2. PPP & PPA & PFA.
S PPA: participium praesens actief (tegenwoordig deelwoord)
S Stam+ ns, ntis (verbuigingsgroep 3)
S Lauda-ns, laudantis prijzend
S PPP: participium perfectum passief (voltooid deelwoord)
S Stam (soms aangepast) + tus, a, um (verbuigingsgroep 1 en 2)
laudatus, a, um geprezen (zijnde)
S PFA: participium futurum actief (toekomend deelwoord)
S Stam + turus, a, um (verbuigingsgroep 1 en 2)
laudaturus,a, um - zullende prijzen, om te prijzen
3. PPA
Praesensstam +
S ns S ntes / ntia
S ntis S ntium
S nti S ntibus
S ntem / ns S ntes / ntia
S nte S ntibus
5. Bij de medeklinkerstam, de i- en de gemengde declinatie
treedt tussen de stam en de -nt als Bindevokal een -e- !
S Mk-stam.: leg-e-ns, leg-e-nt-is, legenti,
legentem,...
S i-stam.: audi-e-ns, audi-e-nt-is, audi-e-nt-i,
audientem,...
S Gemengde decl..: capi-e-ns, capi-e-nt-is,
capi-e-nt-i, capientem,...
6. Onregelmatige part.:
S esse geen PPA.;
S posse: potens, potentis,...
S ire: iens, euntis, eunti,...
S ferre - ferens
S velle - volens
S nolle - nolens
8. hoe wordt het ppa gebruikt?
A Attributief/bijvoeglijk :
.L
servus vocans intrat. de roepende slaaf komt binnen. ( bijvoeglijk/letterlijk)
de slaaf, die roept, komt binnen. (bijv. bijzin)
B.. Predicatief/dubbelverbonden: *
servus vocans intrat. de slaaf komt roepend binnen.
servus vocans intrat. de slaaf komt binnen, terwijl hij roept. *
C. zelden zelfstandig:
scribens de schrijvende = de schrijver
D. Dominant
condens urbem de de stad stichtende = de stichter van de stad
9. A. bijvoeglijk participium
1) als bijvoeglijke bepaling
(letterlijk als deelwoord)
S Mater narrans De vertellende moeder
S Mater fabulam narrans de verhalen vertellende moeder
S Mater fabulam narrans sub arbore sedet de verhalen
vertellende moeder zit onder een boom.
10. 2) Bijv. Bijzin
Relatieve/Betr. bijzin (met die/dat ):
S Bijv. een relatieve bijzin (ingeleid door betr. vnw)
S Mater narrans de moeder, die vertelt
S
S Mater fabulam narrans de moeder, die een verhaal
vertelt.
S Mater fabulam narrans sub arbore sedet de moeder, die
een verhaal vertelt, zit onder een boom.
11. Oefeningen bijvoeglijk participium
S mater narrans de vertellende moeder, de moeder die
vertelt
S magister adiens - .........................................
S liberi clamantes - ...........................................
S homines audientes - ......................................
S canem dormientem - ......................................
12. B. Predicatief participium* of
Participium Coniunctum
S Participium Coniunctum betekent een verbonden participium".
S Het komt met getal, geslacht en naamval overeen.
S Zegt iets over het zelfst. nw en het werkwoord (= dubbelverbonden)
Milites fugientes necantur.
1. De soldaten worden al vluchtend gedood
2. Vertalen met een bijwoordelijke bijzin + voegwoord: (hangt af van context)
hoewel
omdat
toen/terwijl
als
13. D. Zelden: dominant part.
AH wordt HA
D) Zelfstandig: het participium dominant te vertalen
S Participium kan meestal niet worden weggelaten.
S Dux fugiens movet cives
De vlucht van de veldheer schokt de burgers.
Atr. Hoofdwrd Hoofd Atr.
(De vluchtende veldheer) De vlucht van de
veldheer
S 1. Vertaal participium als zelfstandig naamwoord
2. Voeg het woordje van toe
3. Vertaal het zelfstandig nndig naamwoord
14. S Mater fabulam narrans sub arbore sedet
Tijdens het vertellen van het verhaal, zit moeder onder een
boom.
15. E) Soms mag je het participium met
HZ vertalen
S Mater fabulam narrans sub arbore sedet
S De moeder vertelt een verhaal en zit onder een boom.
Hoofdzin
Part. als hoofdzin
16. Samenvatting:
Mogelijkheden participium
S Milites fugientes necabantur-
1. De vluchtende soldaten werden gedood. (bijv:
deelwoord, lett)
2. de soldaten, die vluchtten, werden gedood. (bijv. bz)
3. de soldaten werden gedood, omdat ze vluchtten.
(pred: bijw.bz)
(4. de soldaten vluchtten en werden gedood.)
17. Predicatief of bijvoeglijk?
S Milites fugientes necabantur
meestal predicatief bijvoeglijk
bijw. Bz + voegwoord deelwoord bijv.bz + betr.vn
toen/omdat ze vluchtten de vluchtende X X, die
vluchtten
18. kun je nu deze zinnen vertalen? er zijn dus meer
mogelijkheden!
1. servos vocantes audimus.
2. servo vocanti auxilium (= hulp) dant.
3. servi vocantes a domino puniuntur.
4. servus domini in hac villa habitantis liberatur.
5. dominus servorum in hac villa habitantium severus est.
19. een paar mogelijkheden:
1. servos vocantes audimus.
wij horen de roepende slaven; wij horen de slaven, omdat ze roepen.
2. servo vocanti auxilium (= hulp) dant.
ze geven hulp aan de slaaf die roept; ze geven hulp aan de slaaf, wanneer hij roept.
3. servi vocantes a domino puniuntur.
slaven die roepen worden door hun heer gestraft; de slaven worden door hun heer
gestraft, als ze roepen.
4. servus domini in hac villa habitantis liberabitur.
de slaaf van de heer die in dit landhuis woont zal vrijgelaten worden.
5. dominus servorum in hac villa habitantium severus est.
de heer van de slaven die in dit landhuis wonen is streng.
20. -tus ta tum of sus sa sum
(zoals novus,-a,-um)
Participium Perfectum
Passief
+ vorm van esse:
Samengestelde -Vorm van esse:
werkwoordsvorm
Laudatus est = Voltooid
Hij is geprezen deelwoord
S
21. Vergelijk: samengestelde werkwoordsvormen in het Nederlands
Praesens actief Praesens passief
Lauda-t Lauda-tur
Hij prijst Hij wordt geprezen
Perfectum actief Perfectum passief
Laudav-it Laudatus est
Hij heeft geprezen Hij is geprezen
22. -tus ta tum of sus sa sum
(zoals novus,-a,-um)
Participium Perfectum
Passief
Predicatief: bijwoordelijke bijzin* - Vorm van esse:
Bijvoeglijke bepaling/letterlijk. VOLTOOID
Deelwoord
Bijv. bijzin
S
23. Participium perfectum passief
S = voltooid deelwoord (vocatus geroepen zijnde)
S regelmatige vormen:
S praesensstam + -tus of sus
S voca-tus
S dele-tus
S audi-tus
S duc-tus
24. Onregelmatige participia
Er zijn heel veel onregelmatig gevormde participia!
monere mone moni-tus
relinquere relinqu- relic-tus
mittere mitt- mis-sus
Deze vormen staan apart in de woordenlijst en die moet je leren.
25. Het participium is een werkwoordsvorm en een bijvoeglijk naamwoord!
het ppp wordt verbogen als de bijvoeglijke naamwoorden van groep 1 en 2 (bonus)
vocatus vocata vocatum
vocati vocatae vocati
vocato vocatae vocato
vocatum vocatam vocatum
vocato vocata vocato
27. hoe worden het ppp gebruikt?
met een vorm van esse als
(plusquam)perfectum en futurum exactum passivum:
servus vocatus est. de slaaf is geroepen.
servus vocatus erat. de slaaf was geroepen.
servus vocatus erit. de slaaf zal geroepen zijn.
28. en
A. attributief:
servus vocatus intrat. de geroepen slaaf komt binnen.
de slaaf, die geroepen is, komt
binnen.
B. predicatief:
servus vocatus intrat. de slaaf komt geroepen binnen.
de slaaf komt binnen, omdat hij
geroepen is.
C. zelden zelfstandig:
accusatus intrat. de aangeklaagde komt binnen.
D. Dominant
Ab urbe condita de stichting van de stad
29. A. bijvoeglijk participium
1) als bijvoeglijke bepaling
(letterlijk als deelwoord
servus vocatus intrat. de geroepen slaaf komt
binnen.
30. 2) Bijv. Bijzin
Relatieve/Betr. bijzin (met
die/dat ):
servus vocatus intrat. de slaaf, die geroepen is, komt binnen.
.
31. B. Predicatief participium* of
Participium Coniunctum
S Participium Coniunctum betekent een verbonden participium".
S Het komt met getal, geslacht en naamval overeen.
S Zegt iets over het zelfst. nw en het werkwoord (=
dubbelverbonden)
hoewel
omdat
S Vertalen met een bijwoordelijke bijzin, ingeleid door voegwoord:
toen
servus vocatus intrat. als
nadat
1.de slaaf komt geroepen is.
2. de slaaf komt binnen, omdat hij geroepen is.
32. Het participium congrueert altijd ergens mee!
zoek dus eerst het onderwerp van het participium. Dat moet
in
S naamval
S getal
S geslacht
overeenkomen met die van het participium.
hoewel
Van deze combinatie maak je je predicatieve/bijwoordelijke
omdat
bepaling (bijzin beginnend met voegwoord) toen
als
nadat
33. D. Zelden: dominant part.
AH wordt AH
D) Het participium dominant vertalen
S Participium kan niet worden weggelaten.
S Post filios necatos mater tristis erat.
Na de gedode zonen was moeder verdrietig.
Na de dood van haar zonen..
Atr. Hoofdwrd Hoofd Atr.
(De gedode zonen de dood van de zonen
S 1. Vertaal participium als zelfstandig naamwoord
2. Voeg het woordje van toe
3. Vertaal het zelfstandig nndig naamwoord
34. PPP: voortijdig
Het ppp is perfectum (voltooid) en passief
de handeling van het participium is voortijdig aan die van de hoofdzin.
handig voegwoord om je bijzin mee te beginnen: NADAT
PPP:
nadat Hoofdwerkwoord
-filius a patre vocatus domum intrat.
nadat de zoon door de vader geroepen is, komt hij thuis.
-filius a patre vocatus domum intravit.
nadat de zoon door de vader geroepen was, kwam hij thuis.
35. vertaal op zoveel mogelijk
manieren:
1. servus vocatus non venit.
2. dominus cum servo e culina vocato in horto ambulat.
3. servus ad hortum vocatus est.
36. hoe worden ze gebruikt? pfa
met een vorm van esse voor een stellig voornemen om iets te gaan doen:
servus vocaturus est. de slaaf is van plan om te roepen.
attributief:
servus vocaturus intrat. de slaaf, die van plan is te
roepen, komt binnen.
predicatief:
servus vocaturus intrat. de slaaf komt binnen, omdat hij
van plan is te roepen.
37. Infinitivus futurum in de a.c.i.
S De infinitivus van het futurum kom je voornamelijk tegen in
a.c.i.s.
S Deze infinitivus geeft NATIJDIGHEID aan: de gebeurtenis vindt
later plaats dan het moment van spreken.
S De vorm urus past zich in geslacht, naamval en getal aan het
onderwerp van de a.c.i. aan: dus ook subjectsaccusativus!
Dico Corneliam venturam esse.
38. Infinitivus futurum in a.c.i.
Let op de tijd van de hoofdzin!
praesens:
Dico Marcum venturum esse.
Ik zeg dat Marcus zal komen.
imperfectum:
Dicebam Marcum venturum esse.
Ik zei dat Marcus zou komen.
39. wat staat hier?
1. servi dominum vocaturi sunt.
2. servum dominum vocaturum nescio.
3. servo dominum vocaturo auxilium das.
40. ablativus absolutus
ppa of ppp in abl. + zelfstandig nw in abl.
servo vocante dominus iratus est.
als/omdat/wanneer de slaaf roept, is de heer boos.
servo vocato dominus iratus est.
als/omdat/wanneer de slaaf geroepen is, is de heer boos.
41. Vertaal alleen de ablativus absolutus, maar
houd rekening met de rest van de zin!
1. servis vocantibus dominus iratus est.
2. servo vocante dominus tamen non iratus est.
3. dominus servo vocante culinam intrat.
4. domino vocato servi cenam in mensam ponunt.
5. omnibus ridentibus gaudeo.
42. ONTHOUD:
S Een PPA vertaal je vaak met een bijzin met terwijl.
S Een PPP vertaal je vaak met een bijzin met nadat.
S Afhankelijk van de context is het soms beter te kiezen
voor omdat, hoewel of als.
S Soms kan je het ook bijvoeglijk vertalen of met een
betrekkelijke bijzin: de lachende man/de man die lacht.
S Een PPA vertaal je altijd actief en gelijktijdig
S Een PPP vertaal je altijd passief en voortijdig
Editor's Notes
#14: Aburbe condita (ppp)Vanaf de gestichtestad --- vanaf de stichting van de stad
#16: Participiumstaatdusgelijkaanhoofdwerkwoord, door het verbindingswoordje en toe tevoegen.