dat deze ziekenhuis, minder pati谷nten overleden, er minder fouten gemaakt werden, pati谷nten tevredener waren en de ligduur korter. De pilot Excellente Zorg onderzoek toetst deze magneetkrachten aan de Nederlandse situatie.
#16: Vakbekwame collegas, vaardigheden, stimuleren in open en eerlijke leerhouding, feedback, kwaliteit pati谷ntenzorg, verschil niveau 4 en 5 en rol verpleegkundige specialist de anp-er Goede relatie met artsen, even invloed en macht, gelijkwaardig, wederzijdse afhankelijkheid, erkenning en waardering. Autonomie, vrijheid zelfstandig te handelen/besluiten op basis van kennis, opnemen voor de pati谷nt, Excellente Zorg. Support direct leidinggevende, bereikbaar benaderbaar, overbelasting, persoonlijke problemen Zeggenschap over beroepsuitoefening, beslissingsbevoegdheid over de eigen werksituatie beroepsuitoefening, micro, meso macro, participerend management, VAR, stafconvent, werkgroepen commissies verpleegkundig domein Opleidingsmogelijkheden, mbo-hbo hbo-master, scholingsmogelijkheden, intercoll toetsing, intervisie, geschoolde werkbegeleiders Voldoende personeel, verpleegkundig patient ratio, VS veel onderzoek naar gedaan, recent ook Belgi谷, kwal. Pati谷ntenzorg, job-satifaction, geen ongekwalificeerd personeel (dus ook geen studenten). Patientgerichte zorgcultuur, Is de cultuur waar in de verpleegkundige werkt pati谷ntgericht (aandacht, benaderingswijze, opnemen voor de pati谷nt). Zijn er waarden en normen vastgesteld over de patientgerichtheid van de cultuur (een mission statement).
#17: De acht kenmerken, het Magnet Concept, een krachtige leeromgeving en daaruit voortkomend Excellente Zorg is belangrijke kennis en nodig om te begrijpen waarom het voor de studenten belangrijk is om in een omgeving stage te lopen waar deze 8 kenmerken aanwezig zijn zodat zij eventueel Excellente Zorg kunnen herkennen en ervaren. Waarschijnlijk zijn deze deze acht kenmerken voorwaardelijk voor het geven van Excellente Zorg. Ook zijn deze 8 kenmerken mogelijke een voorwaarde voor meer zeggenschap over het verpleegkundige domein. Het is zo dat van oudsher verpleegkundige te weinig invloed lijken te hebben over besluitvormingsprocessen die met het verpleegkundige domein te maken hebben. De magneetkrachten zeggenschap over het beroep, autonoom functioneren, support leidinggevende zijn de magneetkenmerken die hier sturend in zijn. Deze kenmerken zijn (samen) met de andere kenmerken sturend in hebben van invloed door verpleegkundigen in besluitvormingsprocessen. Dit zal bij de volgende dia verder uitgelegd worden.
#18: Doel NIAZ NIAZ Het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen is in 1998 opgericht door de Vereniging van Ziekenhuizen, de Vereniging van Academische Ziekenhuizen, de Orde van Medisch Specialisten en de stichting Proefproject ACcreditatiE (www.niaz.nl) Stimuleert kwaliteitsverbetering- en borging binnen ziekenhuizen d.m.v. een systeem van toetsing door peers (collegas uit andere ziekenhuizen). Accreditatie biedt ziekenhuizen de mogelijkheid om zich intern en extern te verantwoorden.
#21: Ook nog standaarden, werkinstructies, Mono-disciplinaire ontwerpen. Hierin staat beschreven welke verpleegkundige zorg geleverd zou moeten worden voles de laatste standaarden. Zo mogelijk EB. Protocol= stapsgewijze weergave van een handeling en bijbehorende interventies. Is concreet en overzichtelijk gaat over een afgebakende handeling bv. Afleggen, intra-musculair spuiten. Richtlijn= In een richtlijnen worden adviezen, aanbevelingen en behandelingsinstructies gegeven voor professionals en zorgvragers. Richtlijn is veel uitgebreider. Bv . Richtlijn COPD of Diabetes zorg (CBO) -Standaardverpleegplannen: concrete uitwerking van een verpleegplan ;dus diagnose, doelen en interventies voor een bepaald verpleegprobleem. Moet altijd aangepast worden aan de individuele situatie.
#25: Fysiek, temperatuur meten bloeddruk, lengte en gewicht, decubitus, onder/overgewicht. Gedrag observeren, wat zie je concreet benoemen, er zijn ook verschillende observatie lijsten om gedrag te meten. In de psychiatrie bijvoorbeeld, in de jeugdzorg het van wiechenschema. Meningen gevoelens en gedachten kun je vragen met behulp van vragen lijsten. Enquete, interview, geef dan ook letterlijk weer wat er wordt gezegd, zorg bij samenvatting of parafrase dat deze klopt. Doelstelling, preventie, kwaliteitszorg, probleemverhelderen,(medische en verpleegkundig diagneose stellen) als inzichtgevende interventie voor een client. Probleem in kaart brengen.
#27: Werkcahier In het kader van kwaliteitsbevordering is een zorgvuldige meting en registratie of zorg al dan niet effectief, effici谷nt en pati谷ntgericht. Wat houdt meten van kwaliteit zoal in/ Bij iedere meting moeten basisvragen beantwoord worden om tot een afgewogen meetprocedure te komen. Waarom meten, hoe meten, wat meten we, wanneer en door wie. Voorbeelden, Lichaamstemperatuur, ademhalingsfrequentie APGAR, decubitusscore, pijnscore (VAS), bloedglucose waarde, wondmeter etc. Bij het meten worden divers meetinstrumenten gebruikt. Thermometer, R/R meter, scorelijsten, vragenlijsten, Andere meetmethoden registreren en evalueren de werkelijk verleende zorg, ofwel de geleverde prestaties. In het algemeen hebben de laatste meetmethoden de voorkeur omdat de verzamelede gegevens inzicht bieden in de verleende kwaliteit van zorg. Indien mogelijk kunnen meerdere meetmethoden naat elkaar gebruikt worden zodat de gevonden gegevens elkaar kunnen ondersteunen en aanvullen. Methoden voor het verzamelen van gegevens kunnen ook verdeeld worden in directe en indirecte methoden. Bij de directe methoden is de interactie tussen clienten en verpleeg. bron van gegevens verzameling. Bij de indirecte methoden wordt geen gebruik gemaakt van deze directe observatie, maar worden gegevens op een indirecte manier verzameld. Zo kan achteraf in de ptienteninformatie nagegaan worden of een bepaalde interventie daadwerkelijk is uitgevoerd of kan ij een verpleegkundige nagvraagd worden of deze interventie naar behoren is uitgevoerd. De directe meetmethoden heben in het algemeen de voorkeur omdat deze valide gegevens opleveren over de werkelijk geleverde zorgverleing. Directe meetmethoden zijn echter vaak moeilijk uit te voeren omdat ze soms lastig zijn voor betrokkenen en kunnen hierdoor slechts gebruikt worden voor een kleine steekproef. Ook hier kan geconcludeerd worden dat dat een combinatie van methoden wenselijk is. . Hieronder worden divers meetmethoden beschreven.
#28: Normeren ,aan welke criteria moet zorg voldoen. Gericht op uitkomst van zorg, of proces van zorgverlening, medisch inhoudelijk, zorgaspecten. Standaarden, richtlijnen protocollen, criteria vanuit clientenperspectief, organisatienormen, Meten, leggen feitelijke verleende zorg vast, verschillende aspecten, proces, zorginhoud, resultaten, registaries kunne op verschillende niveau[s worden gebruikt. (individueel, instelling, regionaal of landelijk. Beroepsgroep, zorgverzekeraars, patientenorganisaties, registratie van verleende zorg, geautomatiseerde gestandiseerde verslaglegging, registratie systemen, gebruik van indicatoren,. meningpeilen Toetsen en verbeteren evalueren en toetsen van kwaliteit van de feitelijke verleende zorg aan de opgestelde criteria en vervolgens mogelijkheden ter verbetering opsporen, intercollegiale toetsing, verbeterteams,doorbraakseries, visitaties, externe beoordelingen, benchmarking Borgen instrumenten die er voor zorgen dat het reeds behaalde kwaliteitsniveau gehandhaafd blijft zodat de gerealiseerde verbeteringen beklijven, keurmerk, accridetaite of certificering (kun je wel ook weer kwijt raken)
#30: Voorkom symptoombestrijding door je voldoende te verdiepen in mogelijke oorzaken van een probleem. Een visgraatdiagram heeft de vorm van een visgraat, waarbij in de kop het probleem wordt ingevuld en de graten plaats bieden aan een aantal oorzaken. Het gaat uiteindelijk om het maken van een oorzaak gevolg diagram. Met een visgraat diagram is je creativiteit beter te richten. Veel voorkomende categorieen zijn: menselijk handelen, werkmethode, functioneren van apparaten, gebruikte materialen en omgeving. Pas negatief brainstormen toe
#33: Belangrijk is dat deze meetinstrumenten valide en betrouwbaar zijn. Als het niet betrouwbaar is, bijv. sociaal wenselijk ingevuld, zorg dan voor een goed interpretatie of ga het verder uitzoeken probleem verhelederen. Wordt er daadwerkelijk gemeten wat men wilt meten. Is deze uitslag hetzelfde op verschillende momenten gemeten door verschillende verpleegkundigen. Interne validiteit is de mate waarin het redeneren binnen het onderzoek correct is uitgevoerd. Belangrijk hierbij is dat het geldig is voor de onderzochte groep. Meer precies: de mate waarin variabelen in een sociaal-wetenschappelijk onderzoek een causale relatie met elkaar hebben en waarbij in het algemeen onderzoeksresultaten niet aan zgn. onderzoeksartefacten moeten worden toegeschreven. Externe validiteit is in hoeverre de resultaten van een bepaald onderzoek of een test te generaliseren zijn. Als bepaalde resultaten extern valide zijn, wil dit zeggen dat de resultaten te generaliseren zijn en dus voor een grotere groep dan slechts de testgroep zullen gelden. Als de resultaten alleen maar opgaan voor de testgroep, zijn ze immers veel minder waard. De term externe validiteit is hiermee nauw verwant aan ecologische validiteit. In statistische zin betekent betrouwbaarheid , dat wanneer een meting meerdere malen gedaan wordt, er weinig verschil is tussen de gemeten waarden. Er komt steeds min of meer hetzelfde getal of dezelfde uitslag uit. Wanneer er een grote toevalscomponent ( error of errorvariantie ) zit in de gemeten waarden, zullen die meer van elkaar verschillen en is de betrouwbaarheid van de meting laag. Het geeft dus de mate aan waarin een meting onafhankelijk is van het toeval. Betrouwbaarheid garandeert niet de validiteit van de meting . Echter, een hoge betrouwbaarheid is een voorwaarde voor validiteit.