2. Inleiding
stelsels van het bewegingsapparaat:
osteologie, arthrologie, myologie
zenuwstelsel: neuroanatomie, soort
bovenbouw
neuroanatomie neurologie
van structuur naar functie
nieuwe inzichten: medische beeldvorming
neuromotorische programmatie,
neuromotoriek
3. Inhoud
begrip adaptatie (cf. sensorimotoriek)
bouw en functie van het zenuwstelsel
indeling van het zenuwstelsel
detailbespreking
4. Adaptatie als uitgangspunt
leven: aanpassing aan verandering in
omgeving
functioneel: opname, verwerking, afgeven
van informatie
anatomisch: receptoren, centrale
zenuwstelsel, effectoren
causale reeks regelkring
belang van feedback
6. Bouw en functie van het
zenuwstelsel
twee soorten weefsels:
zenuwweefsel en steunweefsel (glia)
zenuwcel of neuron
geleidingsbanen en centra
centrale zenuwstelsel
perifere zenuwstelsel
7. Zenuwcel of neuron
zenuwcel:
kleinste eenheid van zenuwweefsel
verwerking en geleiding van informatie
verschillende elementen:
cellichaam
perikaryon
dendrieten
neuriet of axon
mergschede (myeline)
gliacellen
18. Geleidingsbanen en centra
grijze en witte stof:
grijs: opeenhoping van cellichamen en dendrieten
wit: axonen met myeline
geleidingsbanen door RM en hersenen:
opeenhoping van axonen
centra: opeenhoping van cellichamen
19. Ruggenmerg: grijze en witte
stof
- grijze stof: letter H
- voorste en achterste hoorn
- witte stof omringt grijze stof
- ascenderende en
descenderende banen
20. Hersenen:
- grijze stof: cortex en kernen
- witte stof: axonen van
cellichamen
21. Zenuwen en zenuwvezels
informatie van receptoren naar CZS
impulsen van CZS naar effectoren
doorseining via axonen
classificatie:
geleidingssnelheid
doorsnede
23. Cerebrospinaal vocht
in holten van de hersenen
in centraal kanaal van RM
tussen 2 vliezen van hersenen en RM:
dura mater en arachnoidea
subarachnoidale ruimte
24. Cerebrospinaal vocht (2)
komt voor op twee plaatsen
subarachnoidale ruimte:
onder arachnoidea
smalle ruimte met uitbreidingen: cisternen
lumbale cistern, cauda equina
ventriculair systeem:
hersenkamers of ventrikels
centraal kanaal in RM
28. Hersenkamers
vier ventrikels:
twee laterale ventrikels (grote hersenen)
derde ventrikel (tussenhersenen)
vierde ventrikel (hersenstam)
verbinding tussen 3de en 4de: aquaeductus
cerebri of aquaeductus Silvii
4de ventrikel gaat over in centrale kanaal
(RM)
29. Functie van cerebrospinaal
vocht
mechanische buffer
thermische buffer
transportsysteem voor metabolieten
30. Indeling van het ZS
dubbele indeling: anatomisch en functioneel
anatomisch: centraal en perifeer
gescheiden maar toch verbonden
centraal: controlesysteem
perifeer: verbindende schakel
functioneel: animaal en autonoom
animaal: informatie, spieren, cognitie
autonoom: vegetatieve functies
34. Axiale organisatie
rostraal-caudale as: van snavel naar staart
dorsaal-ventrale as: van voor naar achter
cephalische buiging: wijziging in ori谷ntatie
39. Het ruggenmerg (medulla
spinalis)
meest caudaal deel van CZS
ontvangt informatie van lichaam en periferie
schakelplaats voor motorische commandos
motorische en sensorische kernen
afferente en efferente banen
systeem van sensorimotorische circuits
(automatisch)
40. De hersenstam (truncus
cerebri)
rostrale uitbreiding van RM
draagt de kleine hersenen
anatomisch: verzamelnaam voor drie
structuren:
verlengde merg
brug van Varol
middenhersenen
functioneel: doorgaande verbindingen
oorsprong van zenuwen en centra
41. Het verlengde merg (medulla
oblongata)
directe rostrale uitbreiding van RM
organisatie analoog aan RM:
grijze en witte stof
voorzijde: piramidebanen (motorisch)
piramidekruising: kruising van motoriek
kernen en functionele centra: ademcentrum,
hoestcentrum, braakcentrum,
vasomotorcentrum
49. Algemene kenmerken van de
hersenstam
motorische en sensorische kernen:
niet verbonden met ledematen en romp
verbonden met hoofd en nek: huid, skeletspieren,
bloedvaten en klieren
ook verbonden met ingewanden
bemiddelende structuren (horen, tastzin),
stijgende en dalende banen
reticulaire formatie
50. De reticulaire formatie
netvormige structuur (reticulair)
verspreid over hele herstenstam
anatomisch erg complex, vertakt
functioneel:
algemene activatie, alertheid
modificatie van spinale reflexen
filter voor binnenkomende impulsen (> 100 miljoen
per seconde)
52. Tussenhersenen
(diencephalon)
voortzetting van middenhersenen
twee structuren: thalamus en hypothalamus
thalamus:
symmetrisch en gepaard
doorschakeling van informatie naar hersenschors
impulsen vanuit hersenschors (+ en -)
hypothalamus:
controle van autonome ZS
hormonale secretie van hypofyse
55. Grote hersenen
(telencephalon)
twee hersenhelften: cerebrale hemisferen
verbonden door hersenbalk: corpus callosum
hersenschors of cortex
basale ganglia
56. Basale ganglia
grijze kerncomplexen (ganglia)
in de diepte van de hemisferen (basaal)
lensvormige kern: nucleus lentiformis
putamen
globus pallidus
staartvormige kern: nucleus caudatus
61. Capsula interna
band van vezels
tussen lensvormige kern en staartkern
gestreept karakter: corpus striatum
onderste deel: twee hersenstelen of
pedunculi cerebri
65. Basale ganglia
zeer complexe terminologie
corpus striatum:
nucleus caudatus
putamen
nucleus lentiformis:
putamen
globus pallidus
andere kernen
66. Kleine hersenen (cerebellum)
niet in serie met RM, wel parallel
structuur analoog aan grote hersenen:
twee hemisferen
grijze en witte stof
aan weerszijden drie stelen: kleine
hersenstelen of pedunculi cerebelli
functie: co旦rdineren van houding en
beweging
75. Witte stof
myelinehoudende vezels
stijgende banen:
gevoelskwaliteiten
achterste streng en voorzijstreng
dalende banen:
motorische banen
naar voorhoorncellen
piramide- en extrapiramidale banen
78. Piramidebaan
rechtstreekse verbinding van hersenschors
naar motoneuron
kruising in onderste deel van verlengde merg
verloopt via zijstreng naar beneden
einde t.h.v. cervicale en lumbosacrale merg
onrechtsreekse verbinding met motoneuron:
schakelneuron
80. Extrapiramidale baan
afdalende banen uit hersenstam
einde t.h.v. cervicale en lumbosacrale RM
polysynaptisch: verbindingen vanuit basale
ganglia en hersenschors
81. Segmentaire organisatie
zenuwvezels: tussen 2 wervels
quasi-segmentaire opbouw
wortels van ruggemergzenuwen:
voorwortel: motorisch
achterwortel: sensibel
voor- en achterwortel spinale zenuw
ganglia:
cellichamen van sensibele vezels
gelegen buiten CZS