3. INHOUD
1. RELATIE MET L.O.L
2. TERMEN UIT DE ORGANAISATIEKUNDE:
 WAT IS EEN ORGANISATIE
 ORGANISATIESTRUCTUUR & CULTUUR
 LIJNORGANISATIE / LIJNSTAFORG
 TAKEN & BEVOEGDHEDEN
4. Om iets te bereiken heb je een
organisatie nodig.
Een organisatie is een samenstelling
van mensen en middelen gericht op het
verwezenlijken van een doel.
Organiseren is het doelmatig laten
samenwerken van mensen met een
optimaal gebruik van middelen.
6. Afstemming is nodig met als resultaat:
1. Doelbewustheid: Het stellen van
doelen, het bepalen van het beleid om
die doelen te bereiken.
2. Doelgerichtheid: Het besturen van en
leidinggeven aan een organisatie
3. Doelmatigheid: Komt voort uit een
effectieve organisatiestructuur en een
effectief taakontwerp
7. WAT IS DE ESSENTIE VAN
STRUCTUUR?
STRUCTUUR BESCHRIJFT DE VORM EN
WERKING VAN EEN ORGANISATIE.
GAAT OM DE HARDE EN FORMELE
REGEL.
11. DE ORGANISATIESTRUCTUUR REGELT:
1. ORDENING VAN TAKEN EN
WERKZAAMHEDEN.
2. ORDENING VAN BEVOEGDHEDEN.
3. ORDENING VAN OVERLEG.
4. ORDENING VAN BESLUITVORMING.
15. VOORDELEN:
Eenvoud en overzichtelijkheid. Coördinatie,
weinig probs, duidelijke gezagsverhouding,
NADELEN:
Taak leidinggevende is erg zwaar
als org te groot wïƒ ontstaan te veel
hiërarchische niveaus, comm w moeilijker
omdat ze op te veel plaatsen misvormd kan
w. leidt mogelijk tot bureaucratie
17. LIJNSTAFORGANISATIE:
 Bouwt verder op lijnorganisatie, staf
bevat 1 of meerdere deskundigen die de
leiding adviseren.
 Nemen aantal taken van hem over
zonder zelf leiding te geven. Stafleden
zijn essentieel adviserend, hun adviezen
zijn niet bindend
18. LIJNSTAFORGANISATIE:
Enkele belangrijke taken vd staf:
 Verz,analyseren & interpreteren v info waaraan
leidinggevende behoefte heeft
 Advies geven over de interpretatie vd gegevens
 Aanbevelingen doen over de beslissingen
 Effecten v beslissingen beoordelen
 Algemene besluiten uitwerken in concrete
richtlijnen.
19. FUNCTIE EN TAAK
 De functieomschrijving geeft aan:
 De plaats van de functie in de
organisatiestructuur.
 Het doel van de functie.
 Globale inhoud van de belangrijkste taken.
 De bevoegdheden noodzakelijk voor het
uitvoeren van de functie.
20. De taakomschrijving geeft aan:
 De werkzaamheden die moeten worden
verricht.
 De verantwoordelijkheden die de
taakuitvoering met zich mee brengt.
 De globale inhoud van de belangrijkste
werkzaamheden.
 Uit de taakomschrijving vloeit de
verantwoordelijkheid voort om deze taak
naar behoren te verrichten.
22. ORGANISATIEPROCESSEN
Welke processen spelen zich af tussen
de verschillende afdelingen.
 Productieprocessen,
 Informatieprocessen,
 Managementprocessen en
Vernieuwingsprocessen.
23. Kenmerk van een proces is actie of iets tot
stand komen.
De omzetting van de invoer in de uitvoer noemt
men het transformatieproces.
Methode naar processen te kijken:
 Wat is de centrale taak.
 Wat zijn de handelingen vooraf.
 Wat zijn de handelingen achteraf.
 Welke ondersteunende activiteiten zijn er.
24. IN ELKE ORGANISATIE ZIJN DRIE
HOOFDPROCESSEN TE ONDERKENNEN:
 PRIMAIRE PROCES OP DE KLANT
GERICHT
 ONDERSTEUNEND PROCES
 BESTURENDE PROCESSEN