4. WE ZIJN MUZIKALE DIEREN
We horen muziek in vogels, walvissen,
We horen ritme bij chimpansees, kikkers, olifanten
Music is in the mind of the beholder
(muziek is alles waarvan wij vinden dat het muziek is)
Dieren kunnen ritmisch bewegen maar niet luisteren
-
Luisteren is nodig om de maat te horen
-
Maatgevoel bij mensen lijkt aangeboren (zie verder)
4
-
5. MUZIEK EN MUZIKALITEIT
Muzikaliteit
Natuurlijke, op onze biologie
Muziek
cultureel bepaald fenomeen
bepaalde eigenschap
voorwaarde voor muziek
gebaseerd op aangeboren vaardigheden:
5
maatgevoel + relatief gehoor + sensitiviteit voor nuances
7. AMUZIKAAL
Amusie
-
Verzameling afwijkingen in herkennen of reproduceren van
melodie谷n en ritmes, andere functies normaal
-
MBEA : Montreal Battery of Evaluation of Amusia
-
4% in West-Europa vs. 15% gepercipieerde amusie
-
Belangrijk verschil in productie
en
perceptie
zangvaardigheid
cognitieve vaardigheid
oefening, stress
kleinere verschillen tss.
acrobatiek
profs en amateurs
exposure
7
expertise
8. AMUZIKAAL
Amusie
-
Wel gevoeligheid voor emotionele boodschap (droevig vrolijk)
-
Plezier in muziek?
Stewart (2008)
- muziek irriteert, ik voel niets, alleen de tekst raakt mij
- hangt af van de (sociale) situatie
party => muziek is irritant
filmmuziek => versterkt de sfeer
8
Verschil tussen waarneming en waardering van muziek!
10. MUZIKAAL TALENT
Extreme overgevoeligheid voor waarnemen, onthouden en
uitvoeren van muziek.
(bijv. autisme, Williams-syndroom)
Is muzikaal talent aangeboren of aangeleerd?
Nature
Aangeboren
genetisch bepaald
of
nurture?
omgeving
opvoeding (memen)
belang van oefening, doorzettingsvermogen, nieuwsgierigheid
10
Muzikale genen zijn geen garantie voor succes
11. INVLOED VAN ERFELIJKHEID EN
MILIEU
1.
Erfelijk of cultureel bepaald?
3 bepalende factoren:
-
Aanleg (nature)
-
Omgeving (nurture)
-
Vrije wil
12. INVLOED VAN ERFELIJKHEID EN
MILIEU
2. Invloed van erfelijkheid (Nativisme)
Predisposities
(genotype)
Invloeden van de omgeving
Waarneembare kenmerken
(fenotype)
13. INVLOED VAN ERFELIJKHEID EN
MILIEU
3. Invloeden van het (opvoedings)milieu (empirisme)
Ontwikkeling via:
- aanleren van cultuurkenmerken (enculturatie)
- toename van mogelijkheden
14. INVLOED VAN ERFELIJKHEID EN
MILIEU
4. Interactie tussen erfelijkheid en milieu
Convergentietheorie:
-Positieve samenhang
-Reactieve samenhang
-Actieve samenhang
15. INVLOED VAN ERFELIJKHEID EN
MILIEU
Potenties
Tendentie
Milieu
+ gevoelige periodes
+ individuele reactiewijze
Actualisering
16. MUZIKAAL TALENT
John Blacking
How musical is man? (1973)
Muziekantroplogie
-
Sociale invloeden van muziek
-
"it is the activities of Man the
Music Maker that are of more interest
and consequence to humanity than
the particular musical achievements
of Western man
-
"no musical style has its own terms:
its terms are the terms of its society
and culture"
16
-
17. MUZIKAAL TALENT
John Sloboda
onderzoek naar ontwikkeling van muzikaal talent
volgens biografische methode
- invloed van vroege blootstelling op luistervaardigheid
- intense oefening (10.000 studie op 21 jaar)
- sociale factoren
* opbouwend
* belemmerend
- diepe emotionele ervaring
17
maar : aanleg speelt ook een rol!