Passage over de watervloed van 1825 uit het Memori Boeck van Cornelis Pieter Sorgdrager
1 of 1
More Related Content
Passage memori boeck cps over watervloed 1825
1. Lees hier een passage uit het Memori Boeck van Cornelis Pieter Sorgdrager:
Donderdag den 3 Februarij 1825 was het Een aller akelijkst weer, van Storm en hoog
Water Een dag na Volle Maan, `savonds om 9 en 10 uur, bij mensche gehuigen hier zo niet
geweest de Dijken om de West waren op 2 en om de Oostermiede op 2 a 3 plaatzen
ingebroken, weinige dier haar hoogstens behouden, hadden, de golle zee brandde op deselve
als op de buiten gronden in de Noord Zee, alles vloeijde onder, en het water stond in het dorp
Holm zo hoog dat men de buuren nog oosteloon, niet van het een end tot het ander komen
konde; Stond tegen het oost end van de Gereformeerde Kerk op het Kerkhof, bij ons huis in
de Oosteloon tot aan de put derzelve, en bij ons Huis in de buuren tot aan de Zuid drompel
een weinig er bij op, in ons schuurtje aan het end der tuin een voet hoog, en stroomde lang ons
reed door na agteren geweldig de golven stonde in de Westermiede als in de Noord Zee, en
Liepen zo tussen de Huizen aan de West zij van de buuren door tot in de Wagen weg en
Sloegen de deuren aan de West zij der Huttjes in, ja veele huizes en Cekreeten tot op de gront
toe weg. Sommige gevels in, het huisraad in de huisen aan stukken, in zommige huisen stond
4 a 5 steentjes Hoog, andere gerenuveert, nevens de toorn en de reijweg Stonden hooge zee谷n
en dreef vol hout, turf, Cozijnen, stikhoud, deuren vengsters, akelijk om te zien de Boeren
bragten nog tijdig hun vee uit de laagste huisen na de hoogte, zo dat er geen vee juist is
omgekomen, Liepen aan de middels toe in t water om van Stal te haalen, Lolke pad stond
onder; de meeste regen bakken bedorven, kelders en putten vol zout water die bij ons huis hier
in de buuren ook, `savonds om 10 a 11 uur zakte het af de storm hield aan.
Vrijdag den dito smorgens om 9 a 10 was het water weer zo hoog iets Lager dan de
vorige avond, maar de Storm niet minder, zo dat het geen `savonds nog was gebleven doen
voort gerenuveert wierd door de Zee, Zes Scheepen van ons burgers wiert vermist waar van
drie geheel weg en aan stukken gebroken waren, de overige hoopt men nog te vinden.
Zaterdag den 5 was het weer nog het zelfde dog het water kwam zo hoog niet als in de
vorige dagen, `savonds begon het weer te bedaren, het is niet te zeggen nog te beschrijven,
hoe benaut het hier uitzag, bezonder bezuiden de akkers, het was als een totale verwoesting,
bezonders aan de Westeindens der huizen de aan de West zij der buuren Stonden, nooit zo
gehoord no gezien.