3. Hoe kan de manueel therapeut een pati谷nt met
hoofdpijn classificeren, onderzoeken en behandelen?
Onderscheid kunnen maken tussen:
- primaire of secundaire vorm van hoofdpijn
Relaties vastleggen met de cervicale wervelkolom
- Range of motion, Pain Pressure Thresholds, Cranial Cervical Flexion Test, Flexion
Rotation Test etc.
Risk-Benefit analyse: wel/geen manipulaties
4. Classification International Headache Society
Primaire vorm van hoofdpijn (migraine, TTH, cluster headache)
Anamnese is belangrijkste diagnostisch instrument
Secundaire vorm van hoofdpijn (o.a. cervicogene hoofdpijn, CMD)
Anamnese + aanvullend onderzoek
IHS 2013
8. Case-control studies
Provocatie van hoofdpijnklachten vanuit de (hoog) wervelkolom
provocatie van cervicogene hoofdpijn
tension-type headache en migraine
Hall 2010, Watson 2012
9. Anamnese
Lokalisatie hoofdpijn
Aard van de hoofdpijn
Intensiteit van de hoofdpijn
Frequentie van de hoofdpijn
Duur van de hoofdpijn
Overgevoeligheid voor licht, geluid, geur
Misselijkheid
Triggers voor de hoofdpijn (o.a. beweging en houding)
Medicatie (over)gebruik
Slaapgedrag, visus, psychosociale factoren
11. Casus
Vrouw, 42 jaar , door de huisarts verwezen naar de manueel therapeut met
hoofdpijn.
Screening: goede algemene gezondheid, geen generieke of regio-specifieke
rode vlaggen.
Tractus circulatorius: hypertensie (familiair)
De hoofdpijn (NPRS 5-6) is beiderzijds aanwezig (occipitaal, pari谷taal en
frontaal) (20/31 dagen) en kan dagenlang aanhouden. De pijn wordt
omschreven als een zeurend, drukkend bandgevoel om het hoofd.
Er is geen overgevoeligheid voor licht, geluid of geur. Soms wel misselijk.
Deze hoofdpijn heeft zij sinds 10-12 jaar maar neemt zonder directe
aanleiding de laatste 10 maanden toe in frequentie en intensiteit.
De intensiteit van de hoofdpijn neemt toe op het einde van de dag.
12. Casus
Als pijnstiller gebruikt zij 1, soms 2x per week paracetamol 500 mg en dagelijks
1x metoprolol.
De nekpijn gaat vaak samen met de hoofdpijn en is beiderzijds ( m.trapezius
descendens regio) gelokaliseerd.
De hoofdpijn neemt toe als de pati谷nte lang vooroverbogen zit achter de
desktop en als zij veel boven het hoofd heeft gewerkt.
Heeft 3-5 x per jaar heftige hoofdpijn aan rechter zijde hoofd achter het oog
(meestal 2-3 dagen, NPRS 9). Is dan misselijk (overgeven), moet in een stille,
donkere ruimte gaan liggen en is dan niet in staat om te werken.
13. Rode vlaggen:
(per)acuut ontstane, zeer heftige hoofdpijn eventueel in combinatie met
nekpijn
nekstijfheid/neurologische symptomen
hoofdpijn met koorts (en gedaald bewustzijn)
toename van hoofdpijn < 6 weken na trauma capitis (vooral bij ouderen)
hoofdpijn in de zwangerschap (derde trimester)
hoofdpijn en leeftijd < 6 jaar
nieuwe hoofdpijn en leeftijd 50 jaar
hoofdpijn met ochtendbraken; braken niet gerelateerd aan hoofdpijn
Eerste episode van hoofdpijn >40 jaar
Temporale pijn > 50 jaar
Persisterende unilaterale hoofdpijn
Hoofdpijn niet reagerend op therapie
15. De hoofdpijn is te classificeren als:
https://www.mentimeter.com/s/c75756e03edbd28eee9f4ae1
2c6d10d7/528c196561df
16. Anamnese
Lokalisatie hoofdpijn: beiderzijds, occipitaal, pari谷taal en frontaal
Aard van de hoofdpijn: een zeurende, drukkende pijn
Intensiteit van de hoofdpijn: NPRS 5-6
Frequentie van de hoofdpijn: 20/31 dagen
Duur van de hoofdpijn: dagenlang
Overgevoeligheid voor licht, geluid, geur: nee
Misselijkheid: soms misselijk
Triggers voor de hoofdpijn (o.a. beweging en houding):
lang vooroverbogen zitten achter de PC en veel boven het hoofd werken
Medicatie (over)gebruik: nee
Slaapgedrag: nvt
17. Diagnostische accuratesse van diagnostische
testen bij hoofdpijn
G辿辿n criteriumvaliditeit bekend van fysieke testen bij cervicogene hoofdpijn
Flexie Rotatie Test Joint Palpation
Cluster van Jull
18. Innervatie hoog-cervicale segmenten
Afferentie van suboccipitale musculatuur, ligamenten, gewrichten,
dura en vaten verloopt via de bovenste cervicale wortels C1-2
Meeste hoog-cervicale afferentie loopt via de wortel van C2 (nervus
occipitalis major) (Goadsby 2008)
Convergentie van hoog-cervicale cutane, musculoskeletale, viscerale
en durale afferentie ter hoogte van dorsale hoorn C1 nucleus
caudalus (pars spinalis) nervus trigeminus(Kerr 1972, Hu 2005, Morch
2007)
19. Pathofysiologisch model
Type Hoofdpijn Lokale spier-
hypertonie
Referred pain Perifere en/of
centrale
sensitisatie
Episodische
tension- type
headache
X X
Chronische
tension-type
headache
(x) X
Cervicogene
hoofdpijn
X
Migraine (X) X
Let op:
verhoogde (viscerale)
nocisensoriek vanuit
n.opthalmicus kan ook nekpijn
geven!
A甬 en C-vezels
20. Welke fysieke testen?
Delphi studie met
17 internationale experts
met specifieke kennis
(klinisch en/of research)
op het gebied van hoofdpijn
21. Delphi: 15 fysieke testen
Forward head position Shoulder girdle muscles
Active ROM CCFT/endurance
Flexion Rotation Test Joint position error
Skin roll test Goal orientated mvts
Trigger points Joint palpation C0-3
Pressure Pain Thresholds Cervical slump
EMG CMD screening
Cx muscle strength
22. Welke testen bij welke hoofdpijn?
Tension Type Headache Migraine
23. Welke testen bij welke hoofdpijn?
Cervicogene hoofdpijn Overall score
24. Resultaten onderzoek Casus
Range of motion CWK: Rotatie links 74 graden, rechts 82 graden
Flexie Rotatie Test: links 30, rechts 36 graden.
C0-1: lateroflexie: B C1-2: rotatie beiderzijds: B
ThWK: CTO Th 4 beperking in extensie
Joint Palpation: C1-2, C2-3, C3-4 beiderzijds pijnlijk
Spierkracht nekflexoren: 14 seconden
Forward head posture: 52 graden
Trigger points: Trap desc+ beiderzijds, SCM+ beiderzijds occipitale
musculatuur+
Provocatietest (Watson): beide testen positief links + rechts
25. Randomized clinical trials
Effectiviteit van manuele therapie
--2016: 32 RCTs naar effectiviteit MT/FT (cervicogene hoofdpijn, TTH, migraine)
Relatief veel onderzoek gedaan naar manuele therapie en
cervicogene hoofdpijn
G辿辿n onderzoek gedaan naar manuele therapie en migraine laatste
16 jaar (?!)
26. Systematic reviews
Manuele therapie en hoofdpijn: 28 !! Systematic Reviews
Varatharajan et al. 2015,
MT inclusief oefentherapie is meest effectief bij
combinatie hoofd- en nekpijn
Luedtke et al. 2015:
28. Effect van manipulatie C0-3?
Cervicogene Hoofdpijn
Geen duidelijke beschrijving over
- lokalisatie
- frequentie
- intensiteit
- richting
- bij- en nawerkingen
29. IFOMPT en Informed Consent
Naast de (bekende) contra-indicaties van manipulatie ook inventarisatie van risicofactoren voor CAD.
Past history of trauma to cervical spine / cervical vessels
History of migraine-type headache
Hypertension
Hypercholesterolemia / hyperlipidemia
Cardiac disease, vascular disease, previous cerebrovascular accident or transient ischaemic attack
Diabetes mellitus
Blood clotting disorders / alterations in blood properties (e.g. hyperhomocysteinemia)
Anticoagulant therapy
Long-term use of steroids
History of smoking
Recent infection
Immediately post partum
Trivial head or neck trauma (Haneline and Lewkovich, 2005; Thomas et al, 2011)
Absence of a plausible mechanical explanation for the patients symptoms.
30. Afweging manipulatie C0-3
Benifit
Multimodale manuele therapie
(manipulatie CWK) effect op intensiteit
en frequentie van aantal
hoofdpijndagen
Toename op ROM C0-3
Afname van (hoofd)pijn
Risk
Hypertensie
Migraine (met aura!)
Roken
33. Take home message
Classificatie van hoofdpijn. Anamnese!
Relatie tussen functiestoornissen en hoofdpijn diagnostiek
Toepassing van HVT technieken hCWK: Risk&Benefit
Multi-modale behandeling meest effectief