Presentatie als onderdeel van leergang HRM voor OR-leden; Thema levensfasebewust beleid, vitaliteit en duurzame inzetbaarheid
1 of 22
Downloaded 13 times
More Related Content
OR en duurzame inzetbaarheid
1. Personeelsbeleid en
medezeggenschap
Leergang HRM voor ondernemingsraden
CAOP
Unit Arbeidsverhoudingen
Medezeggenschap
www.caop.nl/opleidingen
Corrie van Veggel
Theo van der Bijl
2. Vitaliteit, inzetbaarheid en
levensfasen
Blok 5
CAOP
Unit Arbeidsverhoudingen
Medezeggenschap
www.caop.nl/opleidingen
Corrie van Veggel
Theo van der Bijl
3. Centrale vraag
• Hoe kunnen we personeelsbeleid zo inrichten dat
mensen duurzamer inzetbaar zijn in het arbeidsproces?
- Minder uitval
- Minder ziekteverzuim
- Meer productiviteit
- Meer energie
- Meer plezier
5. Duurzame inzetbaarheid &
levensfasebewust beleid
• Beleid om mensen langer en beter inzetbaar te houden.
• Inzetbaarheid:
Mate waarin iemand zijn huidige of mogelijke
toekomstige werk goed kan en wil vervullen
Duurzaam:
Gericht op heden en toekomst
Optimaal:
Rekening houden met persoonlijke mogelijkheden en
beperkingen
7. Levensfasebewust beleid:
Vaak mn gericht op ouderen
Hoe blijven oudere werknemers:
•zo lang mogelijk gemotiveerd
•productief en inzetbaar
•in goede gezondheid
•met voldoende uitdaging en motivatie
8. Aandachtspunten
• Praktijk: ouderen vaak minder inzetbaar
• Heeft vaak te maken met:
- functieduur (aantal jaren zelfde werk);
- type functie (mentale of fysieke belasting)
⇒ Belangrijkste is mobiliteit: niet te lang hetzelfde
werk doen met name bij belastende functies
- Gezondheid / belastbaarheid
- Competenties
9. Mobiliteit
Lang zelfde werk is risicovol voor inzetbaarheid
-> Afnemen motivatie en betrokkenheid
-> Eenzijdige (fysieke) belasting
-> Smalle inzetbaarheid, moeilijk inzetbaar op andere plek
-> Ervaringsconcentratie
-> Inflexibel niet gewend om te veranderen
Zorg voor mobiliteit (rol- en taakwisselingen) en
verandering
11. Motivatie
• Motivatie verandert gedurende de loopbaan
• Grote lijn:
- Jongeren gericht op carrière en promotie
- Ouderen gericht op zingeving en sociale relevantie
• Motivatie is beter als werk aansluit op persoonlijke
doelen
• Werk moet mee-veranderen
• Belangrijk gespreksonderwerp werknemer en de direct
leidinggevende
13. Gezondheid
Gedeelde verantwoordelijkheid:
• Organisatie:
gezonde werkomgeving, voorkomen overbelasting,
prettige sfeer
• Medewerker:
gezond leven, gezond werken, werkgever kan faciliteren
• Bij gezondheidsproblemen: zoeken naar wat nog wel
kan.
14. Succes- en faalfactoren
Succesfactoren:
•Kijk niet naar leeftijd, maar naar functieduur, soort werk
en werk- en leefstijl
•Praten met de doelgroep
•Sponsor in de top van de organisatie
•Enthousiaste kar-trekker, bvk lijnmanager
•Samenhang met andere beleidsterreinen
Faalfactoren
•Het P&O-feestje
•Overschatting van effect
•Sense of urgency
14
16. Bedrijfsvitaliteit
Een vitaal bedrijf =
een levenskrachtige organisatie die een groot
verandervermogen in zich heeft en in alle opzichten gezond is
Vitale medewerkers
•Kennen hun kwaliteiten en zetten ze in
•Nemen verantwoordelijkheid en zijn pro-actief
•Zijn mentaal en fysiek fit
•Ervaren meer plezier in werk
•Verzuimen minder
•Zijn productiever
18. Motivatie voor vitaliteit
•Wettelijke verplichtingen
•Oplossen gezondheidsproblemen
•Motiveren van personeel
•Algemeen voordeel
•Voor succes moet het een strategische doelstelling zijn:
vitale mensen in vitale organisaties
18 18
19. Uitgangspunten
• Mogelijkheden medewerkers belangrijker dan beperkingen
• Persoonlijke benadering bij welzijn mw
• Vertrouwen en openheid tussen leidinggevenden en
medewerkers
• Wederkerig belang en verantwoordelijkheid
• Gezondheid wezenlijk en vanzelfsprekend onderdeel van
sociaal beleid
19 19
20. Hoe krijg je dat voor elkaar?
Organisatie:
•Verbondenheid van mw met organisatiedoelen
•Duidelijkheid in taak, rol en functie
•Concrete en haalbare doelen
Leiderschap/cultuur
•Stimuleren van coachend leiderschap/motiveren
•Oog hebben voor menselijke aspecten/vertrouwen
•Sociaal klimaat: steun en goede sfeer/vb-gedrag
HRM-beleid
•Bevorderen van competentie en geloof in eigen kunnen
•Waardering van medewerkers
•Uitdaging/stimuleren van ontwikkeling
•Arbeidsvoorwaarden: ruimte voor individuele
arrangementen
20