13. Suikerproductie
Glucose (suiker)
Assimilatie proces
(zes) water + (zes) koolstofdioxide H licht(energie) (辿辿n) glucose + (zes) zuurstof
6 H O + 6 CO + licht C + O + 6 O
2 2 6 12 6 2
Water uit bodem
14. Wat doet de ma誰splant met suiker
stay green - dry down
Glucose (suiker)
Voedingsbron voor
suikers
schimmels
suikers
Stay green gaat
langer door met
Schimmels suikerproductie
Zetmeel
Dry down stopt
eerder met
suikerproductie
15. Stay green gaat Ds plant (zonder kolf) Hoog suikergehalte
langer door met Max,24%ds +
suikerproductie
Vocht
(Grams of cells/gram of substrate)
Geeft een lagere pH 0.3
In de pens
Starch
0.2 Digester
Yield
pH in de pens bepaald de
benutting van zetmeel en Fiber
celwanden 0.1 Digester
0.0
7.0 6.5 6.0 5.5 5.0
pH
18. Pot.koolhydraatproductie
Conclusie
In kg/ha/dag
Stay-green
Stay Green Dry Down
Einde fysische
Kolf rijpt af groei plantfysisch
Plant is
gestopt korrel
plant blijft
deegrijp
groen
Dry down
Bron: Mais Ing J.A.de Jong
22. Plaatsing pit in de
spil
WZ - Index
Black layer
Alle rassen zijn terug gedroogd
naar 30% vocht
Opstapelen van zetmeel
Indicatie over energie dichtheid
per bekvol
23. Opstappelen van zetmeel in de pit (snelheid)
Zetmeel vast
Melklijn
Melk (vloeibaar)
Zwart kurklaagje
(black layer)
25. Opstappelen van zetmeel in de pit (snelheid)
Hoog WZ Index Laag WZ - Index
28% Ds Eerder vullen van de pit geeft meer bloemig
zetmeel (onbestendig)
32% Ds
36% Ds
Het verschil kwa bestendigheid wordt
gemaakt door het type:
Dent Flint
27. Flint Dent
Zeer vroeg en Vroeg Middenvroeg
Bol zaad Vlak zaad (kies)
Ingekapseld bloemig zetmeel Zetmeel ligt boven aan oppervlak
Meer bestendig Meer onbestendig